32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 380 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2024

Hierbij informeer ik uw Kamer over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (hierna: VN-Mensenrechtenraad) voor de jaren 2024–2026.

Op 10 oktober jl. is het Koninkrijk in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met 169 stemmen voor de vijfde maal gekozen tot lid van de VN-Mensenrechtenraad. Het kabinet beschouwt de VN-Mensenrechtenraad als het belangrijkste VN-forum voor de bescherming en de bevordering van mensenrechten. Bovendien speelt de VN-Mensenrechtenraad een belangrijke rol bij het tegengaan van straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen.

De inzet van het kabinet tijdens de lidmaatschapsperiode zal gericht zijn op het beschermen en bevorderen van mensenrechten, het tegengaan van straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen (accountability) en het betrekken van alle relevante stakeholders bij het werk van de VN-Mensenrechtenraad, zoals het maatschappelijk middenveld. Vanwege de vaak ontwrichtende consequenties van mensenrechtenschendingen en straffeloosheid op de internationale rechtsorde en regionale stabiliteit is het beschermen van mensenrechten voor Nederland ook een welbegrepen eigenbelang.

Ondanks dat in 2023 herdacht werd dat 75 jaar geleden de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens werd aangenomen, staan mensenrechten wereldwijd onder druk. Multilaterale samenwerking op mensenrechten gaat moeizamer, bijvoorbeeld in VN-onderhandelingen, en de naleving van geratificeerde mensenrechtenverdragen laat te wensen over. Deze trend wordt in belangrijke mate gevoed door de opkomst van autocratische leiders die het belang van mensenrechten en de universaliteit daarvan trachten te relativeren, maar ook door veranderende machtsverhoudingen in multilaterale fora en kritiek op gepercipieerde dubbele standaarden van Westerse landen die traditioneel voorvechter zijn van mensenrechten. Samenwerking binnen internationale fora, zoals de VN, wordt mede hierdoor steeds moeilijker, selectiever en transactioneler.1

Om onder deze omstandigheden effectief mensenrechtenbeleid te kunnen blijven voeren is gecoördineerde multilaterale samenwerking van groot belang. Het lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad staat hierbij centraal, vooral omdat de VN-Mensenrechtenraad de afgelopen jaren concrete resultaten heeft behaald in het tegengaan van mensenrechtenschendingen en bijdragen aan internationale normstelling ter bescherming en bevordering van mensenrechten. Dit draagt bij aan een sterkere internationale rechtsorde, het is in lijn met democratische waarden en is daarmee rechtstreeks van belang voor zowel onze veiligheid als welvaart.

Versterken, hervormen en beschermen van de VN-Mensenrechtenraad

Voor de multilaterale mensenrechteninzet gelden het Beleidskader Mondiaal Multilateralisme2 en de Beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde3 als belangrijke basis. Het Koninkrijk kiest met overtuiging voor een voortgezette investering in de VN-mensenrechtenfora en -instrumenten met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als uitgangspunt. Burger-, politieke, sociale, economische en culturele rechten zijn onderdeel van een groter geheel: het recht van ieder mens om zich in vrijheid, gelijkheid en waardigheid te ontwikkelen naar diens volledige potentieel. Mensenrechten zijn universeel: ieder mens heeft recht op een leven zonder angst of gebrek. De ontwrichtende consequenties voor de internationale rechtsorde en regionale stabiliteit als landen persistent mensenrechten schenden zijn reëel: denk bijvoorbeeld aan Syrië. In dat kader wil het kabinet tijdens dit lidmaatschap de VN-Mensenrechtenraad van binnenuit versterken en hervormen om zo wereldwijd mensenrechten, democratie en de internationale rechtsorde te kunnen blijven beschermen. Vanwege het verschuivende geopolitieke krachtenveld, waarbij autocratische machten aan invloed winnen, is het van belang dat het Koninkrijk met zowel afzonderlijke landen, coalities als met maatschappelijke organisaties werkt aan een zo breed mogelijk draagvlak voor mensenrechten. Dit zorgt voor een versterkte positie van de VN-Mensenrechtenraad. Het betekent ook dat het Koninkrijk gedurende de lidmaatschapsperiode meer aandacht zal geven aan onderwerpen die voor andere landen en organisaties belangrijk zijn, zoals bijvoorbeeld sociaaleconomische rechten, zoals onder andere recht op gezondheid, op onderwijs, op adequate huisvesting. Daarnaast zet het Koninkrijk der Nederlanden zich in voor een inclusieve en effectieve deelname aan de zittingen van de VN-Mensenrechtenraad en blijft aandringen op hybride en moderne modaliteiten, zodat meer landen, organisaties en individuen kunnen participeren.

De slagkracht en daarmee de geloofwaardigheid van de VN-Mensenrechtenraad hangt in grote mate af van de samenstelling ervan. Het kabinet is ervan overtuigd dat het lidmaatschap voor alle leden komt met een extra verantwoordelijkheid ten aanzien van de bevordering en bescherming van mensenrechten, zowel in eigen land als wereldwijd. De mate waarin leden de internationale mensenrechtennormen hanteren varieert echter aanzienlijk. Het Koninkrijk zal leden blijven aanspreken op deze extra verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd ziet het Koninkrijk de meerwaarde van een zo divers en inclusief mogelijke samenstelling van de VN-Mensenrechtenraad. Een brede representatie van alle regio’s en een goede mix van ontwikkelde en ontwikkelingslanden draagt bij aan een levendig debat, waarin alle stemmen worden gehoord. Dit moet niet alleen een breder internationaal draagvlak creëren voor mensenrechten, maar ook de besluiten van het voornaamste VN-mensenrechtenorgaan kracht bijzetten en versterken. Het Koninkrijk acht het daarom van belang dat ook ontwikkelingslanden (Least Developed Countries, LDC’s) en Small Island Developing States (SIDS) in de gelegenheid worden gesteld zich kandidaat te stellen, met name die landen die sinds de oprichting in 2006 nog nooit lid van de VN-Mensenrechtenraad zijn geweest. Het Koninkrijk draagt daarom jaarlijks bij aan het OHCHR LDC/SIDS Trust Fund4, waaruit ontwikkelingslanden en kleine eilandstaten worden ondersteund met kennis en capaciteit, met het oog op actieve deelname aan de bijeenkomsten van de VN-Mensenrechtenraad.

Conform de nota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde zal de inhoudelijke inzet van het Koninkrijk in de VN-Mensenrechtenraad zich met name richten op de thematische prioriteiten, te weten: 1) bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte, 2) gelijke rechten voor LHBTIQ+-personen, 3) gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, 4) bescherming van vrijheid van meningsuiting online en offline en 5) vrijheid van religie en levensovertuiging. Ook 6) de bevordering van de internationale rechtsorde en strijd tegen straffeloosheid zal onderdeel zijn van de inzet. Om daarbij zo effectief mogelijk te kunnen zijn, treedt het Koninkrijk daarbij op in gezelschap van een zo groot mogelijke groep gelijkgezinde landen en/of in EU-verband.

Hieronder worden deze prioriteiten nader toegelicht.

Bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte

Het Koninkrijk blijft een constructieve partner van het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers en waardeert de cruciale bijdrage die ze leveren in de VN-Mensenrechtenraad. De betrokkenheid van het maatschappelijke middenveld staat echter onder druk door landen met autoritaire regeringen die hun inbreng willen inperken, alsmede door efficiency-maatregelen om het uitdijende werkprogramma van de VN-Mensenrechtenraad in toom te houden. Het Koninkrijk blijft actief zoeken naar mogelijkheden om de betekenisvolle rol van het maatschappelijk middenveld tijdens de zittingen van de VN-Mensenrechtenraad te behouden.

Ook de bescherming van mensenrechtenverdedigers is een belangrijk onderdeel van de inzet van het Koninkrijk. Zo wordt er twee keer per jaar met de Benelux-landen een verklaring uitgesproken in de VN-Mensenrechtenraad waarbij represailles (reprisals) tegen mensenrechtenverdedigers als gevolg van hun interactie met de VN worden veroordeeld. Hierbij worden zaken opgebracht van individuele mensenrechtenverdedigers, in nauwe afstemming met familie en organisaties van deze individuen.

Het Koninkrijk zal als lid bovendien expliciete steun verlenen aan de bestaande resoluties en initiatieven van partners ter bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte, inclusief het recht op vrijheid van vereniging en vergadering.

Gelijke rechten voor LHBTIQ+-personen

Het Koninkrijk steunt het mandaat van de VN-expert voor seksuele oriëntatie en genderidentiteit, dat in 2025 verlengd moet worden. Het Koninkrijk zal samen met gelijkgezinden en in cross-regionaal verband (bijvoorbeeld via de Equal Rights Coalition) samenwerken met als doel het mandaat te verlengen, en waar mogelijk te versterken. De zogenoemde pushback-strategie, namelijk het voorkomen van toenemende druk en achteruitgang op dit thema alsmede het vergroten van cross-regionale samenwerking zoals neergelegd in de diverse beleidsstukken5, vormt hierbij het uitgangspunt. Ook bekijkt het Koninkrijk hoe landen steun kunnen verlenen aan andere initiatieven op LHBTIQ+ binnen de VN, bijvoorbeeld de implementatie van de voorziene UN LGBTI Equality Strategy.

Gelijke rechten voor vrouwen en meisjes

In lijn met het Feministisch Buitenlandsbeleid, blijft het Koninkrijk onverminderd inzetten op het bevorderen van de gelijke rechten van alle vrouwen en meisjes, keuzevrijheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, inclusief comprehensive sexuality education. In lijn met de inzet in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) en de Commission on the Status of Women zal het Koninkrijk ook in de VN-Mensenrechtenraad aandacht blijven vragen voor het tegengaan van de grondoorzaken van geweld tegen vrouwen, het bestrijden van genderstereotypen en het voorkomen van kindhuwelijken en gedwongen huwelijken. In 2025 zal het Koninkrijk, met een cross-regionale groep landen, opnieuw een resolutie presenteren in de VN-Mensenrechtenraad over het tegengaan van kind- en/of gedwongen huwelijken.

Verder zal het Koninkrijk samen met gelijkgezinde landen het voortouw nemen om meer draagvlak te creëren voor bovenstaande onderwerpen, gelet op de wereldwijde druk op de rechten van vrouwen en meisjes. Nederland zal nauw samenwerken met diverse maatschappelijke organisaties om de beoogde vooruitgang te bereiken en bredere steun te mobiliseren, met name bij landen die zich (nog) niet actief hebben uitgelaten over deze thema’s. Dit wordt concreet vormgegeven door de jaarlijkse cursus die het Koninkrijk samen met Canada en maatschappelijke organisaties organiseert voor diplomaten in Genève over gender- en vrouwenrechten.

Vrijheid van meningsuiting online en offline

Het Koninkrijk zal in de komende drie jaar bijzondere aandacht geven aan persvrijheid, veiligheid van journalisten, en accountability voor mensenrechtenschendingen tegen journalisten en media-actoren. Het Koninkrijk zal op deze onderwerpen steun verlenen aan resoluties en initiatieven van gelijkgezinde landen, zoals op het onderwerp veiligheid van journalisten. Bovendien voert het Koninkrijk samen in een kerngroep van Canada, Fiji, Brazilië, Zweden en Namibië de pen voor de tweejaarlijkse thematische resolutie over vrijheid van meningsuiting. Daarnaast trekt het Koninkrijk samen met Canada in 2026 de mandaatverlenging van de Speciaal Rapporteur voor vrijheid van meningsuiting. Het Koninkrijk geeft verder speciale aandacht aan vrijheid van meningsuiting online, met een focus op internetvrijheden en toegang tot betrouwbare informatie. Hiervoor zal de samenwerking met de leden van de Freedom Online Coalition, waarvan Nederland in 2024 voorzitter is, in Genève worden versterkt.

Vrijheid van religie en levensovertuiging

Het Koninkrijk zal zich tijdens het lidmaatschap inzetten voor het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging. Nederland zal zich hierbij specifiek richten op de afname van zowel vervolging als discriminatie van religieuze minderheden. Daar waar mogelijk zet het Koninkrijk ook in op vermindering van de negatieve beeldvorming van de rol van religies in conflicten. Er zal worden samengewerkt met maatschappelijke organisaties om discriminatie, intolerantie en haat richting andere (niet-)religieuze groeperingen tegen te gaan. De Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging speelt hierbij een sleutelrol. Ook blijft de inzet gericht op rechten van niet-gelovigen, afvalligen, andersdenkenden en bekeerlingen, inclusief het decriminaliseren van blasfemie/afvalligheid en het afschaffen van de doodstraf op deze gronden door landen die dergelijke wetgeving hebben.

Internationale rechtsorde en strijd tegen straffeloosheid

Het Koninkrijk zet wereldwijd in op de bevordering en naleving van de internationale rechtsorde. Deze ambitie is verankerd in de Grondwet en wordt onder andere vormgegeven door het bijdragen aan de handhaving van fundamentele internationale rechtsnormen. Handhaving richt zich in het bijzonder op het ter verantwoording roepen van staten voor de meest ernstige schendingen van het internationaal recht, ook wel aangeduid als de strijd tegen straffeloosheid of accountability. Denk daarbij aan de zaak die Nederland en Canada hebben aangespannen tegen Syrië voor het niet naleven van het VN-antifolterverdrag.

De VN-Mensenrechtenraad heeft een belangrijk mandaat ten aanzien van de strijd tegen straffeloosheid. Het Koninkrijk stuurt consequent aan op accountability in de relevante landenresoluties van de VN-Mensenrechtenraad en op het instellen en behouden van onafhankelijke onderzoekmechanismen voor zorgwekkende landensituaties. Zo vraagt onder andere de situatie in Afghanistan, Iran, Myanmar, Oekraïne en Syrië om blijvende aandacht.

Ook hecht het Koninkrijk belang aan een meer consistente en betere kwalitatieve ondersteuning van het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) voor de uiteenlopende internationale en onafhankelijke accountability-mechanismen die door de VN-Mensenrechtenraad zijn ingesteld. Dat betreft onder andere fact-finding missions, onderzoekscommissies en bewijzenbanken die mensenrechtenschendingen documenteren. Het Koninkrijk zal zich bovendien verder inspannen voor versterkte samenwerking tussen het Internationaal Strafhof en deze onderzoeksmechanismen. Het Koninkrijk organiseert jaarlijks in samenwerking met het maatschappelijk middenveld en OHCHR een seminar over accountability voor diplomaten in Genève om zowel de kennis op dit gebied als het draagvlak ervoor te vergroten.

Landensituaties

Ernstige mensenrechtenschendingen in landen zullen door het Koninkrijk aangekaart worden tijdens de zittingen van de VN-Mensenrechtenraad. Het gaat onder meer over de zorgwekkende situaties in Afghanistan, Belarus, Burundi, China, Eritrea, Ethiopië, Iran, Israël/Palestijnse Gebieden, Jemen, Myanmar, Rusland, Syrië, Sudan en Venezuela.

Het Koninkrijk trekt samen met 25 andere EU-landen6 de jaarlijkse resolutie ter verlenging van het mandaat van de Speciaal Rapporteur over Mensenrechten in Rusland. Verder is het Koninkrijk lid van de kerngroep van de resolutie over de mensenrechtensituatie in Syrië, samen met Duitsland, de EU, Frankrijk, Italië, Jordanië, Turkije, Qatar, het Verenigd Koninkrijk (penhouder) en de Verenigde Staten.

Budget

Het Koninkrijk geeft al geruime tijd het Kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) jaarlijks een bijdrage om de implementatie van onze inzet in de VN-Mensenrechtenraad vorm te kunnen geven en te kunnen bestendigen. Deze bijdrage is aanvullend op de Nederlandse bijdrage aan het reguliere VN-budget. Het Koninkrijk behoort tot de top 10 vrijwillige donoren van de OHCHR en werkt nauw samen met OHCHR in Genève, OHCHR-landenkantoren en OHCHR-vertegenwoordigers in VN-landenteams wereldwijd. Aangezien het reguliere VN-budget slechts een derde van de begroting van het kantoor dekt, zijn vrijwillige bijdragen noodzakelijk om het belangrijke werk van de OHCHR goed te kunnen uitvoeren. Voor de periode 2022–2024 is de vrijwillige bijdrage aan het OCHCR-kantoor jaarlijks 8,65 miljoen euro.

In het verschuivende geopolitieke krachtenveld is er ook een groep landen die financiering van mensenrechtenmandaten binnen de VN zoveel als mogelijk willen inperken. Het Koninkrijk blijft consequent, en zeker tijdens onze lidmaatschapsperiode, in het begrotingscomité van de VN pleiten voor een hoger regulier VN-budget voor mensenrechten, om zo de wereldwijde bescherming van mensenrechten beter te kunnen borgen.

Tot slot

Ministers, de Mensenrechtenambassadeur, de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging en andere ambtelijke vertegenwoordigers zullen het Koninkrijk bij de zittingen van de VN-Mensenrechtenraad vertegenwoordigen, naast de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Genève. Over de bereikte resultaten wordt jaarlijks in de Mensenrechtenrapportage gerapporteerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Beleidsnota Mensenrechten – Democratie – Internationale Rechtsorde, Kamerstuk 32 735, nr. 370

X Noot
2

Beleidskader Mondiaal Multilateralisme, Kamerstuk 36 200 V, nr. 72

X Noot
3

Beleidsnota Mensenrechten – Democratie – Internationale Rechtsorde, Kamerstuk 32 735, nr. 370

X Noot
4

Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) Least Developed Countries (LDC) Small Island Developing States (SIDS) Trust Fund.

X Noot
5

Beleidskaders Mondiaal Multilateralisme (Kamerstuk 36 200 V, nr. 72) en Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde (Kamerstuk 32 735, nr. 370) en het Feministisch Buitenlands Beleid (Kamerstuk 34 952, nr. 182)

X Noot
6

Hongarije heeft zich als enige EU-land niet aangesloten bij deze kerngroep.

Naar boven