32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid

Nr. 296 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2020

In reactie op het verzoek van de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken van 2 maart 2020 stuur ik u hierbij een verslag van mijn reis naar een aantal landen in de Golfregio. Met deze brief wordt tevens gehoor gegeven aan het verzoek van uw Kamer voor een brief over de relatie met Saoedi-Arabië (Handelingen II 2018/19, nr. 16, item 12).

Nederlandse inzet in de regio

Van 19 t/m 23 februari jl. bezocht ik achtereenvolgens Riyad, Abu Dhabi en Teheran. Aansluitend bracht ik een bezoek aan het hoofdkwartier van de European-led mission for Maritime Awareness in the Strait of Hormuz (EMASoH) waar vier Nederlandse stafofficieren geplaatst zijn en aan het Nederlands fregat Zr. Ms. De Ruyter, waarmee Nederland sinds begin dit jaar bijdraagt aan de missie. Tijdens mijn reis werd ik vergezeld door Senior Civilian Representative voor EMASoH, ambassadeur Jeannette Seppen.

Mijn bezoek stond in het teken van het verminderen van spanningen in de regio en het waarborgen van vrije doorvaart en maritieme veiligheid in de Golf. Zowel Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Iran spelen in de regio een belangrijke rol. In mijn gesprekken heb ik de Nederlandse inzet op de Europees-geleide maritieme missie EMASoH toegelicht. De Nederlandse inspanning gaat gepaard met de inzet van Europese partners. Ik sta in nauw contact met EU-Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell, die een aantal weken voor mij de regio bezocht. Ook sprak ik op 13 februari, voorafgaand aan de reis, met de Amerikaanse Secretary of State Pompeo over de-escalatie van spanningen in de regio.

Saoedi-Arabië

In Saoedi-Arabië sprak ik met Minister van Buitenlandse Zaken Faisal bin Farhan en met Minister van Staat van Buitenlandse Zaken Adel al-Jubeir. Daarnaast bezocht ik een afdeling van een fabriek van Signify waar uitsluitend Saoedische vrouwen werken en sprak ik tevens met een diverse groep vrouwen uit de culturele sector, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld.

Nederland volgt de rol van Saoedi-Arabië in de regio kritisch, met name sinds het uitbreken van het conflict in Jemen. Tegelijkertijd werkt Nederland samen met Saoedi-Arabië om regionale stabiliteit te verbeteren, bijvoorbeeld door deelname aan de anti-ISIS-coalitie en als lid van het Global Counter Terrorism Forum (GCTF). Saoedi-Arabië heeft zich de afgelopen maanden relatief terughoudend en de-escalerend opgesteld, bijvoorbeeld na de aanvallen op olie-faciliteiten op 14 september jl. Nederland en Saoedi-Arabië hebben gedeelde zorgen over de hoog opgelopen spanningen. De Nederlandse boodschap is dat het zoeken naar diplomatieke oplossingen en het aangaan van het gesprek met alle regionale actoren, inclusief Iran, van groot belang is. Ik heb daarbij de Nederlandse inzet middels EMASoH toegelicht, en het doel van de missie om maritieme veiligheid en vrije doorvaart te bevorderen.

Het bezoek aan Saoedi-Arabië bood de gelegenheid het gesprek voort te zetten over andere zaken, zoals de situatie in Jemen, over mensenrechten en over de rechten van vrouwen in het bijzonder. In Jemen is ondanks de diplomatieke inzet van de VN en Saudische contacten met de Houthi het conflict nog steeds gaande. In Riyad was men gezien de recente escalatie van geweld minder optimistisch dan een aantal maanden terug. De inzet van Saoedi-Arabië lijkt evenwel nog steeds een politieke oplossing te vinden voor het conflict. Ik heb in mijn gesprek aandacht gevraagd voor de zorgwekkende humanitaire situatie in Jemen.

De moord op journalist Jamal Khashoggi was eveneens een belangrijk onderwerp van gesprek. Nederland heeft vanaf het begin samen met Europese partners een duidelijke boodschap afgegeven: er moet een eerlijk en transparant proces komen om de verantwoordelijken voor de moord op Khashoggi te bestraffen. Nederland heeft de moord sterk veroordeeld en opgeroepen tot grondig, transparant en geloofwaardig onderzoek en gerechtelijke vervolging van de daders. Deze boodschap is ook tijdens dit bezoek opnieuw duidelijk overgebracht.

Er was tijdens mijn bezoek nadrukkelijk aandacht voor de positie van vrouwen in Saoedi-Arabië. Enerzijds zijn in Saoedi-Arabië positieve stappen te zien: vrouwen mogen nu autorijden, worden aangemoedigd om te gaan werken – de Signify fabriek was daar een voorbeeld van –, en kunnen naar het buitenland reizen zonder toestemming van een mannelijk familielid. Anderzijds zit een aantal vrouwenrechtenactivisten die voor deze vooruitgang gestreden heeft nog steeds in de gevangenis. Ik heb een lijst met mensenrechtenzaken waar Nederland over verontrust is overhandigd aan Minister Bin Farhan. Daarnaast sprak ik over ongewenste buitenlandse financiering. Mijn gesprekspartners hebben de bestaande afspraken over het delen van informatie over financieringsstromen vanuit Saoedi-Arabië naar Nederlandse maatschappelijke en religieuze organisaties herbevestigd.

Nederland zal zich in de relatie met Saoedi-Arabië blijven inzetten om de positieve elementen van de sociale hervormingen in dit land te stimuleren en met Nederlandse kennis en expertise bij te dragen aan diversificatie en verduurzaming van de economie. Tegelijkertijd blijft Nederland de negatieve aspecten adresseren en zal de mensenrechtensituatie hoog op de agenda blijven staan, zowel in bilaterale contacten, in EU-verband als in multilaterale fora zoals tijdens het Nederlandse lidmaatschap van de mensenrechtenraad.

Verenigde Arabische Emiraten

In Abu Dhabi heb ik gesproken met Minister van Buitenlandse Zaken Abdullah bin Zayed. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) delen onze zorgen over de toegenomen spanningen in de regio. Het feit dat de VAE contacten onderhouden met Iran wordt door Nederland aangemoedigd. De Emirati autoriteiten hebben het afgelopen jaar meerdere keren opgeroepen tot de-escalatie en Minister bin Zayed heeft aangegeven dat Europese landen hier een belangrijke rol in kunnen spelen. Ik heb Minister Bin Zayed bedankt voor de rol van de VAE als gastland voor het operationele hoofdkwartier van EMASoH en van Abu Dhabi als thuishaven voor het fregat Zr. Ms. De Ruyter.

Het bezoek aan de VAE was tevens een gelegenheid om andere Nederlandse belangen te bespreken, zoals de bilaterale economische relatie en de Expo 2020 Dubai die later dit jaar begint en waar Nederland inzet op het verbinden van de sectoren water, energie en voedsel.

Ook heb ik de zorgwekkende situatie in Jemen aangekaart. De VAE heeft zijn troepen grotendeels teruggetrokken uit Jemen, maar het is op dit moment nog te vroeg om van een complete en definitieve terugtrekking te spreken. Daarnaast is gesproken over de situatie in Libië. Ik heb mijn zorgen uitgesproken over schendingen van het wapenembargo. Nederland dringt er bij alle landen op aan dit wapenembargo na te leven. In gesprek met Minister Bin Zayed is gesproken over mensenrechten en heb ik in het bijzonder aandacht gevraagd voor de zaak van de veroordeelde mensenrechtenactivist Ahmed Mansoor.

Zoals ook in Saoedi-Arabië heb ik met mijn gesprekpartner in de VAE de zorgen die leven binnen het kabinet en in de Nederlandse samenleving gedeeld over buitenlandse financiering die problematisch gedrag (bijvoorbeeld anti-integratief of antidemocratisch) mogelijk maakt of versterkt. Bestaande afspraken over het delen van informatie hierover zijn door de Emirati autoriteiten herbevestigd.

Iran

Zoals u weet acht ik het van groot belang dat Nederland met Iran in gesprek is en blijft. Nederland is zeer kritisch op Iran op veel terreinen. Alleen door met elkaar te praten kan Nederland de zorgen die we met Iran hebben adresseren. Mijn bezoek aan Teheran paste ook in deze inzet. In Iran heb ik gesproken met Minister van Buitenlandse Zaken Zarif en president Rouhani over het voortbestaan van de nucleaire deal met Iran, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA). Ik heb Iran wederom opgeroepen om terug te keren naar volledige naleving van de afspraken die gemaakt zijn onder het akkoord. Tevens heb ik benadrukt dat Nederland daad bij woord voegt door aandeelhouder te worden van het ruilhandel mechanisme Instrument in Support of Trade Exchanges (INSTEX), en daarmee de economische aspecten van de deal probeert te implementeren.

Mensenrechten stonden ook in Iran hoog op mijn agenda. De protesten die hardhandig zijn neergeslagen eind vorig jaar in Iran zijn primair aan de orde gekomen. Ik heb daarin duidelijk gemaakt dat grootschalig en buitenproportioneel geweld tegen vreedzame demonstranten onacceptabel is, en dat er geloofwaardig onderzoek en accountability moet komen voor de slachtoffers. Ook de vele mensenrechtenverdedigers die in Iran vastzitten, zoals Sacharov-prijs laureaat Nasrin Sotoudeh, en de onderdrukking van tegenspraak heb ik benoemd. Ik heb ook aandacht besteed aan de situatie van etnische en religieuze minderheden zoals de Baha’i en de vele doodstrafvonnissen, waaronder – zoals toegezegd aan het lid Karabulut (SP) tijdens het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 11 februari jl. – de zaak van de heren Alipour en Ostadghader.

Net als in Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten heb ik het met Iran ook gesproken over de regio en de noodzaak van het maken van bredere afspraken voor de lange termijn. Ik heb de Nederlandse zorgen over met name de steun die Iran geeft aan sjiitische milities in Irak, de Houthi in Jemen, het Syrische regime van Assad en Hezbollah in Libanon overgebracht. De rol die Iran speelt in de regio is veelal destabiliserend en leidt tot groot wantrouwen. Tegelijkertijd kan een veilige regio alleen tot stand worden gebracht door de landen in de regio zelf. Het diplomatieke spoor van EMASoH zet daarom ook primair in op maritieme veiligheid. Ik heb de Nederlandse inzet middels EMASoH daarom uitvoerig toegelicht en Nederland zal waar mogelijk in gesprek blijven met Iran omtrent maritieme veiligheid.

Tenslotte heb ik de Nederlandse zorgen geuit over de verdere ontwikkelingen in het ballistische raketprogramma van Iran. Ook de inzet van dergelijke raketten bij aanvallen op legerbases in Irak, waar troepen van de anti-ISIS coalitie gestationeerd waren, baren grote zorgen.

Bezoek hoofdkwartier EMASoH en Zr. Ms. de Ruyter

In het kader van de Nederlandse bijdrage aan maritieme veiligheid in de Golf, bezocht ik ook het hoofdkwartier van EMASoH en het Nederlands fregat Zr. Ms. De Ruyter in Abu Dhabi. Naast het operationele spoor, omvat EMASoH ook een diplomatiek spoor. De missie is hiermee nadrukkelijk gericht op de-escalatie, die in de huidige context van regionale spanningen onverminderd van belang blijft.

Op initiatief van Nederland is de Nederlandse ambassadeur Jeannette Seppen aangesteld als Senior Civilian Representative (SCR) voor EMASoH. Hierover heb ik uw Kamer reeds via het verslag Raad Buitenlandse Zaken van 17 februari 2020 geïnformeerd (kst. 21 501-02, nr. 2118). Belangrijkste taken van de SCR zullen zijn om het draagvlak voor de missie in de regio te vergroten en, in nauwe samenwerking met partners, de verschillende visies en behoeften ten aanzien van maritieme veiligheid in de regio in kaart te brengen om zo op zoek te gaan naar vertrouwenwekkende maatregelen teneinde een regionale dialoog te faciliteren. Het werk van de SCR vult de bredere inzet op diplomatieke oplossingen voor de regio goed aan. SCR Seppen vergezelde mij tijdens mijn reis aan de regio, waarmee de start van haar werkzaamheden gemarkeerd is.

Op het EMASoH hoofdkwartier heb ik een nuttige uitwisseling gehad met de Franse commandanten over de Frans-Nederlandse samenwerking op EMASoH. Tijdens mijn bezoek aan het fregat Zr. Ms. De Ruyter heb ik gesproken met het commandoteam over de uitgangspunten van de Nederlandse inzet en de bredere diplomatieke inspanningen van Nederland in de regio. Het bezoek bood ook een goede gelegenheid voor de leiding van de missie om kennis te maken met SCR Seppen en verkennende gesprekken te hebben over hun toekomstige nauwe samenwerking. Ik heb de Nederlandse bemanning bedankt voor hun inzet, hen een succesvolle missie en veilige thuiskomst toegewenst.

Tot slot

Een veilige Golfregio is van groot politiek en economisch belang voor Nederland en Europa en kan alleen tot stand worden gebracht door de landen in de regio zelf. In zowel Saoedi-Arabië, de VAE als in Iran wordt de Nederlandse en Europese inzet op de-escalatie gewaardeerd. Tegelijkertijd is duidelijk dat er in Saoedi-Arabië en de VAE weinig vertrouwen bestaat in verandering van het optreden van Iran in de regio. Iran, dat het terugtrekken van de VS uit JCPOA en de door de VS opnieuw ingestelde sancties als illegaal beschouwd, is teleurgesteld in de opstelling van de EU en heeft op zijn beurt weinig vertrouwen in de intenties van landen in de Golfregio.

Voor een oplossing is opbouw van vertrouwen nodig en dat vergt tijd. Samen met Europese partners probeert Nederland hier door middel van onze diplomatieke en militaire inzet in het kader van EMASoH een bijdrage aan te leveren.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven