32 627 (Glas)tuinbouw

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2023

Met deze brief bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport van Wageningen Economic Research (WEcR) aan waarin de primaire en secundaire gevolgen van de hoge energieprijzen op de glastuinbouwsector zijn beschreven naar aanleiding van de motie van het lid Van der Plas c.s.1 De motie verzoekt de regering om de gevolgen van faillissementen in de glastuinbouwsector in kaart te brengen en hierbij rekening te houden met de rol die de sector speelt in de elektriciteitsvoorziening en de energietransitie alsook de mogelijke gevolgen van faillissementen voor de nationale voedselproductie en de internationale positie van de Nederlandse glastuinbouwsector. Daarnaast vraagt de motie om mogelijke signalen te geven over toekomstige gevolgen van de gestegen energiekosten op de structuur en continuïteit van de glastuinbouwsector. Tevens informeer ik uw Kamer over het besluit om geen openstelling te publiceren voor de tijdelijke borgstellingsregeling BL-G voor de glastuinbouw.

In opdracht van het Ministerie van LNV heeft WEcR onderzoek gedaan naar de primaire en secundaire gevolgen van de gestegen energieprijzen in de periode medio 2021 (toen stijging van de energiekosten begon) tot en met het eerste kwartaal (Q1) van 2023. In mijn brief van 24 april jl. over de uitvoering van de motie2 heb ik toegelicht dat het onderzoek gebruikmaakt van kwantitatieve indicatoren (objectieve data) in combinatie met een kwalitatief onderzoek. Vanwege de grote verschillen tussen glastuinbouwondernemers en vanwege de periode waarover de gebruikte indicatoren beschikbaar waren was het niet mogelijk om de onderzoeksperiode te verlengen tot en met het tweede kwartaal van 2023. Indicatoren zoals de CBS Landbouwtelling en veranderingen in liquiditeitsposities geven vaak vertraagd informatie over de voorgaande periode en de verandering van de totale oppervlakte glastuinbouw is bijvoorbeeld pas 10–12 maanden na dato beschikbaar.

De grote stijgingen van de energieprijzen vanaf juni 2021 zorgden voor flinke onzekerheid bij glastuinbouwbedrijven en voor een vrees voor vele faillissementen in de sector. Het rapport laat zien dat de sector gedurende deze periode flexibel en innovatief ondernemerschap heeft getoond. Het grootste deel van de glastuinbouwbedrijven was genoodzaakt om tijdelijke dan wel structurele aanpassingen te doen in de teelt en de bedrijfsvoering om de hoge kosten op te vangen. Mede daardoor is het aantal faillissementen gelukkig relatief beperkt gebleken. WEcR concludeert wel dat de gevolgen van de hoge energieprijzen voor bijna elk individueel bedrijf anders zijn. Veel glasgroente bedrijven hadden een goed inkomen in 2022, terwijl veel sierteeltbedrijven juist te maken kregen met een daling van het inkomen. Ook de inzet van duurzame energie had last van de energieprijsontwikkelingen. Voor een deel van de bedrijven is de toekomst onzeker en de gevolgen op langere termijn van de hoge energieprijzen en de genomen maatregelen zijn lastig te voorspellen. Via Agrimatie wordt jaarlijks inzicht gegeven in onder andere de inkomens en rentabiliteit van land- en tuinbouwbedrijven, inclusief een analyse van deze data. De effecten van de hoge energieprijzen op de glastuinbouw komen hierin nadrukkelijk naar voren.

Geen openstelling tijdelijke borgstellingsregeling BL-G

Na de staatssteungoedkeuring door de Europese Commissie heb ik op 6 juni dit jaar de regelingstekst voor de tijdelijke borgstelling voor de glastuinbouw in verband met de hoge gasprijzen (BL-G) gepubliceerd, zodat de banken hun voorbereidende werk konden gaan doen. Op basis van de actuele situatie heb ik besloten om geen openstelling te publiceren voor deze tijdelijke borgstelling. De belangrijkste reden om in overleg met de sector en de banken geen openstelling te publiceren is dat de liquiditeitsproblemen in de tuinbouwsector door ontwikkelingen in prijzen van tuinbouwproducten alsook door sparkspread voor WKK-installaties nu beperkt zijn. De behoefte aan borgstellingsleningen is in de situatie zoals die zich ontwikkeld heeft zo laag dat het niet nodig is om de borgstellingsregeling in de tweede helft van 2023 open te stellen. De incidentele gevallen met financiële problemen zijn op te lossen met maatwerk. Met andere woorden, er zal geen gebruik gemaakt worden van de BL-G, openstelling dient derhalve geen doel meer.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 108

X Noot
2

Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 121

Naar boven