32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 509 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2022

Zoals toegezegd in het commissiedebat Bedrijfsleven-beleid van 19 oktober jl. geef ik uw Kamer nader inzicht in welke bedrijven in aanmerking kunnen komen voor de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK). Tevens heb ik toegezegd dat ik uw Kamer zal informeren over wat andere EU-landen doen om bedrijven tegemoet te komen. Deze informatie zal ik u nog toezenden voorafgaand aan het debat dat over dit onderwerp wordt gehouden.

Voorwaarden

De TEK-regeling staat open voor alle bedrijven en sectoren zolang aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • het mkb-bedrijf voldoet aan de Europese mkb-definitie zoals maximaal 250 medewerkers, maximaal € 50 miljoen omzet en/of balans totaal van maximaal € 43 miljoen;

  • het mkb-bedrijf staat ingeschreven bij het Handelsregister van de KvK;

  • het mkb-bedrijf verbruikt jaarlijks meer dan 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit;

  • het betreft een energie-intensief mkb-bedrijf waarbij minimaal 12,5% van de omzet bestaat uit energiekosten.1

De voorwaarden van de TEK zijn bepaald om een regeling te ontwikkelen voor het energie-intensieve mkb in alle sectoren. De TEK is daarmee een heel gerichte, tijdelijke regeling die is toegespitst op mkb-bedrijven waarvan de energiekosten een relatief groot deel uitmaken van de totale kosten. Zoals toegelicht in de Kamerbrief van 14 oktober jl., is beschreven dat hiervan sprake is als de energiekosten minimaal 12,5% van de omzet zijn.

Zo helpt de TEK de zwaarst getroffen ondernemingen en geeft ze tijd om zich zo goed mogelijk aan te passen en te verduurzamen om op die manier minder afhankelijk te worden van hogere energieprijzen. Het deel van het mkb met een relatief lager aandeel energiekosten wordt in staat geacht de prijsstijgingen makkelijker op te kunnen vangen en door te berekenen.

De onderstaande tabel2 heeft betrekking op 2022 en laat per sector zien hoeveel mkb-bedrijven boven de energie-intensiteitsdrempel van 12,5% uitkomen.

Tabel 11

Tabel 11

1 Leeswijzer tabel 1: kolom 1 duidt het aantal mkb-bedrijven in de dataset per sector. Kolom 2 geeft aan hoeveel mkb-bedrijven er in de dataset zijn per sector die minimaal 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit verbruiken. Kolom 3 geeft aan hoeveel van die bedrijven daarnaast ook aan de energie-intensiteit van minimaal 12,5% voldoen. Kolom 4 duidt het aantal mkb-bedrijven dat zowel meer dan 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit verbruikt alsook een energie-intensiteit heeft van minimaal 12,5%, als percentage van het totaal aantal mkb-bedrijven in de dataset. Op die manier ontstaat een beeld van hoeveel mkb-bedrijven onder de TEK-regeling vallen per sector. Kolom 5 toont het aantal mkb-bedrijven dat zowel meer dan 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit verbruikt alsook een energie-intensiteit heeft van minimaal 12,5%, als percentage vanalle mkb-bedrijven die de verbruiksdrempel halen van 5.000 m3 gas of 50000 kWh elektriciteit. Dit laat zien welk deel van de mkb-bedrijven die aan het minimale verbruik zitten, voor de TEK in aanmerking komt

De tabel is tot stand gekomen op basis van een representatieve microdataset van het CBS. De tabel heeft enkel betrekking op de bedrijven uit deze dataset, niet op de gehele populatie. Hier volgt een toelichting op de belangrijkste componenten van de tabel:

  • energie-intensiteit: om een inschatting te maken van de energie-intensiteit in 2022, is gebruik gemaakt van de meest recente informatie (i.c. over 2019) over de omzet en energiekosten per bedrijf. Deze gegevens zijn gecorrigeerd aan de hand van de volgende aannames:

    • de energiekosten van bedrijven zijn van 2019 t/m 2022 naar schatting met minimaal 800% gestegen. Het beeld dat de energieprijzen sterk stijgen komt ook naar voren in de Macro Economische Verkenning van het CPB3;

    • volgens CBS-cijfers zijn de omzet- en bedrijfskosten (exclusief energiekosten) van bedrijven van 2019 t/m 2022 met gemiddeld 8,5% gestegen;

  • sectoren/bedrijven: op basis van deze prognoses voor energie-intensiteit kan per sector (uitgesplitst aan de hand van SBI-codes) worden geschat hoeveel mkb-bedrijven met een verbruik van tenminste 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit, kunnen deelnemen aan de TEK-regeling;

  • minimumverbruik: de tabel toont per sector zowel het totale aantal mkb-bedrijven in de dataset als het aantal mkb-bedrijven in de dataset dat boven de verbruiksdrempel van 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit uitkomt. Het aandeel bedrijven dat met een energie-intensiteit van 12,5% subsidiegerechtigd is, wordt dan ook tegen beide groepen afgezet.

Op basis van de gebruikte data zoals opgenomen in de tabel blijkt bijvoorbeeld dat 91% van de bakkers met een minimumverbruik van 5.000m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit boven de energie-intensiteitsdrempel van 12,5% zou uitkomen. Dit correspondeert met 84% van de bakkers ten opzichte van het totaal aantal bakkers in de dataset.

Belangrijk om daarbij te vermelden, is dat sommige bedrijven die niet in aanmerking komen voor de TEK, bijvoorbeeld omdat ze niet aan de voorwaarden voor energie-intensiteit en energieverbruik voldoen, wel onder het tijdelijk prijsplafond voor consumenten en kleinverbruikers vallen. Zo zal naar verwachting het prijsplafond voor minimaal 100.000 bedrijven (o.a. zzp’ers, maar ook kleinere kantoren of kledingwinkels) een deel van hun gasverbruik compenseren en voor minimaal 250.000 bedrijven in het geval van het prijsplafond voor elektriciteit.

Ten slotte hebben deze cijfers betrekking op gemiddelden per sector. Per individuele ondernemer moet worden beoordeeld of deze in aanmerking komt voor de TEK. Zoals eerder aangegeven zal mijn ministerie samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de TEK-regeling verder uitwerken. Ik kom hier graag bij u op terug zodra de regeling is afgerond en opengesteld kan worden.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

We gaan hierbij uit van het eerste en tweede kwartaal van 2023. We onderzoeken nog of dit het beste werkt.

X Noot
2

Niet over alle sectoren is informatie beschikbaar bij CBS. In de tabel wordt per SBI-code aangeduid of ze wel of niet zijn meegenomen in de dataset. De dataset beslaat daarmee ook niet de gehele economie, maar een groot deel. Tabel 1. rapporteert enkel over de beschikbare data. Er vindt geen extrapolatie plaats. NB: Niet voor elk getal tussen 1 en 110 bestaat een SBI-code.

Naar boven