32 637 Bedrijfslevenbeleid

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 446 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2021

Middels deze brief informeer ik u over de volgende zaken:

  • 1. Aanpassing Borgstelling MKB-landbouwkredieten in relatie tot vereisten van de CRR

  • 2. Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

1. Aanpassing Borgstelling MKB-landbouwkredieten in relatie tot vereisten van de CRR

Vanuit de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Bankenautoriteit (EBA) is, ter afronding van het Bazel-III-raamwerk, in alle EU-lidstaten onderzoek gedaan naar de voorwaarden die in nationale garantieregelingen worden gesteld aan (staats)garanties. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft aangegeven dat de Nederlandse garantieregelingen, met inbegrip van de Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL), niet volledig voldoen aan de voorwaarden van de CRR1, een Europese verordening inzake de kapitaalvereisten voor banken. Het gaat hierbij om de voorwaarden die nodig zijn om te kunnen kwalificeren als toelaatbare niet-volgestorte kredietprotectie als bedoeld in de artikelen 213 en 215 van de CRR. Dit zou betekenen dat banken mogelijk extra kapitaal moeten reserveren voor leningen die onder de Nederlandse garantieregelingen worden gebracht, met eventuele gevolgen voor (de werking van) die garantieregelingen zelf.

Inmiddels heb ik de BL aangepast in lijn met de CRR. De wijzigingsregeling wordt één dezer dagen in de Staatscourant gepubliceerd. Een belangrijke aanpassing is dat banken en andere aangewezen financiers bij wanbetaling het verwachte verlies desgewenst direct kunnen claimen bij de Staat al voordat de uitwinning van zekerheden heeft plaatsgevonden. Na de latere uitwinning van zekerheden zal een verrekening plaatsvinden tussen het voorlopige verlies dat de Staat heeft uitgekeerd en het definitieve verlies. Andere aanpassingen hebben betrekking op het in de CRR opgenomen vereiste dat de garantieregelingen voor het inroepen van de garantie geen voorwaarden mogen bevatten die buiten de invloedssfeer van de bank vallen.

Door het aanpassen van de BL i.r.t. de CRR veranderen de risico’s voor de Staat op de portefeuille BL-garanties derhalve niet. Deze blijven hetzelfde en zijn eerder beschreven in het toetsingskader risicoregelingen2. Ik informeer u volledigheidshalve met deze brief.

2. Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

Daarnaast informeer ik u in over de uitkering van de tegemoetkoming inzake de tegemoetkoming voor de sierteelt, horecasegment van de voedingstuinbouw en de fritesaardappels. In december 2020 heb ik uw Kamer een brief gestuurd3 waarin ik mededeel dat de definitieve vaststelling en uitkering van deze steunmaatregelen over de jaargrens zijn geschoven. Dit is met name ontstaan door vertraging bij de vaststelling van de benodigde controleprotocollen. De beoordeling en afhandeling van de tegemoetkomingen wordt begin 2021 afgerond. De budgettaire verwerking vindt plaats bij het eerstvolgende suppletoire moment op de LNV-begroting.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, 176).

X Noot
2

Kamerstukken 32 637 en 25 295, nr. 431

X Noot
3

Dit is gemeld in brief van 14 december 2020, met als titel Kamerstuk 35 650 XIV, nr. 4

Naar boven