Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2015
Met deze brief informeer ik u zoals ik u heb toegezegd in mijn brief van 4 juni jl.2 over nieuwe stappen omtrent het besluitvormingsproces rond de EU PNR-richtlijn (Passenger
Name Record).
In mijn brief van 4 juni berichtte ik u over de mogelijkheid van spoedige stemming
over de EU PNR richtlijn in de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse
Zaken (LIBE) van het Europees parlement. In haar zitting van 15 juli jl. is het LIBE
tot oriënterende stemming gekomen op het voorstel van de Europese Commissie en de
Raad. De LIBE-commissie heeft het aangepaste rapport van rapporteur Kirkhope aangenomen
en heeft ingestemd met het mandaat om onderhandelingen met de Raad te beginnen3. Dit betekent dat de gebruikelijke triloog tussen het Europees parlement en de Raad
met de Europese Commissie kan starten.
Het LIBE-comité heeft haar rapport vastgesteld in reactie op het voorstel van de Commissie
van 20114. Ik constateer dat het Europees parlement onder meer wijzigingen voorstelt ten aanzien
van de reikwijdte van de richtlijn. Zo wordt voorgesteld 1) de doelbinding verder
in te perken tot zware transnationale criminaliteit, 2) de reikwijdte uit te breiden met het doel «ernstige bedreigingen
van de openbare veiligheid»; 3) af te zien van het verzamelen van gegevens van verkeer
binnen de Europese Unie, zogenaamd intra-EU verkeer, 4) de werkingssfeer uit te breiden
van de verstrekking van PNR-gegevens door uitsluitend luchtvaartmaatschappijen naar
eveneens commerciële ondernemingen, zoals reisbureaus en reisorganisatoren, en 5) een
prominente rol te geven aan Europol onder andere bij de samenwerking tussen de Europese
lidstaten. Verder worden onder meer voorstellen gedaan inzake de gegevensbescherming,
zoals a) een uitgewerkte normering voor het functioneren van de nationale passagiersinformatie
eenheid en b) een sterke rol voor een toezichthouder gegevensbescherming inclusief
de mogelijkheid tot het opleggen van sancties. Ook wordt voorgesteld een striktere
normering te verplichten bij gegevensuitwisseling in geval van een directe, acute
dreiging. Het is in dit bestek niet goed mogelijk om het uitgebreide rapport evenwichtig
samen te vatten.
Voor een volledig beeld verwijs ik u dan ook naar het rapport zelf.
Als voorzitter van de Raad van Ministers zal Luxemburg direct na het zomerreces de
onderhandelingen in de triloog gaan voeren. De algemene oriëntatie5 van de Raad van april 2012 inzake het Commissie voorstel van 2011 vormt het mandaat
voor de voorzitter voor deze onderhandelingen. De voorzitter zal de reactie van de
lidstaten op het rapport van het parlement formuleren in samenspraak met de lidstaten.
Dit gebeurt in de raadswerkgroep Genval (General affairs and evaluations) en – als
de voorzitter dat wenst – in de groep van JBZ-attachés van de permanente vertegenwoordigingen.
Als daartoe aanleiding is zullen onderwerpen worden voorgelegd aan het college van
permanente vertegenwoordigers (Coreper) en aan de JBZ-Raad. De voorzitter van de Raad
heeft een eerste overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de lidstaten in de raadswerkgroep
Genval op 24 juli jl. ter voorbereiding op de triloog.6 De eerste informele triloog is gepland op 4 september; deze is van technische aard.
Bij de inhoudelijke gesprekken houdt Nederland het standpunt7 aan zoals afgesproken met uw Kamer en benadrukt steeds de noodzaak van sterke waarborgen
van het recht op gegevensbescherming.
Zowel de Raad, als de Commissie en het parlement streven voor het einde van het jaar
tot afronding van de richtlijn te komen. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer actief informeren
over volgende stappen in het besluitvormingsproces.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur