32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 mei 2019

De VS publiceerde op 8 april een lijst met goederen waarop het overweegt extra heffingen op te leggen.1 Met deze brief informeer ik uw Kamer over de achtergrond van deze lijst en de Europese en Nederlandse reactie, zoals gevraagd door het lid Sjoerdsma (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 72, item 29).

WTO-zaken

De basis voor de lijst met producten waarop de VS overweegt extra heffingen te leggen, is een uitspraak over steun aan Airbus in een beroepsprocedure bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO).2 Op 15 mei 2018 concludeerde het beroepslichaam van de WTO, het Appellate Body, dat de steun aan Airbus nog niet in alle gevallen in lijn is met de WTO-regels. Dit betekent dat de VS extra heffingen mag opleggen op import uit de EU op een handelsvolume ter hoogte van de geleden schade. Er loopt een arbitragezaak om vast te stellen hoe groot deze schade precies is. Een uitspraak wordt verwacht in de zomer van 2019. Naar verwachting zal de VS de productlijst vervolgens finaliseren en overgaan tot retaliatie, zoals toegestaan onder de WTO-regels. De EU is een procedure gestart om aan te tonen dat de steun aan Airbus inmiddels wel WTO-conform is, een zogenaamde counter compliance-zaak. Een panel-uitspraak in deze counter compliance-zaak wordt eind 2019 verwacht.

Nederlandse en Europese reactie

Parallel aan het WTO-geschil over steun aan Airbus, loopt een WTO-geschil tegen de VS over steun aan Boeing.3 In dit geschil, dat is gestart door de EU, heeft het Appellate Body op 28 maart 2019 uitspraak gedaan. Het Appellate Body constateert dat de VS nog steun geeft aan Boeing die niet in lijn is met de WTO-regels. Deze beroepsuitspraak betekent dat ook de EU op termijn extra heffingen mag opleggen. Een arbitragepanel zal eerst de hoogte van de geleden schade vaststellen. Een uitspraak wordt niet eerder dan het voorjaar van 2020 verwacht. De EU heeft alvast een lijst voorbereid met producten waarop het extra heffingen overweegt.4 Deze lijst spiegelt de Amerikaanse lijst in omvang en is bedoeld om de Amerikanen te bewegen met de EU te onderhandelen over een oplossing. Lukt dit niet, dan kan de EU extra heffingen opleggen op de import uit de VS, zodra de hoogte van de schade is vastgesteld.

Nederland heeft een brede en sterke band met de VS. De bredere trans-Atlantische relatie is voor Nederland onverminderd van grote strategische waarde, en handelspolitiek is hier een wezenlijk onderdeel van. Het is in het belang van Nederland en van de EU om met de VS tot een oplossing te komen over de wederzijdse steun aan Airbus en Boeing. De EU en de VS zijn niet gebaat bij additionele heffingen op de import over en weer. In Brussel zal ik daarom oproepen om met de VS tot een vergelijk te komen om zo hogere tarieven te beperken of te voorkomen.

Vanwege de gevolgen die mogelijke additionele importheffingen kunnen hebben voor Nederlandse bedrijven, heb ik het bedrijfsleven geïnformeerd via twee ECHO-berichten.5 Daarnaast zijn bedrijven zeer welkom om hun zorgen en informatie met het Ministerie van Buitenlandse Zaken te delen. Dit kan via handelsbelemmeringen@minbuza.nl. Tot slot kunnen bedrijven al dan niet in samenspraak met hun partners in de VS, commentaar indienen op de publieke consultaties, die zowel de VS als de EU gestart zijn over de concept-lijsten. Meer informatie hierover staat in het eerder verspreide ECHO-berichten.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven