32 623 Actuele situatie in Noord-Afrike en het Midden-Oosten

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2012

In reactie op de verzoeken van de leden Hachchi (van 25 april) en Ormel (van 29 mei) informeren wij u hierbij over de situatie in Syrië en de inspanningen van de internationale gemeenschap, waaronder de Nederlandse inzet.

Kern Nederlandse inzet

De ontwikkelingen in Syrië zijn bijzonder zorgwekkend. Het kabinet houdt het Syrische regime verantwoordelijk voor de ontstane situatie. Het kabinet steunt het zespuntenplan van Annan. Daarnaast dient de druk op het regime onder meer via sancties verder te worden opgevoerd. Het kabinet steunt de oppositie op verschillende manieren en roept deze tevens op een gezamenlijk platform te vormen. Voorts dienen de humanitaire noden te worden gelenigd; Nederland draagt daaraan ruimhartig bij. Bij het vinden van een politieke oplossing dient ook de zogenaamde Jemen optie op tafel te liggen. Nederland speelt op deze en andere terreinen een actieve rol in het kader van de Friends of Syria.

Recente ontwikkelingen

De crisis in Syrië duurt nu veertien maanden en heeft het leven gekost aan ruim 9 000 mensen. Vele tienduizenden zijn gevangengenomen of worden vermist en vele anderen zijn gevlucht naar buurlanden.

Na het staakt-het-vuren op 12 april jl. is het geweld in Syrië slechts korte tijd afgenomen. Regeringstroepen hebben zich niet uit de steden teruggetrokken. De laatste weken is het geweld weer sterk toegenomen. Zorgwekkend zijn de zware aanslagen die de afgelopen weken verspreid over het land zijn gepleegd, waarbij de hoofdstad Damascus niet werd gespaard. Hoewel er nog grote onduidelijkheid bestaat over de daders en de motieven van deze aanslagen, is er ontegenzeggelijk een trend van toenemende radicalisering in het voortdurende conflict.

Het dieptepunt tot dusver is het bloedbad in Houla waarbij meer dan 100 personen zijn omgebracht, onder wie vele tientallen vrouwen en kinderen. Nader onderzoek is nodig naar de precieze toedracht van deze misdaad; de gebruikelijke ontkenningen van het regime missen elke overtuigingskracht. De internationale gemeenschap reageerde prompt met de unanieme veroordeling door de VN Veiligheidsraad. Daarnaast heeft Nederland in overleg met andere EU-lidstaten besloten de in Nederland geaccrediteerde maar in Brussel gestationeerde Syrische Ambassadeur en zijn medewerkers tot persona non grata te verklaren.

De crisis in Syrië heeft in Libanon geleid tot etnische gewelddadigheden. De laatste weken nemen deze incidenten in intensiteit toe, waarbij voor- en tegenstanders van het Syrische regime steeds vaker openlijk blijk geven van hun onvrede over de situatie in het buurland. De crisis in Syrië legt de regionale breuklijnen bloot en het risico houdt aan dat de strijd overslaat naar andere delen van het Midden-Oosten. De voornaamste belemmering voor hulporganisaties blijft de onveiligheid voor hulpverleners in Syrië zelf. Ook is de toestroom van vluchtelingen naar de buurlanden van Syrië, met name naar Jordanië in de afgelopen maanden toegenomen.

Internationale inspanningen

De internationale gemeenschap was lange tijd verdeeld over de aanpak van de crisis. Tweemaal werd een VN-veiligheidsraadresolutie getroffen door een veto van Rusland en China. Een keerpunt kwam na de unanieme steun van de Veiligheidsraad in resolutie 2 042 voor het zespuntenplan van de Speciale Gezant van de VN, Kofi Annan. De elementen van dit plan zijn een politieke dialoog, een staakt-het-vuren en een VN-waarnemingsmissie, humanitaire toegang, vrijlating van gevangenen, vrije toegang en bewegingsvrijheid van de media en, ten slotte, de vrijheid van meningsuiting en van vereniging en vergadering, inclusief het recht om te demonstreren. Toch blijft een zekere mate van verdeeldheid binnen de internationale gemeenschap bestaan. In de context van de Friends of Syria wordt een zo breed mogelijk draagvlak gezocht voor onder meer het opvoeren van de druk op het regime, voor ondersteuning van de oppositie en voor de voorbereiding van economische wederopbouw in Syrië.

Waarnemersmissie en Plan Annan

Op 21 april jl. autoriseerde de VN Veiligheidsraad met resolutie 2043 de waarnemersmissie in Syrië. Het mandaat van UNSMIS loopt tot 20 juli a.s. en de missie zal bestaan uit in totaal 300 ongewapende militaire waarnemers en een civiele component. De hoofdtaak van UNSMIS is het toezien op het staakt-het-vuren en de uitvoering van het zespuntenplan van Annan. Het hoofdkwartier van de missie bevindt zich in Damascus. Het operatiegebied bestaat uit drie sectoren (noord-, centraal- en zuid-Syrië), waarin ongeveer tien teamsites zijn opgericht om dagelijks patrouilles uit te voeren. Het kabinet onderstreept het belang van stabiliteit in de regio en de essentiële rol van de waarnemingsmissie voor het welslagen van het plan van Annan.

Ofschoon het kabinet sceptisch is over de intenties van het huidige Syrische regime met betrekking tot het plan, staat het achter de inspanningen van de Speciale Gezant om een politieke oplossing voor deze crisis te vinden. Het is daarom van belang dat de VN-missie voet aan de grond heeft gekregen. Eensgezinde steun van de internationale gemeenschap voor het plan van Annan en snelle, volledige ontplooiing van UNSMIS zijn nu essentieel om escalatie in Syrië en de buurlanden te voorkomen. UNSMIS moet dezer dagen volledig zijn ontplooid en alle 300 geautoriseerde waarnemers moeten dus ter plaatse zijn.

«Jemen optie»

Deze steun staat los van de mogelijkheid die naar het oordeel van het kabinet op tafel moet liggen om via een zogenaamde Jemen-optie (een gecontroleerd vertrek van Assad) tot een politieke oplossing van de situatie te komen. Onder meer de aanhoudende Russische erkenning van Assads legitimiteit heeft aan deze optie in de weg gestaan. De sleutel voor zijn vertrek ligt naar het oordeel van het kabinet daarom voor een belangrijk deel in Moskou.

De Nederlandse inzet

Nederland heeft vanaf het begin een actief aandeel genomen in de inspanningen van de internationale gemeenschap met betrekking tot de toestand in Syrië.

Sancties en diplomatie

De actieve Nederlandse rol kwam onder andere tot uitdrukking in de vele sanctievoorstellen die Nederland in EU-verband heeft gedaan. Zolang het geweld voortduurt en het regime geen aanstalten maakt het volledige plan van Annan na te leven, zal Nederland dit beleid voortzetten.

Deze actieve aanpak die complementair is aan het plan van Annan strookt bovendien met de uitgangspunten van de zogenaamde Friends of Syria. In het kader van die groep is Nederland actief in werkgroepen die zich richten op een brede uitvoering van de sancties, op de economische wederopbouw van Syrië en op het documenteren van mensenrechtenschendingen. Voorts heeft Nederland herhaaldelijk het belang onderstreept van een goede opvang van overlopers.

Oppositie

De verdeeldheid van de Syrische oppositie blijft een punt van aandacht. Nederland heeft nauw en veelvuldig contact met leden van facties van de Syrische oppositie. Nederland beklemtoont telkens de noodzaak om als oppositie tot gemeenschappelijke uitgangspunten te komen om de Syrische burger een aansprekend alternatief voor het huidige regime te kunnen bieden.

Nederland steunt de Syrische oppositie vooral in praktische zin, bijvoorbeeld met technische middelen om de interne communicatie tussen de verschillende onderdelen te verbeteren en daarmee de oppositie slagvaardiger te maken. Bewapening van de oppositie is uitgesloten. Daarnaast helpt Nederland bij het vastleggen en documenteren van mensenrechtenschendingen. Nadere informatie hierover kan in deze brief omwille van de veiligheid van de betrokken uitvoerders niet worden gegeven. Uw Kamer is tijdens het besloten algemeen overleg van 15 maart jl. over deze vorm van ondersteuning geïnformeerd.

Humanitair

De humanitaire situatie in Syrië blijft zoals hierboven aangegeven zorgwekkend. Na een oproep tot burden sharing droeg Nederland 1 miljoen euro bij aan UNHCR ten behoeve van de opvang van Syrische vluchtelingen in de regio, in het bijzonder Turkije. Eerder gaf Nederland 1 miljoen euro aan het World Food Program voor voedselhulp aan Syriërs, in aanvulling op de jaarlijkse, niet geoormerkte bijdragen aan humanitaire organisaties die actief zijn in Syrië en buurlanden.

Waarnemersmissie en Plan Annan

UNSMIS beschikt inmiddels over voldoende waarnemers na een VN-verzoek daartoe. De VN heeft Nederland in het bijzonder gevraagd een bijdrage te leveren aan de analyse- en inlichtingencapaciteit ten behoeve van het werk van Annan en van de waarnemingsmissie. In aanvulling op de analysecapaciteit op het UNSMIS-hoofdkwartier in Damascus heeft de VN daartoe een analysecel in Genève opgericht, bestaande uit drie militaire en twee civiele analisten. Nederland zal met één Nederlandse militair het analyseteam in Genève versterken. Daarnaast heeft Nederland aangeboden de verbindingen tussen Genève en het hoofdkwartier in Damascus tot stand te brengen. Hiervoor zijn aanvankelijk negen militairen nodig, maar na ongeveer tien dagen kan hun aantal worden verminderd tot vijf. Uiteindelijk blijven er volgens plan in Damascus drie en in Genève twee militairen werkzaam. Er wordt rekening gehouden met een totale inzetperiode van 90 dagen. De contacten met de VN over dit aanbod zijn nog gaande. Het kabinet onderhoudt ook contact met de VN over verdere behoeften. Daarbij is aan de SGVN aangeboden het hoofdkwartier in Damascus met civiel personeel te ondersteunen.

Naast de directe bijdragen aan UNSMIS zijn ook andere inspanningen van belang voor het welslagen van het zespuntenplan en de verbetering van de situatie in Syrië. Nederland ondersteunt SGVN Annan financieel en heeft personele ondersteuning aangeboden voor zijn staf.

Veiligheid

De veiligheidssituatie in Syrië is aanhoudend slecht. Er zijn dagelijks geweldsincidenten met kleinkaliberwapens, mortieren en geïmproviseerde explosieven. In de afgelopen twee weken zijn er explosieven afgegaan nabij voertuigen van VN-waarnemers, maar daarbij zijn geen slachtoffers gevallen. De verantwoordelijkheid voor deze aanslagen is niet opgeëist. De door Nederland aangeboden personele militaire bijdrage betreft deskundigen die op het hoofdkwartier in Damascus voor communicatieverbindingen met Geneve zorgen.

De VN heeft maatregelen genomen om de risico’s voor het missiepersoneel zoveel mogelijk af te dekken. De veiligheid van het VN-personeel is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de lokale autoriteiten. Dit betekent dat de Syrische veiligheidsmacht de VN-locaties en de patrouilles beveiligt. In gebieden die de oppositie controleert, maakt de VN afzonderlijke veiligheidsafspraken. Het VN-personeel volgt na aankomst een training waarin onder meer aandacht wordt besteed aan geïmproviseerde explosieven. De assessment teams worden aangestuurd door het militaire hoofdkwartier, dat ook de rapportages uit het veld verwerkt. Het hoofdkwartier beschikt over inlichtingencapaciteit.

Gezien de maatregelen die de VN heeft getroffen acht het kabinet de risico’s die aan plaatsing van de betrokken Nederlandse functionarissen in Damascus zijn verbonden aanvaardbaar.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven