32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 181 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2018

Met verwijzing naar het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 16 januari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 39, Regeling van Werkzaamheden) bied ik u hierbij, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, een brief aan over de situatie van de Rohingya en de inzet van Nederland in de VN Veiligheidsraad.

Situatie Rohingya

De situatie van de Rohingya in Myanmar en de Rohingya vluchtelingen in Bangladesh is nog altijd bijzonder schrijnend. Volgens de laatste cijfers van de UNHCR zijn er sinds het uitbreken van het geweld, op 25 augustus 2017, ruim 640.000 vluchtelingen in Bangladesh aangekomen. Samen met het grote aantal vluchtelingen dat al eerder naar Bangladesh is gevlucht, komt het totaal op meer dan 840.000 vluchtelingen. Ondanks de inspanningen van Bangladeshi autoriteiten, de VN en andere hulporganisaties zijn de problemen in de vluchtelingenkampen nog altijd groot. Vluchtelingen hebben beperkt toegang tot schoon water en wc’s. Ook er is er sprake van acute ondervoeding, cholera, luchtweginfecties en een uitbraak van difterie. Verder is gendergerelateerd geweld veelvoorkomend. Naast de humanitaire bijdragen aan VN organisaties en het Rode Kruis, draagt Nederland dan ook bij aan de opvang van de slachtoffers in het district Cox’s Bazar.

Onder grote druk vanuit de EU en andere delen internationale gemeenschap, zijn Myanmar en Bangladesh uiteindelijk eind vorig jaar een Memorandum of Understanding (MoU) overeengekomen over de terugkeer van vluchtelingen. In het MoU is afgesproken dat terugkeer van Rohingya op een vrijwillige, veilige en duurzame manier zal verlopen. De afgelopen weken is men begonnen met het treffen van voorbereidingen voor terugkeer die vanaf 23 januari zou moeten beginnen. Bangladesh is bezig met het opstellen van een lijst van 100.000 Rohingya vluchtelingen, mede op basis van gegevens van UNHCR. Myanmarese autoriteiten gaan na of de terugkerende vluchtelingen gevlucht zijn sinds het uitbreken van het eerdere geweld in Rakhine State in oktober 2016 en of men daadwerkelijk in aanmerking komt voor terugkeer.

NL heeft echter steeds benadrukt, net als de rest van de EU en ook bevestigd in diverse VN fora, dat terugkeer alleen mogelijk is als het vrijwillig gebeurt, duurzaam, veilig en in waardigheid. VN betrokkenheid of andere betrokkenheid van derden in Myanmar zou bijdragen aan het creëren van vertrouwen van Rohingya in een veilige terugkeer. Het is echter niet te verwachten dat binnen een afzienbare termijn voldaan zal worden aan de minimumvoorwaarden voor vrijwillige en veilige terugkeer van de Rohingya. Zolang de veiligheid van de Rohingya in Myanmar niet gegarandeerd wordt, zij geen toegang hebben tot eerste levensbehoeften en er geen geloofwaardig uitzicht voor hen is op burgerschap in Myanmar, is de verwachting dat maar weinig Rohingya vrijwillig terug zullen willen keren.

De regering van Aung San Suu Kyi heeft onder invloed van de internationale druk en kritiek op het optreden van het leger om met een antwoord op de crisis te komen verschillende commissies opgezet die zich moeten buigen over Rakhine State. De Union Enterprise is een publiek-privaat partnerschap die is opgezet om humanitaire hulp, terugkeer en ontwikkeling van Rakhine. In de praktijk houdt deze zich met name bezig met herstel van infrastructuur. Daarnaast is er een nationale commissie die verantwoordelijk is voor implementatie van de aanbevelingen van de Annan commissie. Een internationale adviesraad, bestaande uit vijf internationale leden en vijf nationale leden, voorgezeten door voormalig Thaise vicepremier Surakiart Sathirathai moet de regering adviseren over de voortgang van lange-termijnmaatregelen. Het is niet duidelijk of de commissies ook steun hebben van de militairen. Het is zorgwekkend dat er nog altijd geen visie lijkt te bestaan voor een duurzame en gedeelde lange-termijnoplossing voor de uitdagingen in Rakhine State. De druk hiertoe komt vooralsnog bijna geheel uit het buitenland. In Myanmar zelf lijkt een grote meerderheid van de Myanmarese bevolking nog altijd geen voorstander te zijn van terugkeer van de Rohingya. De politieke manoeuvreerruimte voor de regering lijkt nog altijd beperkt.

Het blijft dan ook noodzakelijk om, in samenwerking met internationale partners, druk te handhaven en de Myanmarese regering te blijven wijzen op haar verantwoordelijkheid. Het lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad (VN VR) biedt Nederland de mogelijkheid om op het hoogste niveau de situatie aan de orde te stellen en bij te dragen aan verbetering van het lot van de Rohingya.

Inzet in de VN Veiligheidsraad

De VN-Veiligheidsraad (VNVR) heeft zich eind 2017 voor het eerst in bijna tien jaar weer uitgesproken over de situatie in Myanmar naar aanleiding van de recente Rohingya-crisis. Op 6 november 2017 werd een Presidentiële Verklaring (PRST) aangenomen waarin de VNVR het geweld tegen Rohingya veroordeelde; de Myanmarese regering opriep tot implementatie van de aanbevelingen van de Adviescommissie onder voorzitterschap van Kofi Annan; aandrong op volledige en ongehinderde toegang voor humanitaire hulp; en de SG verzocht om binnen een maand terug te rapporteren aan de VNVR over de situatie in Myanmar en de kampen in Bangladesh. Die briefing vond op 12 december plaats waarbij ook de Speciaal Vertegenwoordiger van de VN secretaris-generaal (SGVN) voor seksueel geweld in conflict sprak. Eerder in 2017 vond ook de eerste open bijeenkomst over Myanmar sinds acht jaar plaats en was er op 13 oktober een informele ontmoeting van Kofi Annan met de VNVR (Arria meeting). Ook werd Myanmar in de VNVR een aantal keren aan de orde gesteld onder een algemeen agendapunt tijdens besloten consultaties. Veiligheidsraadleden VK, Frankrijk en Zweden namen hierbij het voortouw. Nederland onderhield als inkomend Veiligheidsraadlid hierover al nauw contact met deze landen. Ook in 2018 zal Nederland als lid in samenwerking met deze landen elke gelegenheid gebruiken om adequate opvolging van de PRST aan orde te stellen.

Gezien de actuele situatie zal de nadruk daarbij de komende tijd liggen op verbetering van de situatie in Rakhine State en veilige terugkeer van vluchtelingen. Maar ook de duurzame oplossing voor de Rohingya verdient blijvende aandacht van de VNVR. Een belangrijk element daarbij is de implementatie van de aanbevelingen van de Adviescommissie Annan. Alleen een lange-termijnoplossing voor Rakhine State en de status van de Rohingya kan een duurzame en veilige terugkeer mogelijk maken. Zonder de constante aandacht vanuit de internationale gemeenschap en de Veiligheidsraad in het bijzonder, is het onwaarschijnlijk dat Myanmar de benodigde stappen zal zetten ter implementatie van die aanbevelingen.

Om Myanmar tot verdere concrete stappen te bewegen is het belangrijk om ook China als permanent lid van de Veiligheidsraad en regionale partner van Myanmar te blijven betrekken. In het kader van de Nederlandse inzet zal ik tijdens mijn komende reis naar China begin februari en in contacten met Rusland, de Rohingya-kwestie aan de orde stellen en het belang benadrukken van het agenderen van de problematiek en het bespreken van maatregelen in de VNVR. Een besluit over maatregelen zoals sancties tegen militairen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen kan alleen worden genomen door het aannemen van een resolutie. Hiervoor is instemming nodig van ten minste negen van de vijftien Veiligheidsraadleden, zonder tegenstem van een van de permanente leden van de Raad. Er lijkt nog altijd te weinig steun te bestaan voor een resolutie, een wapenembargo of sancties. Nederland zal zich niettemin blijven inspannen in samenwerking met gelijkgezinde leden als Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Zweden om de aandacht van de Veiligheidsraad voor de schrijnende situatie in Myanmar te behouden. De VS lijkt zich bij gebrek aan overeenstemming in de VNVR vooral te richten op bilaterale sancties. De EU handhaaft het EU-wapenembargo en de Nederlandse inzet is erop gericht om overeenstemming te vinden binnen de EU om daarbovenop ook persoonsgerichte sancties in te stellen tegen verantwoordelijke militairen. Hiervoor zijn inmiddels voorbereidingen gaande.

Op 22 januari spreekt Nederland zich uit over Myanmar in de Veiligheidsraad-werkgroep over Kinderen en Gewapend Conflict, naar aanleiding van het vierde rapport van de SGVN over de impact van gewapend conflict op kinderen in Myanmar. De werkgroep onderhandelt de komende weken over VNVR-aanbevelingen naar aanleiding dat rapport. Nederland zal daarbij pleiten voor concrete acties voor de onmiddellijke verbetering van de situatie van kinderen in het conflict en het tegengaan van straffeloosheid.

Het kabinet blijft zich in de komende periode in de VNVR maar ook in andere relevante fora, zoals de Mensenrechtenraad in Genève en Algemene Vergadering, evenals binnen de EU en bilateraal, actief inspannen om de humanitaire situatie van de Rohingya in Bangladesh en in Rakhine State te verbeteren, straffeloosheid tegen te gaan, waaronder m.b.t. gender-gerelateerd geweld, gerechtigheid te bevorderen, en de implementatie van een lange-termijnaanpak te ondersteunen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Naar boven