Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32671-(R1935) nr. A;1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32671-(R1935) nr. A;1 |
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 2 maart 2011.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers van Aruba te kennen worden gegeven uiterlijk op 1 april 2011.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2011
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het voornemen tot opzegging voor Aruba van het op 9 juli 1948 te San Francisco tot stand gekomen Verdrag betreffende de nachtarbeid van vrouwen in de nijverheid werkzaam, 1948 (Verdrag Nr. 89, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar eenendertigste zitting).
Een toelichtende nota bij dit voornemen tot opzegging treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor Aruba gevraagd.
Aan de Gouverneur van Aruba is verzocht hogergenoemde stukken op 2 maart 2011 over te leggen aan de Staten van Aruba.
De Gevolmachtigde Minister van Aruba is van deze overlegging in kennis gesteld.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
Inleiding
De Internationale Arbeidsconferentie (ILO) heeft tijdens haar eenendertigste zitting het Verdrag betreffende de nachtarbeid van vrouwen in de nijverheid werkzaam (Stb. 1949, 539; laatstelijk Trb. 2002, 74) aangenomen. Dit op 9 juli 1948 te San Francisco tot stand gekomen verdrag werd door het Land Aruba overgenomen in de nieuwe rechtsorde bij het verkrijgen van de status aparte (Trb. 1997, 172). Het Koninkrijk heeft het verdrag op 22 februari 2002 voor de Nederlandse Antillen opgezegd en het verdrag is vervolgens op 22 februari 2003 voor de Nederlandse Antillen buiten werking getreden (Trb. 2002, 74); voor Nederland is het verdrag, na opzegging, al op 26 februari 1973 buiten werking getreden (Trb. 1972, 74). Dit verdrag is ook opgezegd door alle EU landen die het verdrag hadden geratificeerd (behalve Slovenië).
Op grond van artikel 15 is opzegging van dit verdrag eerst mogelijk na tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding (27 februari 1951). Het tweede lid bepaalt dat een Lid, dat niet binnen een jaar na afloop van de tienjaarstermijn gebruik maakt van de mogelijkheid tot opzegging, wederom aan het verdrag gebonden is voor een periode van tien jaar. Op 27 februari 2011 loopt weer een tienjaarstermijn af. Dit houdt in dat Verdrag Nr. 89 kan worden opgezegd gedurende de periode 27 februari 2011 tot en met 26 februari 2012. Indien de regering van Aruba niet binnen deze termijn voor opzegging kiest, zal Aruba op grond van artikel 15, tweede lid, dus automatisch voor nog tenminste 10 jaar aan het verdrag gebonden zijn.
Opzegging voor Aruba
Het in de Arubaanse Staatsregeling in artikel I.1 neergelegde gelijkheidsbeginsel bevat een waarborg voor de burger dat een ieder in gelijke gevallen, gelijk behandeld wordt en dat discriminatie op welke grond dan ook niet is toegestaan.
Verdrag Nr. 89, dat vrouwen beoogt te beschermen tegen gevaarlijke beroepen en werkzaamheden gedurende de nachturen, maakt naar de mening van de regering van Aruba een ongerechtvaardigd onderscheid tussen mannen en vrouwen. Bovendien worden vrouwen door dit verbod benadeeld, daar zij van een deel van de arbeidsmarkt worden uitgesloten. Het is tevens van groot belang voor de Arubaanse arbeidsmarkt en economie, gezien de lage participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt, dat men geen extra drempels voor hen plaatst.
Het Land Aruba wenst niet langer partij te zijn bij Verdrag Nr. 89, omdat het Verdrag in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, dat een fundamenteel beginsel is voor onze rechtstaat. Ook verdragen zoals het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (het CEDAW-verdrag), het Verdrag inzake de rechten van de mens en artikel 1 van het Aanvullende Protocol bij het Europees Sociaal Handvest, waaraan Aruba is gebonden, eisen de nakoming van dit gelijkheidsbeginsel.
Wettelijk voldoet Aruba wel aan Verdrag Nr. 89, omdat het krachtens artikel 17 van de Arbeidsverordening aan vrouwen verboden is nachtarbeid te verrichten. Artikel 17 is echter een dode letter geworden, waardoor het verbod niet meer wordt afgedwongen. Een voorstel tot wijziging van de landsverordening, namelijk het schrappen van artikel 17, is in voorbereiding.
Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
Aangezien Verdrag Nr. 89, naar de mening van de regering van Aruba, met de genoemde verdragen in strijd is, wenst de regering van Aruba, nu weer een periode van tien jaar verstreken is, gebruik te maken van de op grond van artikel 15 van het verdrag geboden mogelijkheid om Verdrag Nr. 89 op te zeggen.
Consultatie sociale partners
Conform het vereiste van consultatie met vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisatie bij voornemens tot opzegging van verdragen krachtens artikel 5, onderdeel b, van het op 21 juni 1976 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende tripartiete raadplegingprocedures ter bevordering van de tenuitvoerlegging van internationale arbeidsnormen (Verdrag Nr. 144, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar eenenzestigste zitting; Trb. 1976, 177), is overleg gepleegd met de tripartiete overlegcommissie internationale aangelegenheden. De tripartiete overlegcommissie heeft zich met meerderheid van stemmen kunnen verenigen met het standpunt van de regering om Verdrag Nr. 89 op te zeggen. De overige leden waren niet aanwezig en hebben ook geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om hun standpunten (daarmee ook bezwaren) schriftelijk mede te delen.
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32671-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.