32 706 Beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2011

Tijdens het algemeen overleg over de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD’s) op 22 maart jl. heb ik toegezegd de Kamer nadere informatie te sturen over de additionele kosten van inzet van twee militaire beveiligingsteams voor maritieme transporten. De additionele kosten voor de overheid van deze inzetten worden zoals vermeld in de brief van 15 maart jl. (kamerstuk 32 706, nr. 1) geraamd op 800 000 euro. Deze raming is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • De reder draagt de kosten voor het verblijf van de VPD’s en de kosten voor de medische faciliteiten aan boord. Deze kosten worden geraamd op 100 000 euro per transport en dienen voor een overzicht van de totale additionele kosten dus te worden opgeteld bij de 800 000 euro die de overheid voor rekening neemt;

  • Voor het eerste transport worden dertig militairen ingezet, voor het tweede transport twintig;

  • Bij het eerste transport hebben de uitgezonden militairen recht op dertien dagen uitzendtoelage, bij het tweede transport op twintig dagen.

De additionele kosten voor de overheid bestaan voor het grootste deel uit de transportkosten (586 000 euro) voor het in- en uitvliegen van de teams en hun materieel met militair luchttransport. Hieronder vindt u per inzet een specificatie van de geraamde kosten.

Kostenpost

Transport 1

(Mumbai-Dubai)

Transport 2

(Singapore-Djibouti)

Totaal

Omvang VPD (personen)

30

20

 

Inzetduur VPD (dagen)

13

20

 

Toelagen personeel

€ 49 000

€ 50 000

€ 99 000

Transportkosten

€ 121 000

€ 465 000

€ 586 000

Overig/onvoorzien

€ 55 000

€ 60 000

€ 115 000

TOTAAL

€ 225 000

€ 575 000

€ 800 000

Voor het invliegen van de militairen ten behoeve van het eerste transport kan deels gebruik worden gemaakt van de reguliere defensievluchten naar de Verenigde Arabische Emiraten voor ISAF. In de raming zijn de aanvullende kosten voor de KDC-10 vlucht van de VAE naar India en terug opgenomen. Voor het tweede transport kan geen gebruik worden gemaakt van de reguliere defensievluchten naar de VAE. Daarom worden de militairen vanuit Nederland met een KDC-10 naar Singapore ingevlogen. In bovenstaande raming is ervan uitgegaan dat het VPD bij het tweede transport in Djibouti van boord zou gaan. Op 16 maart heb ik de Kamer echter geïnformeerd dat dit VPD tot Suez aan boord zal blijven (kenmerk BS/2011008581). Vanwege de mogelijkheid het personeel civiel terug te vliegen van Suez naar Nederland kan de gewijzigde inzet binnen de oorspronkelijke raming worden opgevangen. Het materieel zal onder bewaking van Nederlands personeel aan boord van het schip blijven en na aankomst van het schip in Engeland van boord worden gehaald.

Onder de kostenpost overig/onvoorzien vallen onder meer de kosten voor telecommunicatie, materieelverbruik, leges en vergunningen.

In de toegezegde evaluatie van deze beide inzetten zal ik de Kamer informeren over de kostenrealisatie.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven