32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 mei 2011

Graag informeer ik u met deze brief, mede namens de minister voor Immigratie en Asiel, over het standpunt van het kabinet ten aanzien van de motie van het lid El Fassed (Groen Links) mede ondertekend door de leden Pechtold (D66), Voordewind (CU), Van Bommel (SP), Timmermans (PvdA) en Thieme (PvdD) (kamerstuk 32 500 V, nr. 100).

De motie El Fassed verzoekt de regering aan te sluiten bij het «Shelter City Initiative» en bijbehorende procedures voor noodvisa in te voeren. Deze motie is tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Buitenlandse Zaken d.d. 15 december jl. aangehouden onder voorbehoud van nadere consultaties met de Minister voor Immigratie & Asiel.

1. Ter inleiding

De regering onderschrijft de strekking van de motie om een vooraanstaande speler te blijven op het gebied van mensenrechten, en het werk van mensenrechtenverdedigers wereldwijd te ondersteunen.

Mensenrechtenverdedigers hebben een prominente rol in het beleid van de Nederlandse regering, zoals wederom onderstreept in de actualisering van de mensenrechtenstrategie die uw Kamer op 5 april jl. is toegegaan. De regering wil hen helpen hun idealen te realiseren van een vrije, rechtvaardige en democratische samenleving. Omdat de bescherming van mensenrechten een samenspel vereist van veel spelers op verschillende niveau’s, zal Nederland gezamenlijk optrekken met andere actoren om ervoor te zorgen dat mensenrechtenverdedigers de juiste ondersteuning krijgen.

Zoals ik heb aangegeven tijdens de Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken van 15 december 2010, zal de Tweede Kamer voor de zomer een nationaal actieplan voor mensenrechtenverdedigers ontvangen.

2. Praktijk voor opvang van mensenrechtenverdedigers in nood

De moed die mensenrechtenverdedigers tonen om op te komen tegen onrecht en onderdrukking dient gesteund te worden. Nederland zal zowel in politieke zin, door het lot van mensenrechtenverdedigers te bepleiten bij autoriteiten in die landen waar sprake is van ernstige mensenrechtenschendingen, als in praktische zin ondersteuning blijven bieden.

Nederland financiert uit het mensenrechtenfonds projecten die gericht zijn op de ondersteuning van mensenrechtenverdedigers en die bijdragen aan het verbeteren van hun werk- en leefomgeving. Recentelijk is financiering verstrekt aan organisaties als de Fédération Internationale des Droits de l’hommes (FIDH), International Service for Human Rights (ISHR) en het East and Horn of Africa Human Rights Defenders Project (EHAHRD). Deze ondersteuning draagt bij aan het versterken van nationale, regionale en internationale mechanismen voor mensenrechtenverdedigers.

Ondanks deze inspanningen blijkt het in de praktijk niet altijd mogelijk om gerichte ondersteuning te bieden in de eigen omgeving. Een mensenrechtenverdediger in acute nood heeft vaak een andere vorm van ondersteuning nodig, zoals tijdelijke opvang en bescherming in een aangrenzende regio. Indien deze optie ook niet mogelijk is, zal incidenteel uitgeweken moeten worden naar bijvoorbeeld de landen van de Europese Unie. Uitgangspunt voor een tijdelijk verblijf van een mensenrechtenverdediger in landen van de Europese Unie, inclusief Nederland, blijft echter zelfstandige terugkeer naar eigen land.

Nederland verwelkomt in dit kader initiatieven als Shelter City. Dit initiatief, dat in EU-kader tot stand is gekomen onder het Tsjechisch Voorzitterschap in 2009, dient te leiden tot meer systematische, snelle interventies die erop gericht zijn om mensenrechtenverdedigers in nood tijdelijk uit hun eigen omgeving te halen en hen onderdak te bieden in een netwerk van daarvoor geschikte steden of regio’s, de zgn «Shelter Cities». In nauwe afstemming met maatschappelijke organisaties (en hun lokale partners) en ook gemeentes, wordt gekeken naar de mogelijkheden voor het verlenen van tijdelijk onderdak aan mensenrechtenverdedigers. De Rijksoverheid heeft hierin slechts een faciliterende functie, namelijk het sneller afgeven van een visum voor kort verblijf.

Een aantal landen in de Europese Unie, met name Ierland, Spanje, Tsjechië en Duitsland, heeft op dit terrein goede ervaringen opgedaan. Deze goede ervaringen baseren zich grotendeels op een verbeterde samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, gemeentes en de Rijksoverheid.

3. Uitvoering van de motie

De Nederlandse regering ziet de motie als steun voor uitvoering van staand beleid. Het fenomeen «Shelter City» en het versneld afgeven van een visum is in de visie van de Nederlandse regering geen novum. In Nederland bestaat reeds een aantal particuliere initiatieven voor verlening van tijdelijk onderdak aan mensenrechtenverdedigers uit diverse landen. Daarnaast heeft de regering in enkele gevallen ook versneld visa afgegeven aan mensenrechtenverdedigers in een acute noodsituatie, die vervolgens na een korte periode van verblijf zijn teruggekeerd.

Wat het Shelter City-initiatief in positieve zin onderscheidt is enerzijds het genereren van politieke aandacht voor de situatie van mensenrechtenverdedigers, anderzijds te komen tot meer structurele en systematische werkafspraken tussen alle betrokken actoren om ervoor te zorgen dat de veiligheid van mensenrechtenverdedigers gewaarborgd blijft. Voor een nog betere bescherming van mensenrechtenverdedigers is de regering dan ook bereid een faciliterende rol te spelen bij een initiatief als Shelter City. Het initiatief voor de voordracht van een tijdelijk verblijf van een mensenrechtenverdediger in Nederland ligt evenwel niet in handen van de regering noch de financiële garantie voor het verblijf evenals het vinden van onderdak. De Nederlandse regering verwelkomt het innovatief gedachtegoed bij maatschappelijke organisaties, bedrijven en gemeentes om ervoor te zorgen dat mogelijkheden als tijdelijke opvang in een land als Nederland breed gedragen worden.

De faciliterende rol die de regering zal spelen past in de huidige regelgeving voor het verlenen van visa voor een kort verblijf. Ambassades en partners zullen daarnaast nader worden geinformeerd over het Nederlandse beleid ten aanzien van mensenrechtenverdedigers en het Shelter City-initiatief. Ook zal op korte termijn een bijeenkomst worden georganiseerd met de belangrijkste actoren uit het maatschappelijk middenveld om hen te informeren over deze brief en zo mogelijk afspraken te maken.

Deze afspraken zouden bijvoorbeeld kunnen leiden tot het aanstellen van één organisatie in Nederland als aanspreekpunt (focal-point) voor het Shelter City-initiatief en het verbeteren van de samenwerking en werkpraktijk op landenniveau. Deze organisatie kan individuen ondersteunen bij het aanvragen van een visum voor een kort verblijf. Het verzoek om een versnelde afgifte van een visum moet in het bijzonder worden onderbouwd door aan te tonen dat hij/zij een mensenrechtenverdediger is. Bovendien is een zorgvuldige onderbouwing nodig waaruit blijkt dat het gaat om een acute noodsituatie en waarom het verblijf van tijdelijke aard zal zijn en aangenomen kan worden dat betrokkene terugkeert. In samenspraak met betrokken maatschappelijke actoren kan verder onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn voor opvangmogelijkheden van mensenrechtenverdedigers in nood, en welke Nederlandse steden of gemeentes aan het initiatief mee zouden willen werken.

Daarnaast vraagt Nederland aandacht van EU-partners voor het Shelter City-initiatief. Nederland zal de Europese Dienst voor Extern Optreden herinneren aan een eerdere oproep die het heeft gedaan voor het organiseren van een conferentie op Europees niveau waar gesproken kan worden over «best practices». Deze conferentie zou moeten leiden tot een meer gecoördineerde uitvoering van het Shelter City-initiatief waarbij gemeentes, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven gezamenlijk optrekken om mensenrechtenverdedigers onderdak te bieden in een netwerk van daarvoor geschikte Europese steden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven