32 693 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen met betrekking tot de één-locatie-eis en de terugbetalingsplicht kinderopvangtoeslag voor ouders over het kalenderjaar 2010

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 3 maart 2011, aangeboden aan de Koningin door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 september 2010, nr. 10.002680, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,mijn ambtsvoorganger op het beleidsterrein van de kinderopvang, te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 13 oktober 2010, nr. W05.10.0468/I, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De redactionele opmerkingen van de Afdeling zijn overgenomen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt enkele verduidelijkingen aan te brengen in het wetsvoorstel. Ten eerste is verduidelijkt dat de eis dat een gastouder in het bezit dient te zijn van een verklaring omtrent het gedrag onverkort blijft gelden als voorwaarde voor aanspraak van de vraagouder voor kinderopvangtoeslag. Dit vloeit ook voort uit de motie van mevrouw Van Gent c.s. (Kamerstukken II 2009/10, 31 874, nr. 74) die immers betrekking heeft op níeuwe eisen voor opname in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Dat gastouders in het bezit moeten zijn van een verklaring omtrent het gedrag, is een eis die reeds gold voor 1 januari 2010.

Voorts worden de voorwaarden geëxpliciteerd waaronder een niet geregistreerde locatie tijdelijk gelijk wordt gesteld met een wél geregistreerde locatie wat de aanspraak op kinderopvangtoeslag betreft.

Tot slot is in het wetsvoorstel expliciet bepaald welke artikelen betreffende toezicht en handhaving van toepassing zijn op de gelijkgestelde locaties waar een gastouder kinderopvang verzorgt.

De memorie van toelichting is in verband met deze wijzigingen aangepast en verder zijn zowel in de wettekst als in de memorie van toelichting een aantal redactionele verbeteringen aangebracht.

Het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zijn tot slot nog aangepast in verband met de overgang van de verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein van de kinderopvang naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven