Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2018
Tijdens het Algemeen Overleg inzake Marokko van 28 juni jl. (Kamerstuk 34 775 V, nr. 87) verzocht de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken om een schriftelijke appreciatie
(bij voorkeur in de zomer) van de rechtsgang, na bestudering van de onderbouwing van
de vonnissen in Marokko in verband met de protesten in de Rif. Daarbij was ook verzocht
om in te gaan op het aspect van de inroeping van de staatsveiligheid, alsook de omstandigheden
in de gevangenissen. Alhoewel de vonnissen nog niet openbaar zijn gemaakt, bied ik
u hierbij graag een eerste reactie aan op dit verzoek.
In reactie op het incident waarbij een visverkoper in Al Hoceima op 28 oktober 2016
omkwam toen hij een partij in beslag genomen illegaal gevangen vis trachtte terug
te halen uit een vuilniswagen, volgden maandenlang demonstraties, waarin uiting werd
gegeven aan maatschappelijke onvrede over vermeende achterstelling en verwaarlozing
van de Rif. Hier werd aanvankelijk niet scherp op gereageerd. Nadat de leider van
de Hirak-beweging, Nasser Zefzafi, in mei 2017 een imam had onderbroken in de moskee,
is echter een groot aantal actievoerders gearresteerd en vervolgd. De rechtszittingen
vonden onder meer plaats in Al Hoceima en Nador. De belangrijkste actievoerders stonden
terecht in Casablanca. De zittingen zijn bijgewoond door vertegenwoordigers van de
Nederlandse ambassade. Daarbij is er ook contact geweest met enkele advocaten van
de verdachten. Ook enkele andere EU-ambassades woonden zittingen bij Buitenlandse
waarnemers konden de zittingen zonder problemen bijwonen.
In totaal zijn meer dan 800 Hirak-aanhangers aangehouden in verband met de Rif-protesten.
Hiervan zijn er meer dan 400 veroordeeld. Een groep van 53 van de belangrijkste actievoerders
en ook journalisten is op 26 juni jl. door de rechtbank in Casablanca veroordeeld
tot gevangenisstraffen variërend van 1 tot 20 jaar. De leider van de protestbeweging,
Nasser Zefzafi, heeft evenals drie andere leiders 20 jaar opgelegd gekregen. Drie
anderen kregen 15 jaar opgelegd en zeven 10 jaar. Tien aangeklaagden kregen 5 jaar
opgelegd, negen kregen 3 jaar gevangenisstraf, achttien 2 jaar en twee 1 jaar. Een
beklaagde kreeg enkel een geldboete. De zwaarste straffen werden uitgedeeld vanwege
het in gevaar brengen van de staatsveiligheid, een delict waarop maximaal de doodstraf
staat. Al met al heeft het proces 9 maanden geduurd. Vrijwel alle beklaagden hebben
afgezien van het voeren van een verdediging, omdat zij het proces niet eerlijk vonden.
Op één na is door allen hoger beroep aangetekend.
Ik heb publiekelijk gesteld op 27 juni dat deze straffen aan de hoge kant lijken.
Veel gestraften zijn jong, en hadden nog geen strafblad. Dit standpunt is op 27 juni
ook door een hoogambtelijke delegatie aan het Marokkaanse Ministerie van Buitenlandse
Zaken kenbaar gemaakt.
Verder heeft geen enkele Europese lidstaat zich over de strafmaat uitgesproken.
Inmiddels hebben in totaal 188 veroordeelden op 21 augustus jl. van de Marokkaanse
Koning gratie gekregen in het kader van de viering van het offerfeest. Elf hiervan
zaten gevangenisstraffen van 2 à 3 jaar uit.
Onder de amnestie vallen niet de vier die tot 20 jaar gevangenisstraf werden veroordeeld.
Verschillende mensenrechtenorganisaties stellen dat sommige gevangenen niet conform
de internationale mensenrechtennormen behandeld zijn. Deze berichten zijn zorgelijk.
Nederland heeft hiervoor aandacht gevraagd bij de Marokkaanse autoriteiten.
Het is nog te vroeg om een definitief oordeel te geven over de gehele procesgang aangezien
de vonnissen nog niet openbaar zijn gemaakt. De advocaten wachten zelf ook nog op
publicatie daarvan alvorens de beroepsprocedures te starten. Zoals ik Uw Kamer op
28 juni ook aankondigde zal de Nederlandse ambassade de rechtszittingen in het kader
van de beroepsprocedure wederom bijwonen. Na afloop van de beroepsprocedures, wanneer
de vonnissen definitief zijn, zal u een nadere appreciatie toekomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok