32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 612 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2024

De Regeling tegemoetkoming energiekosten (TEK) was een tijdelijke regeling die bedoeld was om energie-intensieve ondernemers te helpen om de sterk toegenomen energieprijzen op te vangen die ontstonden als gevolg van de oorlog in Oekraïne. De TEK stond open tot en met 2 oktober 2023 waarbij subsidie kon worden aangevraagd met terugwerkende kracht voor de periode van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. De prijzen van gas en elektriciteit zijn in 2023 aanzienlijk gedaald. Dit leidt ertoe dat veel bedrijven die een voorschot hebben ontvangen, (een deel van) het voorschotbedrag moeten terugbetalen. In deze brief beschrijf ik de resultaten van de TEK en ga ik nader in op de terugvorderingen.

Achtergrond

De belangrijkste parameters van de TEK, zoals de maximale- en drempelprijs voor gas en elektriciteit (respectievelijk € 3,19 /€ 1,19 per m3 en € 0,95 / € 0,35 per kWh), zijn bepaald in het najaar van 2022 toen de energieprijzen erg hoog waren ten opzichte van de situatie van voor de oorlog in Oekraïne. In 2023 begonnen de energieprijzen te dalen, en deze lijn heeft zich gedurende het jaar voortgezet. Om ondernemers zo snel mogelijk te helpen, is tijdens het opstellen van de TEK bij de berekening van de subsidie uitgegaan van modelprijzen. Voor wat betreft het verbruik is uitgegaan van het standaardjaarverbruik (het verwachte verbruik van gas in m3) en de standaardjaarafname (de verwachte hoeveelheid afgenomen elektriciteit in kWh) voor 2023.

Het maximale subsidiebedrag werd berekend door uit te gaan van 50% van het verschil tussen de drempelprijs en de maximale energieprijs vermenigvuldigd met het betreffende verbruik (gas) of de betreffende afname (elektriciteit). Ondernemers hadden op basis van de TEK, in afwachting op de vaststelling van de subsidie in 2024, recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie. Bij de subsidieberekening is de energietoeslag van in totaal € 380 per kleinverbruik elektriciteitsaansluiting en het prijsplafond in mindering gebracht. Een deel van de ondernemers maakt namelijk aanspraak op beide regelingen die eveneens bedoeld waren om financiële verlichting te bieden als gevolg van de genoemde stijging van de energieprijzen.

Energieprijzen 2023

Voor de berekening van de gemiddelde energieprijzen in 2023 ten behoeve van de vaststelling van de subsidie, is uitgegaan van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zoals ook opgenomen in de regelingstekst. Op basis van de gegevens van het CBS die op 15 februari jl. zijn gepubliceerd, blijkt dat de gemiddelde gasprijs over dat jaar is uitgekomen op € 1,36 per m3 gas en € 0,36 per kWh elektriciteit. Aangezien deze prijzen aanmerkelijk lager zijn dan de maximale energieprijzen waarmee bij de aanvraag is gerekend, zal dit voor veel aanvragers van de TEK betekenen dat zij een deel of het volledige bedrag terug moeten betalen.

Resultaten TEK-regeling

Uit de methodiek van de TEK volgt dat voor de bepaling van het definitieve subsidiebedrag uitgegaan wordt van de gemiddelde energieprijs over 2023. Nu deze bedragen bekend zijn kan de balans worden opgemaakt van de uitkomsten van de regeling. Bij de opening van de TEK werd rekening gehouden met ongeveer 57.000 aanvragen. Uiteindelijk zijn er in totaal 10.864 aanvragen ingediend. De top vijf sectoren die TEK hebben aangevraagd zijn:

  • 1. Eet- en drinkgelegenheden (3.918)

  • 2. Sport en recreatie (1.624)

  • 3. Landbouw (1.330)

  • 4. Detailhandel waaronder bakkers (585)

  • 5. Wellness en overige dienstverlening (452)

Het totale bedrag aan verplichtingen bedraagt € 332 mln. Dit bedrag kan afhankelijk van juridische procedures nog veranderen. Hiervan is tot nu toe voor een totaalbedrag van ongeveer € 156 mln. aan voorschotten uitgekeerd. Het gemiddelde voorschotbedrag bedraagt circa € 19.000.

Als gevolg van de lagere energieprijzen blijkt dat 69% van de ondernemers een deel van het voorschot moet terugbetalen. Daarnaast geldt dat 26% van de ondernemers het voorschot geheel moet terugbetalen. Naar verwachting zullen ongeveer 200 bedrijven nagenoeg het maximale bedrag aan subsidie (i.c. € 160.000) ontvangen. Dit komt omdat zij een zeer hoog verbruik hebben. In de onderstaande tabel wordt nader inzicht gegeven in de terugvorderingen. De cijfers in de tabel zijn een prognose op basis van de gegevens die RVO tot haar beschikking heeft.

Type vaststelling

Aantal

%

Gem. voorschot

Gedeeltelijke terugbetaling

5.744

69%

€ 21.055

Gehele terugbetaling1

2.135

26%

€ 3.412

Vordering <€ 5002

138

2%

€ 1.447

Vaststelling op voorschot

148

2%

€ 139.459

Nabetaling

116

1%

€ 56.000

Totaal

8.281

100%

€ 18.785

X Noot
1

Alhoewel de modelprijzen hoger liggen dan de drempelprijzen, kan het voorkomen dat bedrijven het gehele voorschot terug moeten betalen. De reden hiervoor is dat bij de vaststelling van het definitieve subsidiebedrag gecorrigeerd wordt voor de energietoeslag en het prijsplafond die ondernemers hebben ontvangen.

X Noot
2

Voor deze groep is het verschil tussen het ontvangen voorschot en het verwachte vastgestelde subsidiebedrag kleiner dan € 500. In de regeling is opgenomen dat vorderingen van minder dan € 500 niet worden geïnd.

De terugvorderingen leiden ertoe dat het uiteindelijke budgettaire beslag van de TEK verder is afgenomen ten opzichte van de eerdere bijstelling in de zomer van 2023. Toen is de raming reeds aangepast van aanvankelijk tussen € 1,6 – 3,2 mld. naar netto € 230 mln. Op basis van energieprijzen over 2023 verwacht RVO dat na vaststelling van de subsidies de totale uitkering ongeveer € 60 mln. zal bedragen, op basis van € 156 mln. voorschotten, € 8 mln. nabetalingen en € 100 mln. vorderingen.

Terugvorderingen

Alhoewel de regeling in aanzet effectief is geweest als vangnet om het energie-intensieve mkb te helpen dan wel te beschermen tegen stijgende energieprijzen, blijkt achteraf wel dat een subsidie uiteindelijk onnodig is geweest voor het grootste gedeelte van energie-intensieve ondernemingen doordat de energieprijzen lager uitvielen. Dat de energieprijzen lager uitvielen is goed nieuws voor ondernemers die te maken kregen met minder hoge kosten dan verwacht. Tegelijkertijd betekent dat nu wel dat ondernemers geconfronteerd worden met terugbetalingen. Vanaf het begin van de TEK was wel bekend dat dit risico bestond. Ik ben hier bijvoorbeeld op ingegaan in de Kamerbrief van 9 februari 2023.1 Om dit risico zo klein mogelijk te houden, is daarom ook het voorschotpercentage aangepast van aanvankelijk 60% naar 35%, zoals toegelicht in de Kamerbrief van 20 maart 2023.2 Daarnaast heeft RVO in de beschikking vermeld dat het definitieve subsidiebedrag lager kan uitvallen, afhankelijk van de ontwikkeling van de energieprijzen in 2023. Verder heeft RVO alle TEK-ontvangers en branches verschillende brieven gestuurd waarin is gewezen op het terugvorderingsrisico. Dit is ook aangegeven op de website van RVO. Als gevolg van de prijsontwikkelingen hebben sommige bedrijven er daarom voor gekozen om geen TEK-subsidie aan te vragen. Zo wilden zij voorkomen dat ze achteraf een deel van de ontvangen voorschotten zouden moeten terugbetalen.

Betalingsmogelijkheden

Vanaf medio maart 2024 kunnen aanvragers een vaststellingsverzoek indienen. RVO verwacht dat de eerste beschikkingen aan deze aanvragers, met daarin een verzoek tot betaling kunnen worden gestuurd in de eerste week van april 2024. Om ondernemers zo goed mogelijk te helpen bij terugbetalingen, hanteert RVO ruime terugbetalingsmogelijkheden. Zo is het mogelijk om op gemakkelijke wijze via een digitaal formulier op de website een terugbetalingsregeling van twee tot drie jaar aan te vragen. In het geval dat niet voldoende is, vind ik het belangrijk dat in overleg met RVO ook naar goede maatwerkoplossingen wordt gezocht. Ook is het goed om te vermelden dat er geen terugvordering zal plaatsvinden in het geval van uitgekeerde voorschotten tot maximaal € 500. Ten slotte zal er geen rente wordt gerekend over de bedragen die wel terugbetaald moeten worden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Kamerstuk 32 637, nr. 531.

X Noot
2

Kamerstuk 32 637, nr. 557.

Naar boven