32 721 Wijziging van de Wet wapens en munitie in verband met de implementatie van richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 mei 2008 tot wijziging van de richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (Implementatiewet EG-richtlijn inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 november 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa. In artikel 3a, eerste, tweede en derde lid wordt de zinsnede «en 27, eerste lid» vervangen door: 27, eerste lid, 32a, eerste lid, en 32b, eerste lid.

B

In artikel I, onderdeel C, komt artikel 32a, tweede lid, als volgt te luiden:

2. De markering bevat:

a. een unieke markering met:

1° de naam van de fabrikant;

2° het land of de plaats van vervaardiging;

3° het serienummer en het jaar van vervaardiging, indien het jaar van vervaardiging niet reeds onderdeel uitmaakt van het serienummer; of

b. enige andere unieke en gebruikersvriendelijke markering met een nummer of alfanumerieke code aan de hand waarvan het land van vervaardiging eenvoudig kan worden vastgesteld.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt tot herstel van een tweetal onvolkomenheden in de implementatie van de richtlijn de richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (hierna: richtlijn) in de Wet wapens en munitie (hierna: Wwm).

Onderdeel A

Ten eerste is ten onrechte bij de totstandkoming van het wetsvoorstel geen aandacht besteed aan het toepassingsbereik van de richtlijn. Artikel 2, eerste en tweede lid, van de richtlijn bevat een aantal uitzonderingen op het toepassingsbereik, waaronder de verwerving en het voorhanden hebben van wapens en munitie door:

  • de strijdkrachten;

  • de politie;

  • overheidsdiensten;

  • verzamelaars;

  • instellingen met een cultureel en historisch oogmerk op wapengebied, die als zodanig erkend zijn in de lidstaat waarin zij zijn gevestigd.

Eén en ander wordt wat betreft de uitzondering voor verzamelaars en instellingen met een cultureel en historisch oogmerk op wapengebied nog eens bevestigd in overweging 20 van richtlijn 2008/51.

Bij nota van wijziging wordt een deel van deze categorieën alsnog uitgezonderd van de markeringsplicht. De systematiek van de Wwm is aldus dat uitzonderingen voor de krijgsmacht, politie en de openbare dienst worden geregeld in de Wwm zelf. Vrijstellingen en ontheffingen voor verzamelingen worden, op grond van artikel 4, Wwm geregeld in de Regeling wapens en munitie (Rwm). In de nota van wijziging wordt bij deze systematiek aangesloten. In onderdeel A van deze nota wordt via een wijziging van artikel 3a van de Wwm geregeld dat de markering die de richtlijn voorschrijft (artikelen 32a en 32b) voor door de richtlijn bestreken wapens en munitie niet van toepassing op de krijgsmacht, de politie en de overige openbare dienst, met inbegrip van opsporingsambtenaren en bijzondere opsporingsdiensten. De overige vrijstellingen (verzamelaars, instellingen met een cultureel en historisch oogmerk op wapengebied) worden in de Rwm geregeld.

Onderdeel B

Artikel 4, tweede lid, onder a, van de richtlijn stelt eisen aan de inhoud van de markering. De markering dient de naam van de fabrikant, het land of de plaats van vervaardiging, het serienummer en het jaar van vervaardiging (indien dit niet reeds deel uitmaakt van het serienummer) te bevatten. Deze eisen zijn overgenomen in artikel 32a van de Wwm, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel. De richtlijn biedt in artikel 4, tweede lid, onder b, evenwel de mogelijkheid om minder verstrekkende eisen te stellen aan de markering. De minimumeis van de richtlijn in een unieke en gebruikersvriendelijke markering met een nummer of een alfarieke code aan de hand waarvan alle lidstaten het land van vervaardiging eenvoudig kunnen vaststellen. Bij nota van wijziging wordt deze eis alsnog toegevoegd aan artikel 32a van de Wwm. Hiermee wordt voorkomen dat wanneer een wapen al traceerbaar is door een unieke markering, alsnog tot markering overgegaan zou moeten worden en kosten zouden moeten worden gemaakt.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven