Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2022
Bij het Wetgevingsoverleg Water van 21 november jl. is de motie-Beckerman c.s. ingediend
(Kamerstuk 36 200 XII, nr. 17). Tijdens het debat is aangegeven dat de Kamer nog voor de stemming een appreciatie
van de motie zou ontvangen, aangezien deze motie betrekking had op het terrein van
de Minister van Justitie en Veiligheid.
Mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid (JenV) en Economische Zaken en
Klimaat (EZK) zou ik de indieners willen verzoeken de motie aan te houden tot het
commissiedebat Crisisbeheersing en Brandweerzorg van 1 februari a.s., waar de schadeafhandeling
in Limburg ook onderwerp van debat is.
Met betrekking tot de motie wordt opgemerkt dat de overheid zich inspant en alles
op alles zet om dit kalenderjaar nog zoveel mogelijk zaken van gedupeerden af te ronden.
Uitgangspunt bij de afhandeling van de schademeldingen is dat er een balans wordt
gezocht tussen de menselijke maat, zorgvuldigheid en snelheid. De afhandeling van
de schademeldingen kan niet altijd met de gewenste snelheid plaatsvinden mede vanwege
voor de overheid niet-beïnvloedbare factoren.
Zo is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in een aantal zaken nog in afwachting
van informatie van gedupeerden. Ook kan een melding pas in behandeling worden genomen
als er een definitief besluit is over de verzekeringsuitkering. Sommige gedupeerden
zijn nog in afwachting van een offerte van een aannemer waardoor de afhandeling vertraging
oploopt. Verder kan er sprake zijn van juridische procedures die de benodigde tijd
in beslag nemen. Daarnaast zijn er nog andere, lopende regelingen, op grond waarvan
gedupeerden in aanmerking kunnen komen voor de tegemoetkoming van de schade. Hierbij
kan onder meer gedacht worden aan de subsidieregeling voor ondernemers voor geleden
omzetschade die door de provincie Limburg is opgesteld. Deze is onlangs, op 24 oktober
jl., opengesteld.
Hoewel de overheid zich inspant om zoveel mogelijk zaken van gedupeerden nog dit jaar
af te doen, kan echter niet, zoals de motie vraagt, worden gegarandeerd dat de schadeloosstelling
nog dit jaar wordt afgerond. De Ministeries van JenV en EZK blijven met de RVO, de
betrokken andere departementen én de regio in gesprek over de voortgang van de afhandeling
van de schade.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers