Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 januari 2018
Hierbij informeer ik u over de voortgang van de openbaarmaking van het rapport over
Turkije van het Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling
of Bestraffing (CPT) van de Raad van Europa, zoals verzocht door de vaste commissie voor Europese
Zaken op 21 december 2017.
Voor publicatie van een rapport is goedkeuring van het desbetreffende land noodzakelijk
op basis van artikel 11, tweede lid, van het CPT-Verdrag. Het is echter goed gebruik
(door Nederland en andere verdragspartijen bij het CPT-verdrag) om rapporten – al
dan niet voorzien van een regeringsreactie – openbaar te maken.
Op 17 oktober 2017 publiceerde het CPT een rapport naar aanleiding van een ad hoc bezoek aan Turkije dat plaatsvond van 16 tot 23 juni 2015, evenals de reactie van
Turkije hierop. Beide documenten zijn via de website van de Raad van Europa publiek
beschikbaar (www.cpt.coe.int).
De rapporten naar aanleiding van bezoeken van het CPT aan Turkije in april en augustus
2016 en mei 2017 zijn nog niet gepubliceerd. Turkije heeft de hiervoor genoemde daartoe
strekkende goedkeuring vooralsnog niet gegeven.
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over de rechtsstaat en de staat van de mensenrechten
in Turkije en brengt deze zorgen consequent op. Nederland blijft zich er voor inzetten
dat deze zorgen ook via multilaterale fora, zoals de Europese Unie en de Raad van
Europa, aan de orde worden gesteld.
Nederland hecht veel belang aan het vrijgeven van de CPT-rapporten over Turkije. De
Raad Algemene Zaken verzocht hier op aandringen van Nederland ook om in de Voorzitterschapsverklaring
van 13 december 2016.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. Zijlstra