32 681 Evaluatie Wet toezicht op financiële verslaggeving

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2011

Op 1 januari 2007 is de Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) in werking getreden (kamerstukken 30 336). In de wet is vastgelegd dat drie jaar na het tijdstip van inwerkingtreding een verslag aan beide kamers der Staten-Generaal over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de Autoriteit Financiële Markten in het kader van de uitvoering van deze wet wordt gezonden. In de zomer van 2010 heb ik aan de Universiteit van Tilburg de opdracht tot het uitvoeren van het eerste evaluatieonderzoek van de Wtfv verstrekt. Bijgaand zend ik u het rapport waarin de bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd1. Ik zal dit in afschrift aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zenden.

De hoofdconclusies van het rapport zijn dat de Wtfv een positieve bijdrage heeft geleverd aan de kwaliteit van verslaggeving en dat het door de AFM uitgeoefende toezicht ondernemingen disciplineert IFRS correct toe te passen wat een gunstige uitwerking heeft op de kwaliteit van verslaggeving in Nederland. Volgens de onderzoekers staat het vast dat de AFM als toezichthouder op verslaggeving een zeer nuttige rol vervult. In het rapport wordt een aantal suggesties gedaan waarmee de doeltreffendheid van het toezicht door de AFM kan worden vergroot. Daarnaast wordt een tweetal wetswijzigingen wenselijk geacht.

Bij brief van 4 februari 2011 (2011Z02255/2011D05682) heeft de commissie voor Financiën verzocht om mijn integrale visie op het functioneren van de accountancy in de controlepraktijk. Bij brief van 17 februari 2011 (2011Z03328/2011D08357) heeft de commissie voor Financiën verzocht om mijn reactie op de initiatiefnota van het lid Plasterk «De accountancy na de crisis». Beide verzoeken liggen zowel op het terrein van de accountancy (Wet toezicht accountantsorganisaties) als op het terrein van het toezicht op de financiële verslaggeving (Wtfv). Met het oog op deze verwevenheid zal ik u de beleidsmatige reactie op onderhavig evaluatieonderzoek vergezeld doen gaan van de verzochte visie op accountancy. Ik zal hierin tevens de reactie op de initiatiefnota van het lid Plasterk betrekken. De gecombineerde reactie zal ik u in het vroege voorjaar doen toekomen.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven