32 733 Beleidsbrief Defensie

Nr. 130 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 mei 2013

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 9 april 2013 over de DMP-A brief voor de behoeftestelling en vernieuwing van TITAAN (Kamerstuk 32 733, nr. 123).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 mei 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, Van Leiden

1

Wat zijn de tekortkomingen van het huidige TITAAN-systeem (hard- en software) in de praktijk die met de update worden opgelost?

De feitelijke tekortkomingen zijn veroudering van de hardware en een verouderd software-concept. Tevens zijn er onvoldoende middelen voor een gestandaardiseerd defensiebreed gebruik.

2

Wordt er bij de verwerving gekeken naar verschillende mogelijkheden voor sourcing, bijvoorbeeld in een PPS-constructie? Zo nee, waarom niet?

TITAAN is een belangrijk middel voor command and control en het raakt daarmee de kerntaak van Defensie. Het dient daarom military owned en military controlled te zijn. Hierdoor is uitbesteding slechts beperkt mogelijk. In de projectfase wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn.

3

In hoeverre is de omvang van de huidige behoefte aan vernieuwing van het TITAAN-systeem bij de initiële aanschaf voorzien?

4

In hoeverre is de timing van de huidige behoefte aan vernieuwing van het TITAAN-systeem bij de initiële aanschaf voorzien?

5

In hoeverre is het project Vernieuwing TITAAN onderdeel van de ten minste eens in de vijf jaar terugkerende vervanging, zoals beschreven in het Materieelprojectenoverzicht 2012?

Bij de initiële aanschaf van TITAAN is een vijfjaarlijkse vervanging van de hardware en daaraan gerelateerde software-aanpassingen voorzien. De huidige vervanging is echter vertraagd en verschoven van 2014 naar 2017.

Met de voltooiing van het project «Vernieuwing TITAAN» is een vijfjaarlijks vervangingsproject niet langer noodzakelijk. De materieelvervanging en software updates worden in de toekomst gerealiseerd vanuit de materieelexploitatie.

Het defensiebrede gebruik van TITAAN was aanvankelijk niet voorzien. De huidige behoeftestelling omvat ook de verwerving van extra middelen om TITAAN voor defensiebreed gebruik beschikbaar te maken.

6

Wat heeft de herfasering van het project Vernieuwing TITAAN betekend voor de inzetbaarheid en effectiviteit van de krijgsmacht?

De herfasering van het project Vernieuwing TITAAN heeft door aanvullende beheer- en instandhoudingsmaatregelen geen nadelige gevolgen gehad voor de inzetbaarheid en effectiviteit van de onderdelen die over TITAAN beschikken.

De methodiek van aanvullende maatregelen heeft echter de grens van de technische mogelijkheden bereikt. Verder uitstel van het project Vernieuwing TITAAN zal de inzetbaarheid en effectiviteit van de krijgsmacht in de toekomst negatief beïnvloeden.

7

Wat wordt bedoeld met «de mogelijkheden voor pooling»?

Door TITAAN-middelen te poolen is het mogelijk de kwantitatieve behoefte te verkleinen. Eenheden die niet organiek over TITAAN-middelen beschikken, of eenheden die voor opleiden en trainen over een beperkte hoeveelheid middelen beschikken, kunnen bij operationele inzet alsnog van de benodigde middelen worden voorzien.

8

Worden de onderdelen hardware, software en extra gebruik afzonderlijk aangeschaft of is er sprake van een gezamenlijke aankoop? Wat zijn de nadelen en voordelen van verwerving in verschillende kavels?

De verwervingsstrategie wordt tijdens de projectfase bepaald. De afzonderlijke aanschaf van de hardware en software biedt de mogelijkheid om tot een juiste productkeuze te komen zonder aan één leverancier gebonden te zijn. Bij deze werkwijze moet nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de systeemintegratie van de verschillende hardware-onderdelen en de software.

9

Op welke manier wordt binnen het project Vernieuwing TITAAN de interoperabiliteit met de Nederlandse civiele ketenpartners gewaarborgd?

In de voorstudie- en studiefase van het DMP wordt onderzocht wat de behoefte is aan informatie-uitwisseling met de ketenpartners. Deze behoefte wordt verwerkt in het pakket van eisen en de uiteindelijke behoeftevervulling.

10

Zijn er nadelen verbonden aan een overstap van meerdere landen op hetzelfde systeem?

11

Zijn er aanwijzingen dat andere landen naar samenwerking zoeken en overwegen over te gaan op dezelfde netwerk- en informatiestructuur?

Samenwerking kan een negatieve invloed hebben op de planning en de geleverde functionaliteit. In voorkomend geval moet worden overwogen of de voordelen van internationale samenwerking opwegen tegen de gevolgen voor de inzetbaarheid en effectiviteit van de krijgsmacht.

Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat er landen zijn die zoeken naar een gezamenlijke behoeftevervulling. Internationaal worden er wel activiteiten ondernomen om een gezamenlijk ontwerp voor een federatie van nationale en Navo-netwerken te ontwikkelen.

12

Hoeveel verschillende systemen worden er in de praktijk door de NAVO-partners gebruikt? Levert dit problemen op bij samenwerking op operationeel gebied? Zou het voordelen opleveren op operationeel gebied wanneer alle NAVO-partners hetzelfde systeem gebruiken?

Het is niet met zekerheid te zeggen hoeveel verschillende systemen bij Navo-partners in gebruik zijn. De huidige situatie heeft een negatieve invloed op de internationale samenwerking. De oplossing ligt niet bij één systeem voor alle Navo-partners. De ervaring uit de ISAF-missie met het Afghan Mission Network toont aan dat de oplossing moet worden gezocht in een federatie van (nationale) netwerken met vooraf goed gedefinieerde koppelvlakken en in zoveel mogelijk gestandaardiseerde (Navo) software applicaties. Dit concept wordt door de Navo uitgewerkt in het Future Mission Network.

13

Wat zijn in dit specifieke geval de voor- en nadelen van kopen van de plank? Is er bij deze aanschaf maatwerk nodig?

De soft- en hardware bestaat zoveel mogelijk uit COTS/MOTS producten. Maatwerk beperkt zich tot het geschikt maken van de soft- en hardware voor de ondersteuning van de militair-operationele bedrijfsvoering van eenheden.

De voordelen zijn dat gebruik, opleiding en instandhouding aansluiten bij civiele normen, waardoor de kosten naar verwachting lager zullen zijn. Het is de verwachting dat zelf ontwikkelen van hardware en software slechts tegen zeer hoge kosten mogelijk is en niet binnen de projecttijd haalbaar is.

De nadelen zijn dat er oudere componenten in het systeem aanwezig kunnen zijn, waardoor vervanging sneller dan gewenst in de toekomst noodzakelijk is. Ten laatste bestaat het risico dat het systeem niet volledig aan alle wensen en eisen voldoet.

14

Wat wordt bedoeld met «de gebruiker beheert en onderhoudt TITAAN-middelen»? Wordt er tevens gekeken of uitbesteding van dit onderhoud mogelijk is en of dit goedkoper en doelmatiger kan? Zo nee, waarom niet?

Een deel van de TITAAN-middelen wordt ingedeeld bij operationele eenheden. Het personeel van deze eenheden is verantwoordelijk voor het systeembeheer, materieelbeheer en gebruikersonderhoud van deze middelen. Complexe beheer- en onderhoudstaken worden niet door de gebruiker uitgevoerd.

TITAAN moet military owned en military controlled zijn. Hierdoor is uitbesteding slechts beperkt mogelijk. In de projectfase wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn.

15

Wat wordt er bedoeld met de mandatering van het project?

De verantwoordelijke bewindspersoon legt de verdere besluitvorming, eventueel voorzien van voorwaarden bij wijzigingen van product, tijd en geld, in handen van de verantwoordelijke voor de behoeftevervulling, in dit geval de DMO. De DMO is daarmee gemandateerd om het project uit te voeren. De bewindspersoon stelt de Tweede Kamer aan het einde van de DMP A-fase in de A-brief op de hoogte van het voornemen te mandateren. Mandatering houdt ook in dat de Tweede Kamer niet meer door middel van DMP-brieven wordt geinformeerd over het verloop van het project, tenzij wijzigingen in product, tijd of geld daartoe aanleiding geven. De Tweede Kamer wordt wel jaarlijks in de begroting en het Materieel Projecten Overzicht of bij afwijkingen met een brief geïnformeerd. De aan DMO gemandateerde projecten worden uitgevoerd conform de Aanwijzing SG A/970 Projectmanagement Defensie en onderliggende uitvoeringsbepalingen, waaronder het Voorschrift Projectmanagement DMO.

Naar boven