32 637 Bedrijfslevenbeleid

29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2018

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van 3 april 2018 is op verzoek van het lid Van der Lee (GroenLinks) gesproken over het bericht d.d. 25 maart jl. «Nederland, pakhuis van Noordwest-Europa, barst uit zijn voegen»1. De commissie heeft mij verzocht om een kabinetsreactie. Deze doe ik u met deze brief toekomen.

In het nieuwsbericht staat dat in Nederland in het afgelopen jaar het recordaantal van bijna 2 miljoen vierkante meter aan distributiecentra in gebruik is genomen.

Het artikel geeft aan, op basis van een internationale enquête van Prologis onder directeuren logistiek, dat Nederland met vijf regio's in de top-10 van vestigingslocaties in Europa staat en Venlo met stip de nummer één is. Als keerzijde wordt in het artikel genoemd dat er in Nederland 53.000 moeilijk vervulbare vacatures zijn in de logistieke sector en de grond in Noord-Brabant en Limburg opraakt.

Als Minister van Economische Zaken en Klimaat is het mijn taak om, in samenwerking met mijn collega’s in het kabinet, te zorgen dat Nederland een aantrekkelijk vestigings- en investeringsklimaat heeft. In lijn met het regeerakkoord richten we ons daarbij op bedrijven die echt een toegevoegde waarde hebben. Een concurrerend vestigingsklimaat is een belangrijke pijler onder de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Nederland heeft, als het gaat om logistieke activiteiten, van oudsher een toppositie in Europa. Nederland is met zijn unieke geografische ligging, de slimme logistieke sector, de mainports Rotterdam en Schiphol en zijn goede infrastructurele verbindingen met het achterland dé Gateway to Europe. De 4e positie van Nederland op de World Logistics Performance Index (2016) van de Wereldbank onderschrijft deze uitstekende positie.

Logistiek is een enabler die internationale handel faciliteert. De hoogwaardige logistieke functie die Nederland heeft, maakt Nederland als vestigingsplaats ook aantrekkelijk voor verladende en producerende bedrijven in andere sectoren én internationale verladers met consumentengoederen die toegang willen tot de Europese afzetmarkt.

Het afwikkelen van fysieke goederenstromen in Nederland en de meer hoogwaardige logistieke functies (ketenregie) zijn met elkaar verweven.

Distributieactiviteiten zijn bovendien voor buitenlandse bedrijven vaak een eerste stap om in Nederland te investeren en actief te worden. Uit ervaring weten we dat daarna geregeld de marketingfunctie en het hoofdkantoor volgen.

Een prettige leefomgeving is een belangrijk onderdeel van een goed vestigingsklimaat. Dit vraagt om een goede balans bij de inpassing van economische activiteiten. Werknemers hechten immers aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke woonomgeving. Dat is een belangrijke beweegreden voor het kabinet om een Nationale Omgevingsvisie op te stellen die moet helpen om tot afwegingen te komen die ons land verder helpen. Het Rijk stimuleert zuinig grondgebruik en dynamisch voorraadbeheer van vastgoed. Nederland kent immers reeds behoorlijk veel leegstand in alle vastgoedsectoren, met negatieve gevolgen voor zowel de economie als de leefomgeving. Voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen, zoals de inpassing van distributiecentra, dienen gemeenten en provincies daarom in ieder geval de Ladder voor duurzame verstedelijking toe te passen. Het Rijk verwacht van gemeenten en provincies dan ook een zorgvuldige ruimtelijke afweging.

Het gericht accommoderen van de vraag naar goederenvervoer betekent, mede in relatie tot een aantrekkelijk vestigingsklimaat, het behouden en verbeteren van een goede bereikbaarheid. De infrastructuuropgave richt zich daarmee met name op het faciliteren van een goede doorstroming op de weg. Het belang daarvan is het versterken van de economie, de leefbaarheid en duurzaamheid van Nederland en de stad en regio. Een gericht knooppuntenbeleid, dat belangrijke goederenvervoerstromen concentreert op die locaties waar multimodale overslag tussen weg, water én spoor mogelijk is, kan daarbij volgens dit kabinet ondersteunend werken en stimuleert daarmee een duurzame modaliteitskeuze. Daarnaast kan de focus op enkele knooppunten een voedingsbodem zijn voor nieuwe economische activiteiten die een toegevoegde waarde leveren aan de Nederlandse economie en samenleving en het aantal vervoersbewegingen beperken.

Een toenemend belang van effectieve en fijnmazige binnenstedelijke distributie vraagt ook om overslag en distributiecentra aan de randen van de grote steden. Om wildgroei en daarmee ruimtelijke versnippering tegen te gaan, wordt binnen het MIRT Programma Goederenvervoercorridors samen met decentrale overheden ingezet op een effectieve ruimtelijke planning, aansluitend bij het gerichte knooppuntenbeleid.

Het aantrekken van de arbeidsmarkt biedt een gunstig perspectief voor werkzoekenden en jongeren die in de komende jaren de arbeidsmarkt betreden. Zij hebben over het algemeen goede kansen bij het vinden van werk. Tegelijkertijd leiden de positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tot een krappere arbeidsmarkt in sommige beroepen, bedrijfstakken en regio’s. Het aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel is primair een verantwoordelijkheid van werkgevers zelf. Dit betekent dat werkgevers in sectoren met een krappe arbeidsmarkt, meer inspanningen moeten leveren om voldoende personeel aan te trekken. Bijvoorbeeld door het omscholen van medewerkers en het verbeteren van arbeidsvoorwaarden. Het beleid van het kabinet ondersteunt werkgevers en werkzoekenden hierbij. Het kabinet is in dit licht bezig met een reactie op de motie van het lid Van Weyenberg c.s. (Kamerstuk 34 775 XV, nr. 56) waarin is gevraagd om een Aanvalsplan tegen krapte.

De in het nieuwsbericht benoemde zorgen neemt dit kabinet dus serieus. Wij willen werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat, in goede balans met de leefomgeving, met verantwoord grondgebruik en op een wijze die Nederland bereikbaar houdt. Dit betekent dat het beleid erop gericht is om wildgroei van distributiecentra te voorkomen en in te zetten op zorgvuldige inpassing en gericht accommoderen. Dit in goede samenwerking met de decentrale overheden en andere betrokken partijen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven