32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 316 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2020

Tijdens het Algemeen Overleg over de Mensenrechtennota op 22 juni jl. (Kamerstuk 32 735, nr. 308) heeft de Minister van Buitenlandse Zaken toegezegd om, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, uw Kamer te informeren over het overleg met nationale en internationale sportbonden over mensenrechten en over de opvolging van de motie van het lid Servaes c.s. (Kamerstuk 33 750 V, nr. 28). In deze brief informeren wij uw Kamer ten eerste over de wijze waarop het kabinet uitvoering geeft aan de motie van het lid Servaes. Ten tweede informeren wij uw Kamer over de inzet van dit kabinet op het gebied van werknemersrechten in Qatar, specifiek met betrekking tot het Wereldkampioenschap voetbal in 2022.

Algemene overleggen met nationale en internationale sportbonden

De motie Servaes c.s., die in 2013 werd aangenomen, verzoekt de regering om zich zowel in internationaal verband als in samenwerking met nationale sportkoepels in te zetten voor de opname van mensenrechtennormen, in het bijzonder van werknemersrechten, in de reglementen van internationale sportfederaties die gelden bij het toewijzen en organiseren van grote sportevenementen. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de stappen die het kabinet mede naar aanleiding van deze motie heeft genomen (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2385).

Nationaal

Het onderwerp mensenrechten keert regelmatig terug in overleggen met NOC*NSF. Het gaat hierbij vooral om het beleid in Nederland op het gebied van diversiteit, genderlijkgelijkheid en integriteit. Recente voorbeelden hiervan zijn de versterking van het Instituut Sportrechtspraak en het Aanvalsplan van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de KNVB «Ons voetbal is van iedereen, aanpak tegen racisme en discriminatie in de sport» (Kamerstuk 30 234, nr. 241). Ook dragen de Nederlandse topsporters de waarden uit waar Nederland voor staat. NOC*NSF draagt er zorg voor dat deze thema’s ook bij de sportbonden aan de orde worden gesteld.

Internationaal

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport neemt actief deel aan internationale fora over mensenrechten in de sport. Dit gebeurt onder andere bij de Enlarged Partial Agreement on Sport (EPAS), dat onderdeel is van de Raad van Europa. EPAS biedt een platform voor intergouvernementele samenwerking op het gebied van sport. EPAS adviseert de Raad van Europa over de relatie tussen sport en mensenrechten. Daarnaast stimuleert het de dialoog tussen overheden, sportfederaties en ngo’s. Het doel is om sport ethischer, inclusiever en veiliger te maken.

Sport en mensenrechten in Qatar

Qatar is, net als andere Golflanden, vaker gastland van grote internationale sportevenementen, zoals het WK atletiek in 2019 en het WK voetbal in 2022. In de voorbereiding en organisatie van dergelijke grootschalige sportevenementen is de mensenrechtensituatie, en specifiek de positie van arbeidsmigranten, voor Nederland een belangrijk punt van aandacht. Er is in de afgelopen jaren een aantal belangrijke stappen gezet ten aanzien van de positie van arbeidsmigranten. Nederland blijft zich evenwel inzetten voor verdere verbeteringen.

Diplomatieke inzet

Nederland heeft zich in bilaterale gesprekken en multilaterale fora met regelmaat uitgelaten over de positie van arbeiders en arbeidsmigranten in Qatar. Deze inzet is mede ingegeven door zorgen over de situatie van arbeidsmigranten betrokken bij de bouw van WK stadions. De Minister van Buitenlandse Zaken besprak dit onderwerp met zijn counterpart Minister Al Thani tijdens zijn bezoek aan Qatar in september 2019. Ook stonden mensenrechten, specifiek de positie van arbeidsmigranten en de organisatie van het WK voetbal, op de agenda tijdens de bilaterale politieke consultaties van april 2019.

Samenwerking met de International Labour Organization (ILO)

In 2017 ondertekenden Qatar en de ILO een technische samenwerkingsovereenkomst om arbeidshervormingen door te voeren en de situatie van arbeidsmigranten te verbeteren. De samenwerking tussen de ILO en Qatar heeft verschillende hervormingen teweeggebracht, waaronder de invoering van elektronische betalingen om uitstel van salarissen effectiever tegen te gaan, en de oprichting van medezeggenschapsraden waarin gekozen werknemersvertegenwoordigers in dialoog kunnen met managementvertegenwoordigers. In januari jl. werd de Exit Permit vereiste afgeschaft, waardoor werknemers zonder toestemming van hun werkgever het land kunnen verlaten. Eind augustus jl. kondigde de Qatarese overheid nog twee twee grote hervormingen aan: de afschaffing van de No Objection Certificate, waardoor werknemers zonder toestemming van hun werkgever van baan kunnen wisselen, en de invoering van een minimumloon. Dit zijn positieve stappen die Nederland verwelkomt en waarvan Nederland de implementatie en naleving monitort.

Nederland draagt bij aan de samenwerking tussen Qatar en de ILO. Zo organiseerde Nederland in 2019 een bezoek van Qatarese arbeidsinspecteurs aan Nederland om Qatar inzicht te bieden in hoe de Nederlandse arbeidsinspectie te werk gaat, met het oog op versterking van de lokale capaciteit. Nederland faciliteert momenteel ook een samenwerkingsproject tussen de Qatarese overheid, de ILO en de sociaaleconomische Raad (SER) in Nederland waarin trainingen verzorgd worden voor Qatarese medezeggenschapsraden op het gebied van werknemersparticipatie.

Economische missies, sportkoepels en sportdelegaties

De situatie van arbeidsmigranten wordt aan de orde gesteld tijdens economische missies naar Qatar en besproken met sportkoepels en sportdelegaties die Qatar bezoeken.

Deelnemende bedrijven aan economische missies worden geïnformeerd over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in het algemeen en de mensenrechtensituatie en de rechten van werknemers in het bijzonder. Activiteiten die hieraan gerelateerd zijn vormen een integraal onderdeel van het programma. Zo werd tijdens een economische missie van een groep Nederlandse sportbedrijven in maart jl. een presentatie gegeven door de ILO over de stand van zaken van arbeidsrechten en hun samenwerking met de Qatarese overheid op dit gebied.

Sportdelegaties aan Qatar worden voorafgaand aan hun bezoek geïnformeerd over een breed scala aan onderwerpen, waaronder mensenrechten. Hierbij wordt ingegaan op de actuele situatie, op relevante hervormingen van wet- en regelgeving, en op de implementatie hiervan. Tevens adviseert de Nederlandse ambassade in Doha sportdelegaties over het ondernemen van activiteiten die een positieve impact kunnen hebben op de mensenrechtensituatie, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met de ILO.

Daarnaast werkt de Nederlandse ambassade in Doha sinds 2018 samen met de KNVB. Aanvankelijk was deze samenwerking met name gericht op toegang tot sport, nu worden ook arbeidsrechten expliciet besproken. Het gaat zowel over (aanstaande) wetswijzigingen als aanhoudende knelpunten. Er is nauw contact over manieren waarop de Nederlandse ambassade en de KNVB elkaar kunnen versterken om de mensenrechtensituatie in Qatar te verbeteren.

Tot slot

Het kabinet zal zich ook in de toekomst blijven inzetten voor mensenrechten, in het bijzonder werknemersrechten, bij de organisatie van grote sportevenementen in zowel internationaal verband als in samenwerking met nationale partners. De ontwikkelingen rondom het WK voetbal in Qatar worden door Nederland nauwlettend gevolgd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven