32 706 Beveiliging zeevaartroutes tegen piraterij

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2011

In het algemeen overleg van 22 maart 2011 over piraterijbestrijding (kamerstuk 32 706, nr. 6) is uw Kamer nadere informatie toegezegd over de inzet voor de bestrijding van piraterij en de stabilisering van Somalië. Deze toezegging is herhaald tijdens het algemeen overleg van 15 juni over de artikel 100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan piraterijbestrijding. In deze brief ga ik, mede namens de minister van Defensie, in op deze toezegging.

In de regeringsreactie op het AIV-advies «Piraterijbestrijding op zee. Een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden» (Kamerstuk 32 706, nr. 5, 1 april 2011) en de artikel 100-brief (Kamerstuk 29 521, nr. 168, 1 juni 2011) wordt reeds ingegaan op de aanpak die gehanteerd wordt bij de bestrijding van piraterij.

De komende tijd zal worden verkend of er verdere mogelijkheden zijn ten aanzien van inzet in de regio. Hierbij zullen de bevindingen naar aanleiding van mijn bezoek aan Somaliland en de recente aanbevelingen van de Conflict Research Unit van het instituut Clingendael, waar reeds naar verwezen wordt in de brief van 15 juni jl. over dit bezoek, worden meegewogen. Tevens zal de rol van diverse actoren, ook in EU-verband, ten aanzien van de Hoorn van Afrika worden bezien. De regering zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van deze verkenning.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Naar boven