Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 32716 nr. 25 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 32716 nr. 25 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2017
Met deze brief informeer ik u over een reparatieregeling die de regering wil treffen voor werkgevers die in 2017 eigenrisicodrager voor de WGA hadden willen blijven, maar waarvan tegen hun wens toch het eigenrisicodragerschap is beëindigd. Deze regeling zal worden opgenomen in een nota van wijziging op de Verzamelwet SZW 2018.
In de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet BEZAVA (Kamerstuk 33 241)) is geregeld dat werkgevers vanaf 1 januari 2017 eigenrisicodrager kunnen worden voor het totale WGA-risico, dus voor het WGA-risico van zowel vaste als flexibele krachten. Waar werkgevers er eerder alleen voor konden kiezen om eigenrisicodrager te worden voor het WGA-risico van vaste krachten, maken werkgevers deze keuze vanaf 1 januari 2017 voor het totale WGA-risico.
Om in aanmerking te komen voor eigenrisicodragerschap voor de WGA moeten werkgevers bij hun aanvraag ook een schriftelijke garantie aan de Belastingdienst overleggen waaruit blijkt dat een bank of een verzekeraar garant staat voor eventuele door de werkgever niet nagekomen financiële verplichtingen. Werkgevers die eigenrisicodrager waren tot en met 2016 hebben alleen een garantie overlegd voor het WGA-risico van vaste krachten. Werkgevers die vanaf 1 januari 2017 eigenrisicodrager wilden blijven, moesten vanwege de nieuwe wetgeving een nieuwe garantie overleggen voor het totale WGA-risico (van vaste en flexibele krachten). In de praktijk vraagt een werkgever een dergelijke garantie aan bij zijn garant (een bank of verzekeraar). In de regel verstrekt de garant vervolgens de garantie aan de Belastingdienst. Werkgevers die per 1 januari 2017 eigenrisicodrager wilden blijven hoefden geen nieuw aanvraagformulier in te dienen. Het was voldoende als een nieuwe garantie die het gehele WGA-risico (vast en flex) dekte, door de bank of verzekeraar werd overlegd aan de Belastingdienst.
De koppeling van de WGA-vast en -flex betekende een grote operatie waarbij de garantstellers (verzekeraars en banken) niet alleen garanties moesten verstrekken voor nieuwe klanten, maar ook voor reeds bestaande eigenrisicodragers. Deze garanties voor de bestaande eigenrisicodragers moesten uiterlijk op 31 december 2016 bij de Belastingdienst binnen zijn. Om dit proces zo soepel mogelijk te laten verlopen zijn voor de uitvoering concrete afspraken gemaakt tussen mijn ministerie, het Verbond van Verzekeraars, de Belastingdienst en UWV. Hierbij ging het over de manier waarop garanties aangeleverd zouden worden, en de manier waarop controle van de levering kon plaatsvinden. Daarbij was ook duidelijk dat het eigenrisicodragerschap van werkgevers waarvan geen nieuwe garantie voor het gehele WGA-risico werd overlegd, zou worden beëindigd per 1 januari 2017.
Ondanks een redelijk soepel verlopen overgangsproces heeft het Verbond van Verzekeraars laten weten dat verzekeraars in een beperkt aantal gevallen per abuis geen nieuwe garantie aan de Belastingdienst hebben overlegd voor werkgevers die reeds eigenrisicodrager waren en dat wilden blijven in 2017. Deze werkgevers hebben zelf wel op tijd (in 2016) bij hun garant aangegeven eigenrisicodrager te willen blijven. Omdat voor deze werkgevers per 1 januari 2017 geen geldige garantie voor het totale WGA-risico is overlegd zijn deze werkgevers per 1 januari 2017 ongewild weer de publieke verzekering van UWV ingestroomd.
Verzekeraars hebben aangegeven zich verantwoordelijk te voelen om in overleg met deze werkgevers te zoeken naar een oplossing.
Wettelijk gezien mogen deze werkgevers tenminste drie jaar na beëindiging van het eigenrisicodragerschap niet weer eigenrisicodrager worden. Voor de werkgevers waarvan het eigenrisicodragerschap nu ongewild is beëindigd acht de regering dit ongewenst. Zij hebben er immers niet voor gekozen om hun eigenrisicodragerschap te beëindigen. De regering acht het daarom gewenst om het voor deze specifieke groep werkgevers éénmalig mogelijk te maken om al eerder dan na drie jaar wederom eigenrisicodrager voor de WGA te worden. De regering is van plan om dit via een nota van wijziging op de Verzamelwet SZW 2018 te regelen. Deze nota van wijziging zal zo spoedig mogelijk aan uw kamer toegezonden worden.
Concrete uitwerking
Deze regeling geldt alleen voor werkgevers die op 31 december 2016 reeds eigenrisicodrager waren, en waarvan aangetoond kan worden dat zij in 2016 tijdig bij hun verzekeraar of bank, danwel hun intermediair hebben aangegeven dat zij per 1 januari 2017 eigenrisicodrager wilden blijven.
Er is vervolgens één moment waarop deze werkgevers kunnen overstappen naar het eigenrisicodragerschap voor de WGA, namelijk op 1 juli 2018. Het is aan de werkgevers om vervolgens conform de reguliere procedure een aanvraag voor eigenrisicodragerschap te doen. Dit houdt in dat de werkgevers ten minste 13 weken voor 1 juli 2018 de aanvraag bij de Belastingdienst moeten indienen. Voor de werkgevers die aan de gestelde voorwaarden voldoen, geldt dat zij éénmalig niet aan de eis hoeven te voldoen dat zij tenminste drie jaar publiek verzekerd zijn geweest. De werkgevers die aanspraak maken op deze regeling zullen bij de aanvraag ook moeten kunnen aantonen dat zij in 2016 bij hun garant (verzekeraar of bank, eventueel via een intermediair) hebben aangegeven per 1 januari 2017 eigenrisicodrager te willen blijven. Tevens zullen werkgevers aannemelijk moeten maken dat het niet aan henzelf te wijten is dat de garantie niet uiterlijk op 31 december 2016 aan de Belastingdienst is overgelegd. Om dit voor werkgevers te vereenvoudigen bieden verzekeraars aanvullende dienstverlening aan (zie volgende paragraaf).
De hier geregelde uitzonderingsgrond geldt alleen voor het overstapmoment van 1 juli 2018. Alle andere eisen voor een aanvraag voor eigenrisicodragerschap blijven onverminderd van kracht.
Aanvullende dienstverlening door verzekeraars
Verzekeraars hebben de problemen die voor werkgevers zijn ontstaan doordat garantieverklaringen niet of te laat aan de Belastingdienst zijn verstrekt geagendeerd. Zij hebben ook aangegeven te willen bijdragen aan de oplossing. Als extra dienstverlening voor werkgevers stelt het Verbond van Verzekeraars daarom een lijst op met werkgevers waarvan de verzekeraars formeel verklaren dat deze werkgevers «tijdig» hebben aangegeven per 1 januari 2017 eigenrisicodrager voor het gehele WGA-risico te willen blijven. Werkgevers die zich afvragen of zij op deze lijst zijn opgenomen, of die graag op deze lijst willen worden opgenomen kunnen zich uiterlijk tot 15 december 2017 via een apart loket bij het Verbond van Verzekeraars melden via het emailadres: reparatieregeling.wga@verzekeraars.nl. De Belastingdienst kan deze lijst controleren en vervolgens hanteren om werkgevers toe te staan weer per 1 juli 2018 eigenrisicodrager te worden. Het blijft echter de verantwoordelijkheid van de werkgever zelf om aan te kunnen tonen dat hij tijdig bij zijn verzekeraar, bank of intermediair heeft aangegeven om per 1 januari 2017 eigenrisicodrager te willen blijven, en dat het niet aan hemzelf te wijten is dat de garantie niet uiterlijk op 31 december 2016 aan de Belastingdienst is overgelegd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32716-25.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.