32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 513 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2022

Vraag ondernemers wat op dit moment hun grootste zorg is, en velen zullen de energierekening noemen. Direct gevolgd door een aantal andere zorgen, zoals personeelskrapte, ingewikkelde regelgeving en het hoge tempo van verduurzaming en digitalisering. De uitdagingen buitelen over elkaar heen, en er is toenemende schaarste in Nederland: aan fysieke ruimte voor bedrijven en woningen, aan goed personeel en talent voor de toekomst en ook aan ruimte voor natuur en milieu. Ondernemers zijn belangrijk voor ons land. Ze zijn de ziel van onze samenleving. Ze geven kleur aan onze binnensteden en voorzien ons van producten die we dagelijks gebruiken. Ze zijn de reden dat we een gewaardeerd exportland zijn. En niet te vergeten, ze zijn werkgever van heel veel mensen die in hun bedrijven dagelijks hun brood verdienen. Daarmee is het bedrijfsleven het fundament van onze economie en welvaart. Daar wordt het geld verdiend waarmee we onze sociale voorzieningen, onze wegen, de zorg en het onderwijs kunnen betalen. En het is de plek waar ons lef, ons innovatieve karakter, onze ondernemende houding, het meest voelbaar en zichtbaar is. Of het nu gaat om dat kleine bedrijf op de hoek van de straat of die grote onderneming die voor duizenden banen zorgt en wereldwijd bekend is. Die bedrijven moeten we houden, koesteren en aantrekken. Dus moeten we een land zijn waar een bedrijf graag gevestigd is. Ondernemers denken altijd vooruit, in oplossingen. Daarvoor moeten ze de ruimte hebben. Om te kunnen en te blijven investeren. In deze uiterst onzekere tijden hebben ondernemers daarom meer dan ooit behoefte aan onze waardering en steun. Aan een overheid die voorspelbaar is en perspectief geeft.

Het kabinet wil dat Nederland een van de meest fijne landen van de wereld is én blijft om te wonen, werken, leven en ondernemen. Nu en later. Daar hoort een sterk en concurrerend bedrijfsleven bij, ook over tien of twintig jaar. Bedrijven zorgen er door hun ondernemerschap en innovaties voor dat we als land ons welvaartsniveau kunnen behouden en versterken. En dat we de transities kunnen realiseren die nodig zijn. Wij vragen veel van ons bedrijfsleven. Terecht. Maar dat vraagt om goede randvoorwaarden, en om een daadkrachtige en voorspelbare overheid.

Van oudsher heeft Nederland internationaal een goede uitgangspositie: door de ligging, infrastructuur, internationale verbindingen, hoogopgeleide beroepsbevolking, gezonde leefomgeving, het fiscale klimaat en een stabiele overheid. Het vestigings- en ondernemingsklimaat staat echter onder toenemende druk. Een aantal oorzaken is internationaal van aard: denk aan de impact van de Russische oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen en schaarste van energie en grondstoffen in Europa. Andere knelpunten laten zich vooral voelen in Nederland, bijvoorbeeld de beperkte milieuruimte en de schaarste aan fysieke ruimte. Daarnaast zijn onze open economie en uitstekende (digitale) infrastructuur ook aantrekkelijk voor (drugs)criminelen, die bonafide ondernemingen op verschillende manieren onder druk kunnen zetten.

De druk is voelbaar in een tijd waarin een sterk en betrokken bedrijfsleven hard nodig is. Hoe houden we Nederland aantrekkelijk voor bedrijven om zich hier te vestigen en hier te blijven? We zitten midden in een aantal grote transities. De economie en maatschappij moeten verduurzamen1, digitaliseren en nog weerbaarder worden. Bedrijven zijn daarbij enorm belangrijk. Vanwege hun bijdrage aan die grote veranderingen – bedrijven brengen de innovaties die daarvoor nodig zijn – én vanwege de noodzaak om waar mogelijk ongewenste afhankelijkheden van essentiële producten en diensten te verminderen van andere landen buiten Europa (open strategische autonomie).2

Deze stapeling van uitdagingen en de urgentie ervan maakt dat het kabinet zeer gemotiveerd is om de aanpak van het ondernemingsklimaat, en als onderdeel daarvan ook het vestigingsklimaat, te vernieuwen. Daarbij wil ik de toon van het maatschappelijk debat veranderen. We mogen veel trotser zijn op de bedrijven en ondernemers in Nederland. Ik zie ze liever komen dan gaan. Ik sluit mijn ogen niet voor bedrijven die zich niet aan de regels houden of er alleen zijn voor de lusten, maar niet voor de lasten. Die pakken we aan. Maar ik sta vierkant achter al die ondernemers die dagelijks de schouders onder ons land zetten.

Nederland staat er goed voor qua internationale concurrentiepositie. Toch moeten we uiterst alert zijn en op basis van onze kracht keuzes maken die ons in de voorhoede houden. Niet om hoger op een lijstje te staan, maar vanwege onze welvaart én ons welzijn. We kijken daarom breder naar waar we in Nederland goed en aantrekkelijk in zijn. Dat versterken we. We moeten strategischer inzetten op wat ons onderscheidt; nu en in de toekomst.

We verzetten de bakens. Soms kan dat betrekkelijk eenvoudig. Door steeds kritisch te kijken wat goed is voor onze bedrijven. Scherp te zijn wanneer regels onnodig zijn of moeten worden aangepast. Ingewikkelde en tijdrovende procedures te stroomlijnen waar dat kan. Als overheid bereikbaar en benaderbaar zijn voor ondernemers. Tegelijkertijd ben ik realistisch. Versterking van het vestigings- en ondernemingsklimaat is een zaak van lange adem. Dit laat zich vergelijken met een groot schip; de koersverlegging gaat langzaam en vraagt om doelgerichte interventies. Een voorbeeld: het tekort aan (technisch) personeel speelt op dit moment in vrijwel alle sectoren. Daar is geen snelle oplossing voor. Dat geldt voor veel uitdagingen. Dit is voor mij eens te meer een reden om met ambitie aan het roer te staan.

Opbouw agenda

Met deze brief, die ik u mede namens de Staatssecretaris van Financiën stuur, stuur ik u in bijlage de strategische agenda van het kabinet om het ondernemingsklimaat te vernieuwen voor het hele bedrijfsleven, in al zijn diversiteit: grote bedrijven, mkb-bedrijven, startups en scale-ups. Ik bouw hiermee voort op mijn eerste brief van april 2022 over dit onderwerp.3 Daarnaast kom ik dit najaar met mijn visie op onze economie van de toekomst; daarin zal ik een breder perspectief schetsen van waar we als economie en als samenleving naartoe gaan en hoe we ons daarop moeten instellen.

De strategische agenda bestaat uit een drietal elementen:

  • 1) Acties om het inzicht in de ontwikkelingen van het ondernemingsklimaat te verdiepen;

  • 2) De strategische uitgangspunten voor de vernieuwing van het ondernemingsklimaat;

  • 3) De acties op de bepalende factoren van het ondernemingsklimaat. Ook hier is de beweging in gang gezet om de bakens te verzetten.

Onderstaande figuur geeft de strategische agenda schematisch weer. De uitwerking hiervan is als bijlage opgenomen.

Figuur 1. Strategische Agenda Ondernemingsklimaat in Nederland

Figuur 1. Strategische Agenda Ondernemingsklimaat in Nederland

Hoe verder?

Het ondernemingsklimaat is één van mijn speerpunten. Het raakt aan alle andere departementen die met hun dossiers relevant zijn voor bedrijven. De rode draad in de vernieuwing van het ondernemingsklimaat is dat we én de basis op orde moeten houden én ervoor kiezen om de focus te leggen op het stimuleren van bedrijfsactiviteiten die cruciaal zijn voor de transities en de weerbaarbaarheid van de economie. Met het maken van deze keuzes staan we aan het begin. En het kabinet neemt u bewust hierin mee. De keuzes zullen soms pijn doen, maar niet kiezen is ook kiezen.

In het kabinet heb ik de coördinerende, agenderende en aanjagende rol. Om blijvend de aandacht op het belang hiervan te vestigen, wil ik periodiek een samenhangend overzicht geven van hoe het ondernemingsklimaat zich ontwikkelt, inclusief een samenhangend overzicht van de voortgang van de acties.

De combinatie van toetsing vooraf (Impacttoets Ondernemingsklimaat) en monitoring achteraf is hiervoor belangrijke input. Zo houden we elkaar scherp en de vinger aan de pols. In het tweede kwartaal van 2023 zal ik de Kamer informeren over de voortgang van de verdere uitwerking van deze agenda.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Verduurzamen omvat de klimaat- en energietransitie en de transitie naar een circulaire economie, die zich richt op een toekomst waarin we nog efficiënter en zorgvuldiger omgaan met grondstoffen, materialen en producten.

X Noot
2

De discussie over open strategische autonomie richt zich op het vermogen van de EU, en daarbinnen Nederland, om in samenwerking met internationale partners economisch weerbaar te zijn, zonder in de valkuil van protectionisme te vallen.

X Noot
3

Kamerstuk 32 637, nr. 493.

Naar boven