Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2022
Via deze brief voldoe ik, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, aan
het verzoek van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport om te worden
geïnformeerd over de kabinetspositie ten opzichte van het WK Voetbal en de mensenrechtensituatie
in Qatar.
Op basis van de volgende overwegingen houdt het kabinet de motie van het lid Karabulut
c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2273), die het kabinet oproept geen afvaardiging van de regering naar het WK in Qatar
te sturen, voorlopig nog in beraad.
Het kabinet draagt door middel van constructief-kritisch beleid, waarin samenwerking
en dialoog met Qatar centraal staan, bij aan verbetering van de mensenrechtensituatie,
en specifiek de situatie van arbeidsmigranten. Nederland werkt daarbij samen met de
ILO en mensenrechtenorganisaties om voortgang op het gebied van implementatie van
de arbeidshervormingen te monitoren en versterken.
Internationale (mensenrechten-)organisaties, zoals Amnesty International en Human
Rights Watch, benadrukken het belang van samenwerking en kritische dialoog, omdat
daarmee duurzame veranderingen in de situatie van arbeidsmigranten in Qatar kunnen
worden gerealiseerd. Zij zijn derhalve geen voorstander van een boycot. Nederland
is hierover tevens in gesprek met andere landen. EU-partners en andere gelijkgezinde
landen zijn mede gezien voorgenoemde redenen ook geen voorstander van een boycot.
Qatar heeft in de afgelopen jaren een aantal belangrijke hervormingen doorgevoerd.
Implementatie van hervormingen blijft echter een punt van zorg. Nederland zal zich
hier in aanloop naar het WK voor blijven inzetten en zal Qatar blijven oproepen zich
te committeren aan volledige implementatie en handhaving van de hervormingen. Daarnaast
zijn Nederland en gelijkgezinde landen in gesprek met Qatar over een inclusief WK
waarbij sprake is van zaken als persvrijheid, gendergelijkheid en gelijke rechten
voor lhbtiq+ personen.
Nederland doet dit zowel op politiek als op hoog-ambtelijk niveau. In maart jl. bracht
de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur een bezoek aan Qatar en heeft zij deze kwesties
aangekaart bij de Qatarese autoriteiten en bij verschillende andere stakeholders.
Ook heeft de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in februari
van dit jaar een bezoek gebracht aan Qatar en zorgen omtrent implementatie van arbeidshervormingen
besproken met de Qatarese overheid. Zelf hoop ik ook binnenkort in de gelegenheid
te zijn Qatar te bezoeken.
Nederland zet zich daarnaast, via de Ambassade in Doha, actief in om verbetering in
de praktijk te bewerkstelligen. Zo wordt kennis en ervaring met autoriteiten gedeeld,
bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsinspectie en medezeggenschapsraden in samenwerking
met de Qatarese overheid, ILO en het bedrijfsleven. Ook adviseert de ambassade Nederlandse
bedrijven die zaken (willen) doen in Qatar over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen.
De Nederlandse regering kiest voor samenwerking en dialoog met Qatar om verbetering
en implementatie van arbeidshervormingen verder te bewerkstelligen. Samenwerking en
dialoog met Qatar zijn ook nodig in het licht van een reeks andere dossiers die raken
aan de belangen van Nederland. Zo heeft het land een cruciale rol gespeeld in het
veilig overbrengen van mensen uit Afghanistan die recht hebben op verblijf in Nederland.
Ook kan Qatar een belangrijke rol spelen in de verdere diversifiëring van de Europese
energie-import.
Het kabinet zal voor de start van het WK Voetbal terugkomen op de uitvoering van de
motie Karabulut en op andere hierboven genoemde zaken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra