Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2011
Op 29 juni jl. werd de motie van de leden Çörüz, Voordewind, Ten Broeke, en Van der Staaij aangenomen over de Russische advocaat
Sergei Magnitsky, die in november 2009 in de gevangenis onder verdachte omstandigheden is overleden (Kamerstuk 32 735, nr. 14).
De motie «verzoekt de regering stappen te zetten en in Europees verband te bevorderen, in lijn met de initiatieven van de
Amerikaanse senaat en het Europees parlement, zodat de verantwoordelijken voor de dood van Sergei Magnitsky aansprakelijk
worden gesteld». Met deze brief informeer ik u op welke wijze ik uitvoering geef aan de motie.
De regering heeft zorgen naar aanleiding van het overlijden van de heer Magnitsky en voelt zich gesterkt door de motie. Het
Russische justitiële onderzoek naar de verdachten van de dood van Sergei Magnitsky moet worden voortgezet en de daders moeten
worden opgespoord en berecht. Het rapport van 5 juli jl. van de Presidentiële mensenrechtencommissie stelt dat de arrestatie
van Sergei Magnitsky onwettig was en dat hij in de gevangenis is geslagen, mogelijk gemarteld en dat medische zorg hem is
onthouden. Dit zijn ernstige beschuldigingen die de Russische justitiële autoriteiten moeten onderzoeken.
Ik acht het belangrijk bilateraal en in EU-verband druk te blijven uitoefenen op Rusland zodat de verantwoordelijken voor
de dood van Sergei Magnitsky aansprakelijk worden gesteld. De zaak Magnitsky, die in tegenstelling tot andere zaken veel publiciteit
genereert binnen en buiten Rusland, staat niet op zichzelf. Nederland besteedt dan ook aandacht aan de ontwikkeling van de
rechtsstaat en de verbetering van de mensenrechtensituatie in Rusland. Dit is een wezenlijk onderdeel van de brede relatie
die Nederland met Rusland heeft.
Nederland maakt zich in EU-verband sterk om de zorgen over de mensenrechtensituatie aan de orde te stellen, zoals bij de EU-Rusland-mensenrechtenconsultaties.
Naar aanleiding van de consultaties van 4 mei 2011 is de dood van Sergei Magnitsky in de persverklaring aangehaald. Op uitdrukkelijk
verzoek van Nederland worden mensenrechten ook tijdens de halfjaarlijkse EU-Rusland-Top aan de orde gesteld.
Het onderzoek naar de zaak Magnitsky loopt en de rechtsgang in Rusland dient gevolgd te worden. Ik wens de resultaten van
de procesgang af te wachten. Mocht in het licht van de uitkomsten daartoe aanleiding bestaan, dan ben ik voornemens de mogelijkheid
van verdere stappen in EU-verband aan de orde te stellen.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal