32 658 Tijdelijke wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bevoegdheid tot het treffen van bestuurlijke maatregelen

Nr. 20 MOTIE VAN HET LID DIJKGRAAF

Voorgesteld 16 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering met het aangekondigde vangstverbod geen ruimte biedt voor de vangst van jonge paling voor uitzet in schone gebieden of opkweek;

overwegende, dat de uitzet van jonge paling in schone gebieden een bijdrage kan leveren aan het herstel van de palingstand en hiervoor al projecten gestart en gesubsidieerd zijn;

overwegende, dat bij de vangst van jonge paling in verontreinigde gebieden en de uitzet van deze paling in schone gebieden of de opkweek in palingkwekerijen de normen voor dioxine en pcb's nauwelijks in het geding zijn;

overwegende, dat in het kader van het Aalbeheerplan door het voorgenomen vangstverbod ruimte kan worden geboden voor het (gedeeltelijk) opheffen van het periodieke vangstverbod en het beschikbaar stellen van vrijvallende compensatiegelden voor de vangst van jonge paling in verontreinigde gebieden en de uitzet in schone gebieden;

verzoekt de regering de noodzakelijke ontheffingen te verlenen voor de vangst van jonge paling en de uitzet of opkweek van deze jonge paling en in het kader van het Aalbeheerplan ruimte te zoeken voor financiering van deze projecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dijkgraaf

Naar boven