32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 341 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2022

Via deze brief voldoe ik, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, aan het verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport om te worden geïnformeerd over de kabinetspositie ten opzichte van het WK Voetbal en de mensenrechtensituatie in Qatar.

Op basis van de volgende overwegingen houdt het kabinet de motie van het lid Karabulut c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2273), die het kabinet oproept geen afvaardiging van de regering naar het WK in Qatar te sturen, voorlopig nog in beraad.

Het kabinet draagt door middel van constructief-kritisch beleid, waarin samenwerking en dialoog met Qatar centraal staan, bij aan verbetering van de mensenrechtensituatie, en specifiek de situatie van arbeidsmigranten. Nederland werkt daarbij samen met de ILO en mensenrechtenorganisaties om voortgang op het gebied van implementatie van de arbeidshervormingen te monitoren en versterken.

Internationale (mensenrechten-)organisaties, zoals Amnesty International en Human Rights Watch, benadrukken het belang van samenwerking en kritische dialoog, omdat daarmee duurzame veranderingen in de situatie van arbeidsmigranten in Qatar kunnen worden gerealiseerd. Zij zijn derhalve geen voorstander van een boycot. Nederland is hierover tevens in gesprek met andere landen. EU-partners en andere gelijkgezinde landen zijn mede gezien voorgenoemde redenen ook geen voorstander van een boycot.

Qatar heeft in de afgelopen jaren een aantal belangrijke hervormingen doorgevoerd. Implementatie van hervormingen blijft echter een punt van zorg. Nederland zal zich hier in aanloop naar het WK voor blijven inzetten en zal Qatar blijven oproepen zich te committeren aan volledige implementatie en handhaving van de hervormingen. Daarnaast zijn Nederland en gelijkgezinde landen in gesprek met Qatar over een inclusief WK waarbij sprake is van zaken als persvrijheid, gendergelijkheid en gelijke rechten voor lhbtiq+ personen.

Nederland doet dit zowel op politiek als op hoog-ambtelijk niveau. In maart jl. bracht de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur een bezoek aan Qatar en heeft zij deze kwesties aangekaart bij de Qatarese autoriteiten en bij verschillende andere stakeholders. Ook heeft de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in februari van dit jaar een bezoek gebracht aan Qatar en zorgen omtrent implementatie van arbeidshervormingen besproken met de Qatarese overheid. Zelf hoop ik ook binnenkort in de gelegenheid te zijn Qatar te bezoeken.

Nederland zet zich daarnaast, via de Ambassade in Doha, actief in om verbetering in de praktijk te bewerkstelligen. Zo wordt kennis en ervaring met autoriteiten gedeeld, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsinspectie en medezeggenschapsraden in samenwerking met de Qatarese overheid, ILO en het bedrijfsleven. Ook adviseert de ambassade Nederlandse bedrijven die zaken (willen) doen in Qatar over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

De Nederlandse regering kiest voor samenwerking en dialoog met Qatar om verbetering en implementatie van arbeidshervormingen verder te bewerkstelligen. Samenwerking en dialoog met Qatar zijn ook nodig in het licht van een reeks andere dossiers die raken aan de belangen van Nederland. Zo heeft het land een cruciale rol gespeeld in het veilig overbrengen van mensen uit Afghanistan die recht hebben op verblijf in Nederland. Ook kan Qatar een belangrijke rol spelen in de verdere diversifiëring van de Europese energie-import.

Het kabinet zal voor de start van het WK Voetbal terugkomen op de uitvoering van de motie Karabulut en op andere hierboven genoemde zaken.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Naar boven