32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 296 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2017

In de Regeling van Werkzaamheden van 29 november jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 28) heeft de heer Van der Lee (GroenLinks) mij verzocht om een brief naar aanleiding van berichten in de Britse en Nederlandse media dat Unilever haar besluit over de vestiging van haar hoofdkantoor heeft uitgesteld en de relatie met het vestigingsklimaatbeleid. Conform dit verzoek informeer ik uw Kamer middels deze brief over mijn rol als Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) op het gebied van vestigingsklimaat en de relatie met de actuele situatie bij Unilever.

Rol van Minister EZK in het vestigingsklimaat

Het Ministerie van EZK staat voor duurzame economische groei, waarbij we ons inzetten voor een uitstekend ondernemersklimaat en een sterke internationale concurrentiepositie. Als Minister van EZK beschouw ik het daarom als mijn rol om, in samenwerking met het volledige kabinet, te zorgen dat Nederland een aantrekkelijk vestigingsklimaat heeft. Het vestigingsklimaat is van belang voor in Nederland gevestigde bedrijven om concurrerend te zijn op de mondiale markten en voor de aantrekkelijkheid van Nederland als locatie voor buitenlandse bedrijven en investeerders. Hiermee is het vestigingsklimaat een belangrijke bouwsteen voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid.

In dit kader bekijk ik samen met het kabinet waar we ons vestigingsklimaat kunnen verbeteren. Ervaring leert dat wanneer bedrijven besluiten over een vestigingslocatie, een breed palet aan vestigingsklimaatfactoren van belang is zoals een goed opgeleide en internationaal georiënteerde beroepsbevolking, uitstekend onderwijs, een goede internationale bereikbaarheid, een groot innovatief vermogen en een aantrekkelijk fiscaal klimaat. Ervaring leert ook dat het ideale vestigingsklimaat niet bestaat. Welke vestigingsklimaatfactoren van belang zijn, en in welke mate, verschilt per bedrijf, sector of activiteit. Uiteindelijk gaat het er voor een specifiek bedrijf om of het totaalpakket aantrekkelijk is, vergeleken met het pakket in concurrerende landen.

De in het regeerakkoord aangekondigde maatregelen – onder andere de versterkte inzet op publiek-private samenwerking bij universiteiten en hogescholen met focus op bèta en techniek, de sterkere focus van het topsectorenbeleid op de economische kansen van drie grote maatschappelijke thema’s, de afschaffing van de dividendbelasting en de verlaging van de vennootschapsbelasting – dragen er aan bij om ons vestigingsklimaat verder te verbeteren. Dit zijn belangrijke elementen die ons totale vestigingsklimaat weer aantrekkelijker maken.

Tot slot beschouw ik het ook als mijn rol om de voordelen van het Nederlandse vestigingsklimaat onder de aandacht te brengen bij bedrijven die een positieve bijdrage aan de Nederlandse economie leveren of mogelijk kunnen gaan leveren, bijvoorbeeld op gebied van werkgelegenheid of innovatie.

Rol EZK in gesprekken met Unilever

In lijn met bovengenoemde rol is mijn ministerie de afgelopen maanden met Unilever in gesprek geweest met als doel om zoveel mogelijk activiteiten en werkgelegenheid in Nederland te behouden dan wel uit te breiden.

Ten eerste omdat Unilever een bedrijf is dat op verschillende gebieden een positieve bijdrage levert aan de Nederlandse economie:

  • In Nederland werken er direct 3.100 mensen bij Unilever en een meervoud via de ruim 4.200 Nederlandse leveranciers waar het bedrijf intensief mee samenwerkt, met name Midden- en Kleinbedrijf (MKB).

  • Unilever levert een belangrijke bijdrage aan het sterke Nederlandse innovatie- ecosysteem, bijvoorbeeld rond de Wageningen Universiteit & Research (WUR). Zo is Unilever afgelopen maand gestart met het realiseren van haar nieuwe Global Foods R&D Center (750 werknemers) in Wageningen, mede vanwege het krachtige innovatie-ecosysteem rond de WUR en de wereldwijde toppositie van de WUR op het agrifood domein.

  • Tevens is Unilever een internationaal erkende koploper op het gebied van duurzaamheid, zoals blijkt uit verschillende nummer één posities in de Dow Jones Sustainability Index voor Food Products, Household and Personal Products in de afgelopen jaren. Daarmee is Unilever een belangrijke partij die bijdraagt aan het realiseren van de transities, bijvoorbeeld op gebied van klimaat en voedsel, waar we vandaag de dag voor staan.

Ten tweede heeft Unilever in april jl. een aanpassing van haar strategie aangekondigd. Eén van de punten in deze strategie is de evaluatie van Unilever’s duale structuur. Het bedrijf heeft toen aangegeven deze evaluatie in 2017 te willen afronden en dat een mogelijke uitkomst is dat Unilever naar een enkelvoudige structuur zou gaan met één wereldwijd hoofdkantoor. Dit was aanleiding voor mijn ministerie om met Unilever in gesprek te gaan over hun activiteiten in Nederland. Dit is ook in lijn met eerdere vragen uit uw Kamer.

Zo hebben de leden Paternotte (D66) en Bruins (ChristenUnie) op 13 april jl. Kamervragen gesteld (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1963) over de inzet van mijn ministerie met betrekking tot de mogelijke verhuizing van één van de hoofdkantoren van Unilever. Minister Kamp heeft daarop geantwoord, zoals ook eerder aangegeven in het antwoord op de vragen van lid Hijink (SP) van 7 april jl., dat het kabinet in gesprek is met Unilever om het bedrijf en zijn activiteiten voor Nederland te behouden.

De verantwoordelijkheid van Unilever

Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van Unilever zelf om op basis van alle vestigingsklimaatfactoren en mogelijke andere actuele ontwikkelingen een afweging te maken en een besluit te nemen. Ik heb kennis genomen van het persbericht vanuit Unilever van 28 november jl. en aansluitende berichten in de Nederlandse en Britse media over de stand van zaken van de nieuwe strategie van Unilever. In haar persbericht geeft Unilever aan dat zijvoortgang hebben geboekt in hun evaluatie van de duale structuur, maar dat zij dit jaar nog geen besluit zullen nemen over de locatie van een wereldwijd hoofdkantoor. De afwegingen die hebben geleid tot dit besluit ken ik niet en ik vind het ook niet mijn rol om hierover te speculeren. Zoals gezegd is deze afweging de verantwoordelijkheid van het bedrijf zelf.

Conclusie

Ook de komende periode zal ik met Unilever in gesprek blijven en daarbij de voordelen van het Nederlandse vestigingsklimaat onder de aandacht brengen. Hierbij is mijn doel om zo veel mogelijk activiteiten en werkgelegenheid van Unilever voor Nederland te behouden dan wel uit te breiden.

Tot slot wil ik benadrukken dat mijn ministerie de rol om de voordelen van het Nederlandse vestigingsklimaat bij bedrijven onder de aandacht te brengen niet alleen bij Unilever pakt. Dit doen wij bij alle bedrijven die een positieve bijdrage aan de Nederlandse economie leveren of mogelijk kunnen gaan leveren. Zo is mijn ministerie momenteel betrokken bij de voorgenomen sluiting van de Siemens fabriek in Hengelo. Ook hier is de inzet het behoud van zo veel mogelijk activiteiten en werkgelegenheid in Nederland.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven