32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 425 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2020

Hierbij zend ik u de reactie op de door de leden Paternotte (D66) en Tielen (VVD) ingediende gewijzigde motie om samen met Codam te onderzoeken op welke wijze jongeren in het eerste deel van het Codam-onderwijsprogramma een volwaardige startkwalificatie kunnen behalen, en met Codam, werkgevers en de VNG een alternatieve tegemoetkoming in het levensonderhoud voor jongeren te verkennen.1

De afgelopen periode zijn de mogelijkheden binnen het mbo-stelsel intensief en constructief samen met Codam, de Inspectie van het Onderwijs en SBB verkend. Hieruit blijkt dat deze mogelijkheden helaas geen oplossing bieden voor het behalen van een startkwalificatie door de studenten aan de Codam-opleiding als het opleidingsconcept niet wordt aangepast waar het de begeleiding van studenten betreft.

Een aanvraag van Codam voor diploma-erkenning op basis van het door hen gevoerde onderwijsconcept werd niet als kansrijk ingeschat. De reden hiervoor is gelegen in de wettelijke vereisten voor de begeleide onderwijstijd. In het Codam-concept wordt namelijk geen actieve instructie gegeven door docenten, noch worden studenten inhoudelijk begeleid als zij onvoldoende voortgang laten zien. Het personeel monitort de voortgang en het welzijn van studenten en zoekt samen met de student naar oplossingen, indien deze vastloopt, bijvoorbeeld doorverwijzing naar een aanwezige student counselor.

De wet vereist evenwel dat onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel (bekwame docenten en instructeurs). Het gaat bij begeleide onderwijsuren om onderwijsactiviteiten met een instructief karakter. De Codam-opleiding is geheel geënt op een innovatieve, digitale leeromgeving, waarbij studenten met hulp van elkaar en door Codam aangereikte hulpbronnen in een curriculum vastgelegde programmeeropdrachten maken. Studenten kunnen daarbij middels «peer-to-peer learning» de vereiste ontwikkeling doormaken en zelfredzaam worden, maar doen dit dus geheel zonder hulp en instructie van een ter zake bekwaam docent.

Het eerste deel van de opleiding van Codam zou inhoudelijk met enkele aanpassingen waarschijnlijk wel kunnen voldoen aan de mbo-kwalificatie (niveau 4) «software developer». Het gaat voor wat betreft de vereiste aanpassingen dan vooral om het incorporeren van enkele bredere aspecten rondom veiligheid en privacy-elementen in de ict-opleiding.

Codam heeft inmiddels te kennen gegeven af te zien van de vereiste aanpassing van het inzetten van docenten voor instructie en in lijn daarmee geen aanvraag voor diploma-erkenning in te zullen dienen. De noodzakelijke aanpassingen druisen in tegen het door Codam gehanteerde onderwijsconcept. Zij geven aan door het ontbreken van docenten juist actueel en effectief onderwijs te kunnen verzorgen.

Wel is voor een beperkt deel van de studenten een oplossing gevonden voor wat betreft de financiële ondersteuning. In de gemeente Amsterdam kunnen inmiddels enkele studenten met behoud van uitkering de opleiding gaan volgen. In de huidige arbeidsmarktomstandigheden kan deze groep snel groeien. Codam is in contact gebracht met de VNG om te bespreken of dit arrangement kan gaan gelden voor alle gemeenten. Hiervoor worden de resultaten van de eerste pilot die start in oktober 2020 afgewacht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstuk 32 637, nr. 398

Naar boven