Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2019
In oktober 2018, mei en juli 2019 bent u geïnformeerd over de stand van zaken van
het gezamenlijke project Zuidasdok van het Rijk, de gemeente Amsterdam, Vervoerregio
Amsterdam en de provincie Noord-Holland. In de brieven bent u geïnformeerd over de
vertraging van de herijkingsfase van het project en dat deze verder is opgelopen.
De afgelopen periode hebben rijk en regio hierover intensief bestuurlijk overleg gevoerd.
Bijgevoegd gaat de halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok over de periode 1 januari t/m
30 juni 20191. In deze brief informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat, over de actuele ontwikkelingen.
In de brief van 23 juli 20192 bent u geïnformeerd dat de gezamenlijke opdrachtgevers de wens uitgesproken hebben
om zo snel mogelijk de capaciteit van het station Amsterdam Zuid te verbeteren. In
de zomer en het najaar hebben diverse werkzaamheden op en rond station Zuid plaatsgevonden.
Deze werkzaamheden worden voortgezet. Het betreft met name diverse werkzaamheden voor
de nieuwe Brittenpassage zoals het inschuiven van spoordekken.
Voor het vervolg van het project hebben de gezamenlijke opdrachtgevers besloten tot
het voortzetten van de gesprekken met ZuidPlus onder leiding van Prof. Dr. Ir. Hertogh.
Ook is besloten tot het verstrekken van een opdracht aan een gezaghebbende derde om
een verkenning uit te voeren naar nut en noodzaak van de opgaven. Dit zowel vanuit
het perspectief ruimtelijke ordening als vervoer en transport, en naar mogelijke optimalisaties
en versoberingen. Ik ben verheugd u te kunnen meedelen dat Mw. Sybilla M. Dekker de
rol van onafhankelijke gezaghebbende derde heeft geaccepteerd. Sybilla Dekker is Minister
van Staat en oud Minister van VROM. Zij heeft een brede ervaring in de publieke sector
en daarnaast in het bedrijfsleven.
In eerdere halfjaarlijkse rapportages zijn de inzichten opgenomen rond de haalbaarheid
van de planning en de toereikendheid van het projectbudget. Naar aanleiding van de
lopende trajecten en de daarop volgende besluitvorming zijn de inzichten in planning
en financiën met onzekerheden omkleed. Als gevolg hiervan zijn er in deze halfjaarlijkse
rapportage geen nieuwe cijfers opgenomen.
Ik verwacht u in het eerste kwartaal 2020 te kunnen berichten over de uitkomsten van
beide trajecten. De gemeenteraad van Amsterdam, de Raad van de Vervoerregio Amsterdam
en provinciale staten ontvangen deze zelfde brief.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga