32 645 Kernenergie

Nr. 97 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2021

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft op 17 september jl. verzocht om informatie over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van motie van het lid Erkens c.s. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 864). In deze motie wordt het kabinet verzocht om zich in Europa samen met Frankrijk en andere lidstaten die zich inzetten voor kernenergie, op te trekken om kernenergie onderdeel van de taxonomie te laten zijn.

In lijn met de motie heb ik aansluiting gezocht bij de inzet van verschillende lidstaten, waaronder Frankrijk. Ik heb daarnaast voor de zomer in uw Kamer ook aangegeven dat ik, net als uw commissie, het gedegen wetenschappelijke proces steun dat de Europese Commissie volgt. Ik zal daarom in de samenwerking met Frankrijk en andere lidstaten uitvoering geven aan zowel motie van het lid Erkens als steun geven aan het volgen van het wetenschappelijke proces. Ik zal uw Kamer informeren over de uitwerking van de taxonomie voor kernenergie zodra de Europese Commissie uitsluitsel heeft gegeven. Dit is naar verwachting in het najaar. Hieronder vindt u nog een nadere toelichting op het proces dat de Commissie volgt voor de rol van kernenergie binnen de taxonomie.

De Europese Commissie heeft eerder aangegeven kernenergie toe te voegen aan de uitwerking van de taxonomie t.a.v. klimaatmitigatie indien het wetenschappelijke proces een positief resultaat kent. Eind maart is het deskundigenrapport van JRC (Joint Research Centre), dat positief oordeelde t.a.v. kernenergie in relatie tot de taxonomie, door de Europese Commissie ter beoordeling voorgelegd aan twee expertgroepen. Daarvan heeft begin juli één expertgroep (Groep experts onder artikel 31 van het Euratom Verdrag) een positieve review gegeven, terwijl de andere expertgroep (SCHEER – Scientific Committee on Health, Environmental and Emerging Risks) heeft aangegeven dat er naar haar mening op enkele onderdelen nog een aanvulling op het rapport nodig is.

De Europese Commissie heeft eveneens aangegeven na de zomer een beslissing te willen nemen over de taxonomie t.a.v. klimaatmitigatie. Een meerderheid van lidstaten heeft ervoor gezorgd dat de inwerkingtreding van de taxonomie zoals die er tot nu toe ligt met in ieder geval 2 maanden is uitgesteld. Dit is vooral omdat deze lidstaten de openstaande (en meer politieke) punten van de taxonomie, zoals kernenergie, aardgas, bosbouw en landbouw tegelijk wil behandelen met de andere onderwerpen in de taxonomie over klimaatmitigatie en -adaptatie.

Net als uw commissie, is het kabinet een voorstander van een technologie-neutrale taxonomie, waarin economische activiteiten aan de hand van wetenschappelijke criteria worden beoordeeld. Vanwege het belang van een spoedige invoering van de taxonomie was Nederland geen voorstander van uitstel van de taxonomie t.a.v. klimaatmitigatie en -adaptatie. Het doorkruisen van het wetenschappelijke proces kan schade toebrengen aan het vertrouwen van de markt in de taxonomie als instrument om groenwassen te voorkomen. Het kabinet is tevreden met het grondige wetenschappelijke proces dat de Europese Commissie heeft gevolgd om tot deze uitwerking te komen, net als met het algehele ambitieniveau1.

Nu uitstel echter wel het geval is biedt het de Europese Commissie en de door haar betrokken experts de mogelijkheid om te komen tot een afgewogen oordeel over kernenergie. De inhoud van het wetenschappelijke rapport van de JRC en het oordeel van de expertgroepen wijzen in de richting van opname van kernenergie in de taxonomie. Ik zal de Europese Commissie dan ook oproepen om zo spoedig mogelijk de uitwerking van de taxonomie voor kernenergie vrij te geven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 32 013, nr. 248.

Naar boven