32 709 Evacuatie Nederlandse staatsburger uit Libië

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2011

Op 14 maart 2011 heeft de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), mede naar aanleiding van een mondeling verzoek daartoe van de voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer, een onderzoek aangekondigd naar de (eventuele) rol van de MIVD en de AIVD bij de evacuatiecommissie in Libië van 27 februari 2011, waarbij naast twee evacués drie Nederlandse militairen zijn vastgehouden.

Gelet op het spoedeisende karakter heeft de CTIVD besloten om voorshands haar bevindingen ten aanzien van de rol van de diensten bij de voorbereiding en uitvoering van de evacuatie missie kenbaar te maken.

Ik stuur u de brief van de CTIVD hierbij toe (zie bijlage). Deze brief zal ik betrekken bij de nadere evaluatie en de te trekken lessen voor de voorbereiding en besluitvorming over toekomstige evacuaties zoals ik heb aangegeven in de brief van 21 maart 2011 over de evacuatie van een Nederlandse staatsburger uit Sirte.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

BIJLAGE

Aan de minister van Defensie

Den Haag, 23 maart 2011

Op 14 maart 2011 heeft de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (verder te noemen: de Commissie), mede naar aanleiding van een mondeling verzoek daartoe van de voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer, een onderzoek aangekondigd naar de (eventuele) rol van de MIVD en de AIVD bij de evacuatiemissie in Libië (Sirte) van 27 februari 2011, waarbij naast twee evacués drie Nederlandse militairen werden vastgehouden.

De Commissie heeft achterliggende dossiers bestudeerd bij zowel de MIVD als de AIVD. Gelet op het spoedeisende karakter heeft de Commissie besloten om bij deze brief voorshands haar bevindingen ten aanzien van de rol van de diensten bij de voorbereiding en uitvoering van de evacuatiemissie kenbaar te maken. De Commissie is doende de betrokkenheid van de beide diensten in de periode tussen de vasthouding en het vrijkomen van de gevangen genomen Nederlandse militairen te onderzoeken. De Commissie zal hiervoor ook betrokken medewerkers van de diensten moeten horen. Zij zal op korte termijn over het hele feitencomplex rond de evacuatiemissie rapporteren.

De feiten

Op 27 februari 2011 is vanaf Hr. Ms. Tromp een evacuatiemissie ingezet om met de boordhelikopter een Nederlands staatsburger uit de Libische havenstad Sirte1 te halen. Aan de Libische autoriteiten is vooraf geen toestemming gevraagd om met de helikopter het Libische luchtruim binnen te vliegen. De evacuatiemissie is ingezet voor het invallen van de duisternis. Bij aankomst in Sirte is de bemanning van de helikopter geconfronteerd met een groep gewapende personen. Deze personen maakten het de helikopter onmogelijk om weer te vertrekken. Zowel de bemanning van de helikopter, de Nederlandse evacué als een Zweeds staatsburger, die inmiddels aan de groep was toegevoegd, zijn vastgehouden. Enkele dagen later zijn de twee evacués overgedragen aan de Nederlandse ambassade in de Libische hoofdstad Tripoli, vanwaar zij per vliegtuig naar Nederland zijn overgebracht. De drie bemanningsleden van de helikopter bleven vastgehouden. Op 11 maart 2011 zijn ook deze drie bemanningsleden vrijgelaten en overgedragen.

Bevindingen van de Commissie

De Commissie stelt vast dat de AIVD niet bij de voorbereiding en uitvoering van de evacuatiemissie betrokken is geweest. Zij richt zich hierna dus enkel op de MIVD.

De Commissie stelt vast dat de MIVD de gespannen situatie in Libië, sedert het uitbreken van de opstand aldaar, is gaan volgen. Regelmatig zijn producten uitgebracht waarin inlichtingen werden verstrekt over de actuele stand van zaken in Libië. Dit varieerde van algemene beschrijvingen betreffende de politieke stabiliteit van het land tot specifieke dreigingsanalyses over een bepaalde stad of regio ten behoeve van de krijgsmacht. Wat betreft deze dreigingsanalyses verdient het opmerking dat de MIVD vooral vraaggestuurd heeft geopereerd.

De Commissie constateert dat Hr. Ms. Tromp op zondag 27 februari om 14.18 uur2 een verzoek om inlichtingen heeft ingediend bij de MIVD aangaande een voorgenomen evacuatiemissie uit Sirte. Het bericht kwam enkele minuten later aan bij de MIVD.

Eerder was een soortgelijk verzoek gedaan met het oog op een mogelijk in Misrata uit te voeren evacuatiemissie. Op dat verzoek is door de MIVD uitgebreid geantwoord. Er werd ten aanzien van Misrata een dreigingsanalyse afgeleverd die betrekking had op de mogelijke inzet van een civiele boot waarmee Hr. Ms. Tromp met toestemming zou worden bereikt. Daarbij is onder meer aangegeven dat het ontbreken van toestemming van de Libische autoriteiten een dreigingsverhogende factor is.

In het verzoek van Hr. Ms. Tromp voor Sirte werd waardering uitgesproken over de verstrekte inlichtingen inzake Misrata en werd om soortgelijke inlichtingen gevraagd. Daarbij is in het bijzonder de aandacht gevraagd voor het punt van mogelijke landingsplaatsen voor een helikopter dan wel aanlegplaatsen voor rigid-hulled inflatable boats (RHIBS).

Het verzoek is binnengekomen via het beveiligde mailsysteem tussen de MIVD en Hr. Ms.Tromp. Buiten reguliere werkdagen is de MIVD beperkter bezet en vindt geen constante monitoring van de binnenkomende berichten plaats. Het is de Commissie niet gebleken dat de MIVD telefonisch of anderszins voorafgaand aan de evacuatiemissie op de hoogte is gebracht van het feit dat dit verzoek zou worden verstuurd en dat de beantwoording daarvan urgent was.

Enkele uren na het indienen van het verzoek, en zonder het antwoord van de MIVD af te wachten, is de evacuatiemissie vanaf Hr. Ms. Tromp ingezet. Blijkens de bijlage bij de gezamenlijke brief van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie aan de Tweede Kamer is het besluit om de evacuatiemissie uit te voeren genomen om 15.41 uur en vertrok de helikopter vanaf het dek van Hr. Ms. Tromp om 16.15 uur3.

Diezelfde dag rond 20.00 uur is de MIVD telefonisch door Defensie op de hoogte gesteld van het verzoek van Hr. Ms. Tromp. Op basis van dit telefonisch contact heeft de MIVD op 28 februari 2011 om 00.47 uur een antwoord verstuurd aan Hr. Ms. Tromp. De Commissie constateert dat op het moment dat het verzoek door de MIVD werd beantwoord de evacuatiemissie reeds was mislukt. Op 28 februari 2011 om 07.02 uur heeft de MIVD kennisgenomen van het op 27 februari 2011 om 14.18 uur door Hr. Ms. Tromp verstuurde verzoek om inlichtingen, dat op basis van eerder genoemd telefonisch contact reeds op 28 februari 2011 om 00.47 uur was beantwoord.

De Commissie concludeert dat de door de MIVD als antwoord op het verzoek verstrekte inlichtingen betreffende een mogelijke evacuatiemissie uit Sirte niet van invloed is geweest op de voorbereiding en uitvoering van die evacuatiemissie.

De Commissie verzoekt u deze brief zo spoedig mogelijk door te geleiden aan de Tweede Kamer.

Hoogachtend,

Voorzitter CTIVD,

A. H. van Delden

Secretaris CTIVD,

N. Verhoeven


X Noot
1

Ook wel genoemd Sirt, Syrthe of Surt.

X Noot
2

Alle tijdsaanduidingen zijn weergegeven in Nederlandse tijd.

X Noot
3

Brief van 21 maart 2011 met kenmerk DVB/CV/085/11 (bijlage), p. 7.

Naar boven