Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2013
Tijdens het wetgevingsoverleg op 17 december heb ik toegezegd u te zullen informeren
over de uitkomst van het gesprek met de VN High Commissioner for Refugees, António
Guterres, op 15 januari jl. betreffende niet-geregistreerde Syrische vluchtelingen
(Kamerstuk 33 400 V, nr. 110). Op 11 februari heb ik over dit onderwerp eveneens gesproken met de VN Under-Secretary-General
for Humanitarian Affairs en Emergency Relief Coordinator, Baroness Valerie Ann Amos.
Tijdens de gesprekken gaven beiden aan bekend te zijn met het bestaan van vluchtelingen
die zich aanvankelijk niet wilden laten registreren. Dit probleem deed zich vooral
voor in Libanon, aan het begin van crisis en betrof met name vluchtelingen met Christelijke
achtergrond. UNHCR heeft verschillende maatregelen genomen om deze groep vluchtelingen
beter te bereiken en hun eventuele angst voor misbruik van registratiegegevens weg
te nemen. Inmiddels lijkt het probleem onder controle en richt UNHCR zich op het wegwerken
van de achterstanden in het registratieproces veroorzaakt door de nog steeds groeiende
toestroom van nieuwe vluchtelingen.
Uit de informatie van UNHCR blijkt het overgrote deel van de vluchtelingen uit Syrië
Soennieten te zijn: 94.7%. De rest van de vluchtelingen zijn onder meer Sjiieten (0.7%),
christenen (0,7%), Alevieten (0.1%) en Moslims zonder verdere aanduiding (0.7%). Van
de geregistreerde vluchtelingen is bij 0.4% niet bekend of ze tot een religieuze groep
behoren of niet.
UNHCR geeft aan in Libanon Katholieke en Christelijk orthodoxe gemeenschappen te hebben
benaderd om te onderzoeken hoeveel vluchtelingen bij hen bekend zijn. UNHCR heeft
daarbij naar eigen zeggen geconstateerd dat het aantal Christelijke families dat zich
had aangemeld klein was. De grootste concentratie Christelijke vluchtelingen bevindt
zich vermoedelijk in de plaats Zahle. Daar hebben zich volgens UNHCR 120 families
aangemeld bij de Katholieke gemeenschap en 74 bij de Orthodoxe gemeenschap.
Sinds mei 2012 heeft UNHCR in Zahle en in Al Quaa in de Bekaa vallei informatiebijeenkomsten
voor vluchtelingen georganiseerd onder meer om uit te leggen dat gegevens vertrouwelijk
worden behandeld. Deze bijeenkomsten resulteerden slechts in enkele registraties.
Volgens UNHCR kwam onder meer naar voren dat christenen zich niet wilden registeren
als tegelijkertijd Soennieten aanwezig waren. Ook speelde dat christenen niet bekend
wilden staan als vermeende opponenten van het huidige Syrische regime. In reactie
op deze bezwaren zijn vervolgens aparte registratiebijeenkomsten voor christenen opgezet.
Hier kwamen in totaal slechts 27 christelijke vluchtelingen opdagen. Ook werd geen
gebruik gemaakt van het door UNHCR beschikbaar gestelde transport.
Vervolgens zegt UNHCR contact te hebben gezocht met de Katholieke en Christelijk orthodoxe
bisschoppen. Met hen werd overeengekomen additionele bijeenkomsten te organiseren.
Wederom kwam vrijwel niemand opdagen, alhoewel plaats en tijd van de bijeenkomsten
in overleg met de bisschoppen waren bepaald.
Ook in de omgeving van Beiroet heeft UNHCR naar eigen zeggen verschillende maatregelen
genomen om christenen te bereiken. UNHCR heeft contact gelegd met lokale Christelijke
organisaties en voorlichtingscampagnes en bijeenkomsten georganiseerd. Van de lokale
organisaties heeft UNHCR bovendien namenlijsten gekregen. De registratie verliep iets
beter dan in Zahle en Al Quaa, maar ook hier bleef het aantal aanmeldingen erg laag.
Volgens UNHCR gaven de christenen die zich wel aanmeldden aan dat ze zich lieten registreren
omdat ze hulp nodig hadden. UNHCR komt op basis van alle maatregelen tot de slotsom
dat zolang christenen zichzelf kunnen redden, er blijkbaar weinig behoefte bestaat
zich te laten registreren. In mijn gesprek met de Under-Secretary-General for Humanitarian
Affairs kwam dezelfde conclusie naar voren.
UNHCR zal zich blijven inspannen om alle groepen Syrische vluchtelingen te bereiken.
In de voorlichtingscampagnes die worden georganiseerd ligt de nadruk op de voordelen
van registratie zoals toegang tot medische zorg en onderwijs, maar ook dat de registratiegegevens
vertrouwelijk zijn en niet aan het Syrische regime of de oppositie worden doorgegeven.
Ten slotte gaf UNHCR nog aan waar mogelijk flexibel te zullen zijn in het registratiebeleid,
ook (nog) niet-geregistreerde vluchtelingen krijgen hulp als zij daar behoefte aan
hebben.
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen