32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2021

Hierbij bied ik u de 20e Voortgangsrapportage (VGR20) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

In het HWBP-2 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid rekening houdend met de inpassing van de primaire dijk- en kustverbeteringen in de omgeving.

Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Dijken zijn de dragers van ons landschap. Bodemdaling en klimaatverandering hebben grote invloed op de Nederlandse Delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen, versterken en onderhouden van dijken is daarom nooit klaar. Nieuwe projecten vallen niet meer onder het HWBP-2, maar onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 19e Voortgangsrapportage

Planning

Zoals eerder is verantwoord voldoen 85 van de 87 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Op dit moment bevinden de twee nog niet opgeleverde projecten zich in de realisatiefase. Het betreft hier de projecten Eemdijken en Zuidelijke Randmeren en Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam. Voor het project Waddenzeedijk Friese Kust, dat wel al is opgeleverd, dienen nog herstelwerkzaamheden uitgevoerd te worden.

De oplevering van het gehele HWBP-2 programma was voorzien eind 2022. Het is duidelijk dat het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam vertraging oploopt. Hiermee schuift de oplevering van het totale programma HWBP-2 op. Graag verwijs ik voor nadere informatie hierover naar de passage «Ontwikkelingen na de verslagperiode»

Voortgang

Project Eemdijk en Zuidelijke Randmeren

Bij het project Eemdijk en Zuidelijke Randmeren wordt momenteel de toegepaste thermisch gereinigde grond, die gebruikt is bij het versterken van het deeltraject Westdijk afgegraven. In 2017 bleek dit materiaal verontreinigd, waarna besloten is de thermisch gereinigde grond volledig af te graven en te vervangen door schone grond. Naar verwachting is in november van 2021 al het vervuilde materiaal volledig verwijderd. Afrondende werkzaamheden lopen door tot in het eerste half jaar van 2022. Het waterschap gaat conform de vereisten in de subsidieregeling de kosten van het herstel trachten te verhalen op de aannemer.

Project Waddenzeedijk Friese Kust

Zoals in eerdere voortgangsrapportages gemeld, is er onderzoek gedaan naar de bestendigheid van nieuwe verlijming bij het project Waddenzeedijk Friese Kust (elastocoast) gedurende het stormseizoen 2018 – 2019. De resultaten zijn geanalyseerd en er zijn scenario’s uitgewerkt voor de vervolgstappen. Zodra het waterschap een besluit heeft genomen omtrent de te nemen vervolgstappen, zal ik u hierover nader informeren middels de VGR.

Risico’s

Voor de risico’s van het HWBP-2 worden risicoreserveringen aangehouden op zowel project- als programmaniveau.

De totale financiële waarde van de risico’s op programmaniveau zijn ongewijzigd gebleven en bedragen € 48 miljoen. Dit is exclusief de in het toetsproces lopende risico’s van het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam.

De totale financiële waarde van de risico’s op projectniveau is in de rapportageperiode ongewijzigd ten opzichte van de VGR19. Deze risicoreservering bedraagt op 30 juni 2021 € 76 miljoen.

Financiën

Het actuele programmabudget is in de huidige verslagperiode ongewijzigd en bedraagt op peildatum 30 juni 2021 € 2.675 miljoen (was € 2.675 miljoen).

De actuele programmaraming is in de huidige verslagperiode met € 1 miljoen afgenomen en bedraagt op peildatum 30 juni 2021 € 2.689 miljoen (was € 2.690 miljoen). De afname wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de actualisering van projectramingen, berekening programma-onvoorzien en projectafrekeningen.

Het verschil tussen de programmaraming en het programmabudget bedraagt aan het einde van de verslagperiode € 14 miljoen (VGR19 € 15 miljoen). Daarmee blijft de spanning tussen programmaraming en programmabudget gedurende de realisatieperiode van het programma nog binnen de bandbreedte van de post onbenoemd onvoorzien van de risicoreservering (€ 33 miljoen) waarover u in eerdere VGR’s bent geïnformeerd. Ten aanzien van de financiën en mogelijke risico’s hebben zich er na de verslagperiode nog enkele grotere wijzigingen voorgedaan. Hiervoor verwijs ik naar nadere informatie hierover in de onderstaande passage «Ontwikkelingen na de verslagperiode».

Scope

In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.

Ontwikkelingen na de verslagperiode

Project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft voor het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam ingeschatte meerkosten van circa € 130 miljoen gerapporteerd en een verschuiving van de voorziene einddatum naar eind 2027 (excl.de meerkosten voor Durgerdam, PFAS en Corona). Voor een deel van de door HHNK gerapporteerde meerkosten van circa € 130 miljoen is het toetsproces afgerond zoals bijvoorbeeld voor de kosten van de aanvullende vergunningsvoorwaarden voor de voorziene aanleg van vaargeulen en steenbekleding. Voor een groter deel van de door HHNK gerapporteerde meerkosten, zoals de consequenties in tijd en geld door de lange doorlooptijd van en de beperkingen voor de werkzaamheden tijdens de Raad van State procedure, heeft HHNK nog geen passende onderbouwing aangeleverd. Het Hoogheemraadschap en de programmadirectie HWBP zijn met elkaar in gesprek over deze complexe dossiers. Het is op dit moment nog onzeker of de aanvullende subsidie voor de ingeschatte meerkosten nog (geheel) in 2021 verleend kan worden of dat dit alleen lukt voor de dossiers waarvoor het toetsproces inmiddels is afgerond.

Aanvullend op de gemelde ontwikkelingen omtrent PFAS in de VGR kan gemeld worden dat inmiddels alle bevoegde gezagen ingestemd hebben met het voorstel van het project inzake de specifieke invulling van de zorgplicht van artikel 7 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). De voorgestelde oplossing is milieuhygiënisch onderbouwd en verantwoord en past binnen de ruimte die het Tijdelijk Handelingskader biedt voor maatwerkoplossingen. Het Hoogheemraadschap dient inzichtelijk te maken wat de mogelijke consequenties zijn voor de planning en de kosten met betrekking tot deze project specifieke invulling.

Project Kinderdijk-Schoonhovenseveer

Vanaf 2015 zijn tijdens de uitvoering van het werk tussen het waterschap Rivierenland en de aannemerscombinatie geschillen ontstaan over de financiële afwikkeling van het project. Er spelen meerdere geschilpunten over onder andere het overeengekomen opslagpercentage, het referentieontwerp diepwanden, de steenbekleding, de barretten en de voorfinanciering. Op alle geschilpunten heeft de rechtbank op 25 augustus 2021 het waterschap in het gelijk gesteld. Tegen deze uitspraak staan nog beroepsmogelijkheden open.

Financiële ontwikkelingen na verslagperiode

Zoals in de VGR is aangegeven, bedraagt de spanning tussen de programmaraming en het beschikbare programmabudget momenteel € 14 miljoen. Hierin zijn de eventuele meerkosten voor het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam nog niet meegenomen. Deze eventuele meerkosten zullen gezien de inschatting hoogstwaarschijnlijk niet binnen het programma HWBP-2 kunnen worden opgevangen. Na de verslagperiode heeft hier conform eerdere toegelichte werkwijze een budgetoverheveling van € 120 miljoen plaatsgevonden vanuit het budget voor het meerjarenprogramma HWBP en de investeringsruimte van het Deltafonds naar het programmabudget van het HWBP-2. Deze verwerking is identiek aan de wijze hoe bij eerdere budgetvrijvallen uit het HBWP-2 (in totaal € 572 miljoen) hiermee in omgekeerde wijze is omgegaan. Uiteraard zullen uiteindelijke meevallers bij het afronden van het HWBP-2 programma weer via dezelfde verdeelsleutel verrekend worden. Met deze budgetschuif is alvast een voorziening getroffen voor de eventuele meerkosten voor de herbeschikking van het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam. De hoogte van de toekenning is afhankelijk van het resultaat uit het toetsproces. De begrotingstechnische verwerking hiervan is na de verslagperiode doorgevoerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven