32 706 Beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2012

In het algemeen overleg over piraterijbestrijding van 23 juni jl. (Kamer 32 706, nr. 15) is afgesproken de Kamer driemaandelijks achteraf te informeren over de inzet van VPD’s aan boord van zeer kwetsbaar zeetransport (Kamerstuk 32 706, nr. 15). In september heb ik u de eerste driemaandelijkse rapportage gestuurd (Kamerstuk 32 706, nr. 16). Met deze brief informeer ik u over de aanvragen en de inzet van VPD’s in de maanden september, oktober en november 2011.

Er zijn de afgelopen drie maanden 31 aanvragen voor preventieve bijstand ontvangen. Daarvan kwamen er twintig via het Nederlandse Kustwachtcentrum binnen en elf via de maritieme autoriteit van Curaçao. Zes andere aanvragen voor preventieve bijstand dateerden van voor september maar betroffen wel de rapportageperiode in deze brief. Van de in totaal 37 aanvragen zijn er zeven door de reders ingetrokken1. De overige 30 aanvragen zijn door de betrokken departementen getoetst volgens het draaiboek «behandeling bijstandsaanvragen bij piraterij en gewapende overvallen op zee» van Nederland respectievelijk Curaçao. Vrijwel alle aanvragen voor preventieve bijstand voldeden aan de criteria in het draaiboek. Eén aanvraag voldeed niet omdat het desbetreffende zeetransport niet onder Koninkrijksvlag voer.

De 29 aanvragen zijn aanvullend getoetst aan de criteria van het beleidskader VPD. Dertien aanvragen kwamen in aanmerking voor de inzet van een VPD. Zestien2 aanvragen werden afgewezen omdat de tijd tussen de ontvangst van de aanvraag en de werkelijke inzet van het VPD te kort was3 of omdat het zeetransport niet kon worden aangemerkt als zeer kwetsbaar gezien het actuele dreigingsbeeld en de beoogde route.

In de rapportageperiode zijn vier VPD’s ingezet. Voor overige goedgekeurde aanvragen zijn de voorbereidingen gaande of is de uitvoering voorzien voor de komende rapportageperiode.

Deze tabel geeft weer welke VPD-inzetten in de rapportageperiode zijn uitgevoerd.

Schip

Van

Naar

Data

Transshelf

Singapore

Sjarjah

17 sep–29 sep

Mighty Servant 3

Singapore

Sjarjah

6 okt–18 okt

Discovery

Singapore

Malta

7 nov–2 dec

Transshelf

Sjarjah

Mauritius

20 nov–1 dec

De inzet van deze VPD’s is zonder incidenten verlopen. Er is geen contact geweest met piraten. De werkwijze en de samenstelling van de VPD’s zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode niet gewijzigd.

Voor de inzet van de twee VPD’s in september en oktober was € 600 000 geraamd. De werkelijke uitgaven voor de inzet bedroegen € 521 000. Aan de reders is hiervoor conform de bestaande regeling in totaal € 400 000 in rekening gebracht. De raming voor de inzet van de twee VPD’s in november is € 420 000. Omdat de financiële afhandeling van de inzet van de VPD’s in november nog niet is voltooid, zijn de werkelijke uitgaven nog niet bekend.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen


X Noot
1

Drie Nederlandse aanvragen en vier Curaçaose aanvragen zijn door de reder ingetrokken.

X Noot
2

Eén aanvraag is afgewezen op basis van de route Lagos–Mexico.

X Noot
3

Om een beter beeld te krijgen van de totale bijstandsbehoefte van de reders heeft Defensie verzocht ook bij een korte aanvraagtijd een aanvraag in te dienen.

Naar boven