Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2021
In navolging van mijn toezegging aan uw kamer tijdens het Mensenrechtenrapportage
Notaoverleg op 4 oktober jl. (Kamerstuk 32 735, nr. 332) inzake de financiering van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en
aanvullende verzoeken aan Nederland kan ik u het volgende berichten.
Het EHRM wordt gefinancierd uit de contributie die de 47 lidstaten betalen aan de
Raad van Europa. Deze contributie wordt berekend op basis van een jaarlijkse herberekening
op grond van de bevolkingsomvang en BNP, een verhoging met het inflatiepercentage
en een extra bijdrage voor het Pensioenfonds van de Raad van Europa. In 2021 bedroeg
de totale contributie van alle lidstaten van de Raad van Europa bijna 497 miljoen
euro. Ongeveer een derde van de totale contributie is gerelateerd aan het systeem
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Voor 2021 bedroeg de Nederlandse netto-contributie aan de Raad van Europa € 12.004.383,45.
Nederland levert daarmee een substantiële financiële bijdrage aan de Raad en staat
daarmee op de achtste plaats na het VK, Duitsland, Frankrijk, Italië, Rusland, Spanje
en Turkije.
Naast reguliere contributie bestaat de mogelijkheid om vrijwillige bijdragen te doen
aan de Raad van Europa, inclusief het EVRM-systeem. In 2012 heeft de Secretaris-Generaal
een special account geopend waar lidstaten een extra bijdrage kunnen leveren om het EHRM in staat te
stellen achterstanden weg te werken. Het terugdringen van het grote aantal bij het
EHRM aanhangig gemaakte zaken en de werkachterstand is van groot belang voor het functioneren
van het Hof. Aan dit special account zijn tot eind 2020 door 30 lidstaten, waaronder Nederland, bijdragen gedaan. De totale
bijdrage aan het special account was in diezelfde periode meer dan 11 miljoen euro, waarvan de Nederlandse vrijwillige
bijdrage € 608.725 was. Voor 2021 is door Nederland wederom 80.000 euro bijgedragen
aan dit special account.
Op 26 maart jl. ontvingen de Permanente Vertegenwoordigers in Straatsburg een brief
van het EHRM, waarin de lidstaten werden bedankt voor hun bijdragen aan het special account, inclusief het verzoek aan de lidstaten om, indien mogelijk, bestaande vrijwillige
bijdragen op te hogen.
Gezien de continu hoge werklast van het EHRM, waaronder een toenemend aantal statenklachten,
heb ik voor 2021 een aanvullende vrijwillige bijdrage van € 150.000 toegezegd in de
uitvoeringsrapportage, welke geformaliseerd zal worden zodra de gehele rapportage
is goedgekeurd. Deze bijdrage zal deels ten goede komen aan het special account en deels aan het Department for the Execution of Judgments van het secretariaat van de Raad van Europa.
Indien de behoefte aan extra middelen blijft bestaan zal een aanvullende Nederlandse
bijdrage ook in de toekomst worden bezien.
Nederland hecht – als één van de oprichters van de Raad van Europa – veel waarde aan
het functioneren van het EVRM-systeem als belangrijke hoeder van mensenrechten en
pleit daarom in de onderhandelingen over de begroting van de Raad van Europa altijd
voor adequate middelen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen