32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 211 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2018

Met deze brief ontvangt u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën, een brief over het huidige Nederlandse beleid ten aanzien van Saoedi-Arabië. Deze brief werd toegezegd door de Minister van Financiën tijdens het mondelinge vragenuur op dinsdag 16 oktober jl. naar aanleiding van vragen van het lid Sjoerdsma (D66) over de verdwenen Saoedische journalist, Jamal Khashoggi (Handelingen II 2018/19, nr. 13).

Algemeen

Het kabinet geeft invulling aan de bilaterale relatie met Saoedi-Arabië vanuit een geïntegreerd buitenlandbeleid met als belangrijke accenten veiligheid, mensenrechten en handelsbevordering. Dit betekent dat, ondanks grote verschillen tussen de wijze waarop de Nederlandse en Saoedische samenleving zijn ingericht en de daaruit voortvloeiende verschillen van inzicht op verscheidene beleidsterreinen, samenwerking wordt gezocht op zaken waar gezamenlijke belangen liggen: regionale stabiliteit, de strijd tegen internationaal terrorisme, ongewenste buitenlandse financiering van religieuze organisaties in Nederland en bevordering van wederzijdse handel en investeringen. Centraal en dwarsdoorsnijdend onderdeel van dit geïntegreerde beleid is een kritische dialoog over mensenrechten. Het kabinet beschrijft in deze brief naast de zaak-Khashoggi ook de bredere elementen van het Nederlandse beleid en de Nederlandse belangen ten aanzien van Saoedi-Arabië.

Zaak journalist Jamal Khashoggi

De betrekkingen met Saoedi-Arabië hebben de afgelopen weken hernieuwde aandacht gekregen vanwege de schokkende en zeer zorgelijke berichtgeving over de verdwijning van de Saoedische journalist Jamal Khashoggi. De heer Khashoggi is niet teruggekeerd van diens bezoek aan het Saoedische consulaat in Istanbul op 2 oktober en sindsdien ontbreekt elk teken van leven.

Omdat de heer Khashoggi voor het laatst gezien is toen hij het Saoedische consulaat betrad en vanwege de vele berichten waarin de Saoedische autoriteiten beticht worden van betrokkenheid bij de verdwijning, rust er een grote verantwoordelijkheid op de Saoedische autoriteiten om helderheid te verschaffen over het lot van de heer Khashoggi. Elke verdwijning – of, erger, moord – is afschuwelijk, maar waar het een journalist betreft is het extra schokkend voor de rechtsorde en het vrije woord, omdat journalisten een bijzondere rol hebben in onze samenleving. Nederland zet zich samen met internationale partners wereldwijd in om persvrijheid te verdedigen en dat is ook in het geval bij de heer Khashoggi.

Het kabinet heeft de oproep van de Hoge Vertegenwoordiger (9 oktober) van de Europese Unie en van de E3 (Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) d.d. 13 oktober tot geloofwaardig onderzoek en identificatie en vervolging van de verantwoordelijken gesteund en ook herhaaldelijk overgebracht aan de Saoedische autoriteiten, zowel in Riyad als bij de Saoedische ambassadeur in Den Haag.

Het kabinet heeft besloten dat de Minister van Financiën niet zal deelnemen aan een panelsessie van het Future Investment Initiative in Riyad op donderdag 25 oktober. Het kabinet komt tot dit besluit omdat de Saoedische autoriteiten nog niet in staat zijn gebleken duidelijkheid te verschaffen over deze ernstige kwestie. Ook hebben internationale bedrijven, de Wereldbank, IMF en de Franse collega van de Minister van Financiën afgezegd. De Minister van Financiën heeft hierover ook actief overleg gevoerd met zijn Franse collega.

Gelet op de uitermate ernstige berichten over het lot van journalist Jamal Khashoggi, en op basis van de inschatting van de feiten nu, is het kabinet daarnaast van mening dat het niet in de rede ligt dat de handelsmissie gepland voor december 2018 op politiek niveau doorgang zal vinden.

Al naar gelang de verdere ontwikkelingen in de zaak, zal het kabinet zich, in nauw overleg met de EU en andere gelijkgezinde partners, beraden op welke andere wijze de internationale zorgen over de zaak-Khashoggi het beste geadresseerd kunnen worden.

Mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië

Zoals bekend is Nederland, net als veel gelijkgezinde partners, bezorgd over de algehele mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië. Recente arrestaties van mensenrechtenactivisten, geestelijken en andere critici die, voor zover bekend, slechts gebruik maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting, zijn ontwikkelingen die op gespannen voet staan met een aantal recente hervormingen die door Saoedi-Arabië zijn doorgevoerd. Ook de arrestaties van activisten die zich specifiek hebben ingezet voor de verbetering van de positie van vrouwen in Saoedi-Arabië zijn zorgelijk. Juist omdat deze arrestaties ingaan tegen de door het land zelf geïnitieerde hervormingen om de economische, maatschappelijke en sociale positie van vrouwen te verbeteren.

Tegenover de Saoedische autoriteiten blijft het kabinet het belang benadrukken van vrijheid van meningsuiting, een breed maatschappelijk middenveld en open publiek debat, evenals het belang van eerlijke en transparante rechtsgang met proportionele strafbepalingen. Dit is onder andere gedaan door Minister Kaag tijdens haar bezoek aan Riyad (18-19 februari jl.) en door Minister Blok in gesprekken met zijn Saoedische ambtsgenoot tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York (25 september jl.) en de ministeriële G20-bijeenkomst in Argentinië (22 mei jl.). Daarbij kwamen ook de positie van mensenrechtenverdedigers aan de orde en de zorgen die Nederland daarover heeft. Ook is de doodstraf aangekaart, specifiek de uitvoering daarvan op minderjarige daders, en de schrijnende situatie in Jemen.

Rol van Saoedi-Arabië bij de oorlog in Jemen

Sinds het uitbreken van het conflict in Jemen en de interventie van de Arabische coalitie wordt de rol van Saoedi-Arabië (als leider van de coalitie) kritisch gevolgd. In bilaterale gesprekken en in multilaterale fora wordt het conflict in Jemen onder de aandacht gebracht: er wordt onder meer opgeroepen tot een politieke oplossing van het conflict, ondersteuning van het vredesproces onder leiding van de VN-gezant Griffiths en naleving humanitair oorlogsrecht om humanitaire toegang te garanderen en burgers en civiele infrastructuur te ontzien.

Zoals reeds aan de Kamer gemeld exporteert Nederland – conform toezegging aan de Tweede Kamer – geen wapens naar landen die betrokken zijn bij de operatie van de coalitie, tenzij uitgesloten kan worden dat deze worden ingezet in Jemen. In de conclusies over Jemen van de Raad Buitenlandse Zaken van de EU van 25 juni 2018 is op aandringen van Nederland herhaald dat het Gezamenlijke Standpunt 2008/944 over wapenexport strikt moet worden nageleefd. Binnen de Europese Unie is er geen draagvlak voor een wapenembargo, in verband met grote bilaterale economische belangen van andere EU-lidstaten. Het afgeven van vergunningen voor militaire goederen blijft een nationale competentie. Nederland blijft bij andere landen aandringen op zeer restrictieve interpretatie van EU-wapenexportcriteria voor wat betreft leveranties aan de landen die deelnemen aan de coalitie. Conform de motie Van Ojik (d.d. 17 oktober (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1368)) zal Nederland dat ook in Europees kader blijven doen.

Nederland heeft zich, samen met Canada, Ierland, Belgie en Luxemburg, in de Mensenrechtenraad in Genève ingezet voor onafhankelijk en internationaal onderzoek naar mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht door alle partijen. Dit zorgde in 2017 voor de oprichting van een Groep van Eminente Experts die onderzoek hebben gedaan naar schendingen van internationaal recht in Jemen. Recentelijk heeft door gezamenlijke inspanningen van Nederland met gelijkgezinde landen de Mensenrechtenraad ingestemd met de verlenging van het mandaat van de experts die hier onderzoek naar doen. Zo blijft er internationale aandacht voor de mensenrechtensituatie en is er druk op de leden van de coalitie waaronder Saoedi-Arabië om zich te houden aan het internationaal humanitair recht. Ten aanzien van het conflict in Jemen dringt het Koninkrijk ook in de Veiligheidsraad aan op naleving van het humanitair oorlogsrecht en het realiseren van humanitaire toegang.

Saoedi-Arabië als regionale grootmacht

Saoedi-Arabië is een belangrijke mondiale energieleverancier Elke verstoring van die olieleveranties, bijvoorbeeld door verdere onrust op het Arabisch schiereiland, kan zijn weerslag krijgen op de wereldeconomie. Het overgrote deel van de Arabische wereld ziet Saoedi-Arabië als regionaal leider. Zo is het land toonaangevend in de Arabische Liga, de Gulf Cooperation Council (GCC) en de Organisation of Islamic Cooperation (OIC).

De wens om internationaal terrorisme te bestrijden, en daarmee de binnenlandse en regionale stabiliteit te versterken, is een gedeeld belang en verklaart ook de Saoedische deelname aan de anti-ISIS-coalitie. Saoedi-Arabië is covoorzitter van de anti-ISIS Counterfinance Group en lid van het Global Counter Terrorism Forum (GCTF). Saoedi-Arabië heeft daarnaast ook maatregelen genomen om financiering van terrorisme tegen te gaan. Op het gebied van financiering van religieuze organisaties in Nederland heeft het kabinet afspraken met Saoedi-Arabië gemaakt: geen financiering zonder medeweten van de Nederlandse overheid.

Vision 2030 hervormingsprogramma

Saoedi-Arabië is de grootste economie van de Golfregio, de oudste handelspartner van Nederland in de regio en het enige Arabische lid van de G20. Het bilaterale handelsvolume (goederenexport en -import) bedroeg de afgelopen jaren gemiddeld vijf miljard euro per jaar. Nederland is een grote buitenlandse investeerder in Saoedi-Arabië, terwijl Saoedische bedrijven voor meer dan 4000 arbeidsplaatsen in Nederland zorgen (vooral in Limburg en Noord-Brabant), nog los van de indirecte arbeidsplaatsen die voortvloeien uit de handel met het land.

In april 2016 heeft de Saoedische regering met haar «Vision 2030» economische diversificatiemaatregelen aangekondigd om de economie minder afhankelijk van olie-inkomsten te maken, het aandeel van de private sector in de economie te vergroten en de werkloosheid terug te dringen.

De economische hervormingen pakken met name goed uit voor de positie van de vrouw in het land. De afgelopen jaren zijn honderdduizenden Saoedische vrouwen toegetreden tot de arbeidsmarkt. Sinds juli 2018 mogen vrouwen een rijbewijs aanvragen. De trend dat meer vrouwen dan mannen studeren doet zich ook in Saoedi-Arabië voor: 52 procent van de studenten in het land is vrouw.

Nederland en de EU steunen de voorgenomen economische hervormingen vanuit de overtuiging dat een stabiel en economisch moderniserend Saoedi-Arabië goed is voor de stabiliteit in het land en de regio. De aangekondigde diversificatieagenda biedt kansen om bij te dragen aan verduurzaming van de Saoedische economie en maatschappelijke veranderingen die wij als positief bestempelen. Dat kan ook door middel van uitwisselingsprogramma’s in het hoger onderwijs, uitbreiding van people-to-people contacten, samenwerking tussen kennisinstellingen, en opschaling van onze economische betrekkingen.

De Nederlandse inzet is gericht op positionering van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij de diversificatie en verduurzaming van de Saoedische economie, en het versterken van vrouwelijk ondernemerschap. Onderdeel van onze economische inzet is ook de voedsel-water-energie nexus, ook gelet op de lokale context van afnemende energievoorraden, waterschaarste en het belang van voedselzekerheid. Deze inzet sluit aan bij de Saoedische vraag en het Nederlandse beleid gericht op realisatie van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.

Tot slot

Saoedi-Arabië is in beweging. Enerzijds met positieve ontwikkelingen en kansen, zoals meer rechten voor vrouwen en verduurzaming van de economie. De veranderingen zijn reëel en kunnen rekenen op forse steun in de Saoedische samenleving. Anderzijds zijn er ontwikkelingen die aanzienlijke zorgen baren, waaronder arrestaties van andersdenkenden, de oorlog in Jemen en forse uithalen richting bijvoorbeeld Canada na kritiek op de mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabie. De uitdaging voor de komende jaren zal zijn om de positieve elementen van de veranderingen te stimuleren en de negatieve aspecten effectief te kunnen adresseren.

Wat andere voorgenomen economische bezoeken betreft, informeren we uw Kamer als volgt. Voor een aantal private missies, waaronder deelnemers aan de beurs «Saudi Build», geldt dat bedrijven hierin een eigen afweging dienen te maken. Voor de aanvankelijke technische missie (in november), ondersteund door RVO, is het kabinet van mening dat doorgang op dit moment niet opportuun is.

Nederland zal zich, op basis van de ontwikkelingen ten aanzien van Jamal Khashoggi en de interne mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië en in overleg met gelijkgezinde partners, de komende periode bezien op welke wijze deze dialoog met Saoedi-Arabië het beste vormgegeven kan worden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven