32 666 Wijziging van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt «Spoor in beweging»

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer op 1 juli 2011.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan wordt niet eerder gedaan dan op de door de minister aangegeven datum 27 september 2011.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2011

Ter voldoening aan artikel 61, vierde lid, van de Spoorwegwet en artikel 26 van de Wet BDU verkeer en vervoer bied ik u hierbij het ontwerpbesluit1 aan tot wijziging van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen, het Besluit BDU verkeer en vervoer, het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur, het Besluit inzamelen afvalstoffen, het Besluit personenvervoer 2000, het Besluit spoorverkeer en het Besluit spoorwegpersoneel 2011 in verband met de invoering van het adviesrecht voor gerechtigden, de wijziging van sanctionering en diverse andere technische wijzigingen ter uitvoering van het kabinetsstandpunt «Spoor in beweging».

Het besluit geeft uitvoering aan het wetsvoorstel tot wijziging van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt «Spoor in beweging» dat thans bij de Tweede Kamer in behandeling is (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 666, nr. 2).

Gelet op het reces van de beide kamers der Staten-Generaal van 1 juli 2011 tot en met 5 september 2011, loopt de voorhangtermijn tot en met 26 september 2011.

Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven