32 706 Beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2012

In de kabinetsreactie op het rapport Geweldsmonopolie en piraterij van de commissie-De Wijkerslooth schrijft de regering de haalbaarheid van de inzet van reservisten of tijdelijk gemilitariseerde particuliere beveiligers voor VPD’s te willen onderzoeken en de Kamer hierover te zullen informeren (kamerstuk 32 706, nr. 19). Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.

Alvorens antwoord te geven op de haalbaarheidsvraag worden eerst relevante uitgangspunten beschreven. Daarna worden de operationele, personele en financiële gevolgen van de inzet van reservisten of tijdelijke militairen voor VPD’s geschetst.

Uitgangspunten

Huidige inzet van VPD’s

De huidige VPD-inzet vereist een hoge mate van flexibiliteit van de betrokken militairen. De termijn waarop een team wordt ingezet varieert van enkele dagen tot enkele weken. Vertrek- en aankomstdatums wijzigen regelmatig. Om de beschikbare VPD-capaciteit zo doelmatig mogelijk in te zetten, tracht Defensie de inzet van teams zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten. De uitzendduur van de inzet van een VPD-team is daarom niet altijd van tevoren bekend of te bepalen.

Inzet van reservisten

Reservisten hebben doorgaans een dienstbetrekking bij een civiele werkgever en hun inzet is alleen mogelijk op basis van dubbele vrijwilligheid; zowel de reservist als de werkgever van de reservist moet instemmen met de inzet. De gemiddelde inzetduur van een VPD is drie weken. Rekening houdend met het opwerkprogramma, wijzigingen van de vertrek- en aankomstdatum van het zeetransport en vertragingen onderweg, zal een reservist voor een periode van ten minste acht weken beschikbaar moeten zijn voor een VPD-inzet van drie weken. Als hetzelfde VPD-team aaneengesloten wordt ingezet op verschillende schepen, zal de periode van inzet langer zijn. Hierover maakt de reservist zelf afspraken met zijn werkgever.

Aanstelling van burgers als tijdelijke militair

Tijdelijke militairen hebben de status van beroepsmilitair en worden aangesteld bij het beroepspersoneel met toepassing van artikel 11 van het algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR). Het tijdelijk aanstellen als militair is toegestaan als zijn deskundigheid niet al bij het in werkelijke dienst verblijvend personeel beschikbaar is1. In de memorie van toelichting op het artikel staat dat de tijdelijke aanstelling niet mag worden beschouwd als een vorm van aanstelling die dient voor de reguliere personeelsvoorziening van de krijgsmacht. Het tijdelijk aanstellen voor een beveiligingstaak voldoet niet aan dit criterium. Voor de inzet van tijdelijke militairen voor VPD’s is dan ook een beleidswijziging nodig.

Status van militairen

Reservisten die in werkelijke dienst worden geroepen en burgers die tijdelijk als militair worden aangesteld zijn militair in werkelijke dienst en hebben dezelfde status als beroepsmilitairen. Eenmaal in werkelijke dienst zijn er tussen beroepsmilitairen, reservisten en tijdelijke militairen geen verschillen meer.

Gevolgen

Operationele gevolgen

De initiële opleiding en training voor de inzet in een VPD bedraagt ongeveer zes weken, uitgaande van een basis getraindheid. Naarmate reservisten en tijdelijke militairen vaker worden ingezet, zal de benodigde tijd voor opleiding en training afnemen. Het opleiden van reservisten en tijdelijke militairen zorgt voor een extra beslaglegging op instructeurs, trainingsmiddelen en oefengebieden. Hierin is binnen Defensie niet voorzien.

Personele gevolgen

Reservisten die in werkelijke dienst worden geroepen en burgers die tijdelijk als militair worden aangesteld moeten beschikken over een verklaring van geen bezwaar van de minister van Defensie. Verouderde verklaringen van geen bezwaar van reservisten moeten door de MIVD worden geactualiseerd. Voor tijdelijke militairen stelt de MIVD altijd een veiligheidsonderzoek in, óók als de desbetreffende persoon eerder als tijdelijke militair aangesteld is geweest. De MIVD is wettelijk gehouden aan een maximale termijn van acht weken voor een veiligheidsonderzoek en in de praktijk blijkt die tijd ook nodig te zijn.

De nazorg van reservisten en tijdelijke militairen is gelijk aan de nazorg van reguliere beroepsmilitairen. Na een inzetperiode van meer dan 30 dagen volgt een terugkeergesprek met een geestelijk verzorger, een psycholoog of een maatschappelijk werker. Omdat de gemiddelde inzetduur van een VPD minder dan 30 dagen is, volgt er doorgaans geen terugkeergesprek. Als aanvullende nazorg van een reservist of tijdelijke militair nodig is, zal Defensie het nazorgtraject moeten voortzetten na beëindiging van de opkomst in werkelijke dienst of na beëindiging van de aanstelling als tijdelijke militair.

De invaliditeits- en aansprakelijkheidsregelingen zijn voor reservisten, tijdelijke militairen en beroepsmilitairen gelijk. Afwijkend is dat bij reservisten en tijdelijke militairen de pensioengrondslag berust op het civiele inkomen van de reservist of tijdelijke militair, tenzij de militaire inkomsten een hogere grondslag opleveren. De werkgever van de reservist of tijdelijke militair die als gevolg van een calamiteit zijn werk niet meer kan uitvoeren, wordt in beginsel niet gecompenseerd. Wel zal Defensie bij een dienstgerelateerde calamiteit in overleg met de civiele werkgever de re-integratie van de desbetreffende reservist of tijdelijke militair ondersteunen.

Financiële gevolgen

Het opleiden en trainen van reservisten en tijdelijke militairen vereist aanvullende middelen en instructiecapaciteit. In de defensiebegroting van 2012 is daarmee geen rekening gehouden.

De reservist of tijdelijke militair wordt voor het verrichten van werkzaamheden voor een bepaalde periode opgeroepen of aangesteld in werkelijke dienst. Voor die werkzaamheden ontvangt hij salaris dat gelijk is aan dat van de beroepsmilitair in gelijke rang. Ook heeft hij bij uitzending dezelfde financiële aanspraken als een beroepsmilitair. De werkgever van de reservist kan een tegemoetkoming van € 50,- per werkdag aanvragen als de reservist voor een onafgebroken periode van ten minste drie maanden is uitgezonden.

Haalbaarheid

Een doelgerichte en doelmatige inzet van VPD’s is van belang om aan de bijstandsvraag van de reders te kunnen blijven voldoen. Indien een uitbreiding op de thans voorziene VPD-capaciteit nodig blijkt, zal ik binnen de defensieorganisatie alternatieve mogelijkheden bezien. Ondanks de belemmering van de dubbele vrijwilligheid, beschouw ik de inzet van reservisten als een mogelijkheid om zo nodig de VPD-capaciteit verder uit te breiden.

Hoewel er geen wettelijke beperkingen zijn, acht ik de inzet van burgers als tijdelijke militairen voor VPD’s onwerkbaar. Er gaat veel tijd verloren aan de uitvoering van de benodigde veiligheidsonderzoeken door de MIVD, waardoor de benodigde flexibiliteit voor de inzet ontbreekt.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen


X Noot
1

AMAR: Artikel 1 eerste lid: «Wegens en voor de duur van de vervulling van een functie die niet door reeds in werkelijke dienst verblijvende militairen kan worden vervuld, kan in bijzondere gevallen tijdelijke aanstelling als militair bij het beroepspersoneel plaatsvinden».

Naar boven