32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 254 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2019

In reactie op het verzoek van de Tweede Kamer om voor het plenaire debat (d.d. 29 januari as.) over het NLA-programma Syrië (Handelingen II 2018/19, nr. 1299) de WOB-documenten toe te zenden die op dit moment beschikbaar zijn, informeer ik uw Kamer als volgt.

In de antwoorden op de feitelijke vragen over berichtgeving in de media over via WOB-procedure vrijgegeven documenten over het Nederlandse NLA-programma in Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 245), en in de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt en Voordewind (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1299), is uw Kamer geïnformeerd over het ingestelde onderzoek naar de fouten die gemaakt zijn tijdens de WOB-procedure.

Het kabinet heeft begrip voor het verzoek van uw Kamer. Uw Kamer heeft de WOB-documenten op 22 januari jl. dan ook ter vertrouwelijke inzage ontvangen. Echter, gedurende de loop van dit onderzoek – dat de gehele WOB publicatie beslaat – acht het kabinet het niet wenselijk om (delen van) de WOB-documenten te publiceren. Alvorens over te gaan tot herpublicatie van de WOB-documenten dienen de documenten opnieuw te worden gecontroleerd, en moet door middel van het onderzoek vastgesteld worden wat er in de procedures is misgegaan. Het kabinet wenst daarbij maximale zorgvuldigheid te betrachten en de resultaten en lessen van het onderzoek te betrekken in de herpublicatie en nieuwe controle van de WOB-documenten.

Zoals aan uw Kamer gemeld zal het onderzoek voorjaar 2019 afgerond zijn (Kamerstuk 32 623, nr. 245 en Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1299). Naar verwachting is het onderzoek eind april 2019 gereed. De Tweede Kamer zal als gebruikelijk middels een notificatiebrief over de publicatie van de WOB-documenten worden geïnformeerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven