32 733 Beleidsbrief Defensie

Nr. 146 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2013

Graag reageer ik mede namens de minister van Defensie op uw verzoek van 18 oktober 2013 om een toelichting op mijn rol in het vastgoed dossier Rijk in relatie tot het vastgoed dossier Defensie.

Tevens gaat deze brief in op de vraag over de gevolgen van het begrotingsakkoord voor het vastgoed dossier Rijk. Over de gevolgen van het begrotingsakkoord voor Defensie in het algemeen en voor het defensievastgoed in het bijzonder, wordt u in een aparte brief door mijn collega bewindspersoon van Defensie nader geïnformeerd.

Rol bij afstoot van Rijksvastgoed

Defensie is verantwoordelijk voor zijn vastgoedportefeuille, inclusief besluiten om objecten af te stoten. Als Defensie besluit tot afstoting, worden desbetreffende objecten conform de Comptabiliteitswet overgedragen aan het Rijksvastgoed- & ontwikkelingsbedrijf (RVOB, voorheen Domeinen Onroerende Zaken), dat onder mijn portefeuille valt. Het RVOB is vervolgens verantwoordelijk voor de waardebepaling, het «in de markt zetten» bijvoorbeeld via advertenties, de onderhandelingen en de uiteindelijke verkoop van de objecten. Als over de opbrengsten een middelenafspraak met de minister van Financiën is gemaakt, is de opbrengst voor Defensie en anders voor het Rijk.

Rol bij kaderstelling

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het voorstellen van strategische kaders ten aanzien van de bedrijfsvoering van het Rijk. Mijn rol daarbij beperkt zich – als het gaat om de rijkshuisvesting – tot kantoren. Het vastgoed van Defensie valt daar dus niet onder, met uitzondering van de hoofdzetel van Defensie.

Rol bij de uitvoering

Ter bevordering van de rijksbrede samenwerking zijn nu voorbereidingen gaande voor de fusie van de Dienst Vastgoed Defensie met het RVOB, de Rijksgebouwendienst en de directie Rijksvastgoed tot het nieuwe Rijksvastgoedbedrijf. Dat bedrijf komt onder mijn verantwoordelijkheid te vallen. Deze fusie zal op 1 juli 2014 haar beslag krijgen.

Rol bij het in beeld brengen van werkgelegenheidseffecten

Uw kamer heeft mij verzocht om een totaalbeeld van de effecten van de taakstellingen op de regionale werkgelegenheid. Dat totaalbeeld, inclusief de ontwikkelingen bij Defensie, heb ik 3 juli jl. met de Kamer besproken. In mijn brief van 27 september jl. heb ik de Kamer geïnformeerd over aanvullende maatregelen om het verlies aan werkgelegenheid bij de brede Rijksoverheid in de provincies Friesland en Drenthe alsnog te verminderen.

Gevolgen van het begrotingsakkoord

Uw verzoek om tevens de gevolgen van het begrotingsakkoord voor het vastgoed dossier Rijk toe te lichten, vat ik op als een verzoek om nadere informatie over de gevolgen van het akkoord voor de regionale werkgelegenheid.

In mijn brief van 27 september jl. is de Kamer geïnformeerd dat de uitwerking van de nota over de krijgsmacht van 17 september wordt meegenomen bij de Rijksbrede totaalanalyse van de werkgelegenheidseffecten in 2014.

Als gevolg van het begrotingsakkoord gaat een aantal defensiemaatregelen met een negatief effect op de werkgelegenheid in bepaalde regio’s niet door. Het kabinet beschouwt dit als goed nieuws voor desbetreffende regio’s. De brief over de gevolgen van het begrotingsakkoord van mijn collega van Defensie gaat nader in op desbetreffende maatregelen. De precieze gevolgen hiervan voor de regionale werkgelegenheid worden betrokken bij bovengenoemde Rijksbrede totaalanalyse van de werkgelegenheidseffecten in 2014.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven