32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 244 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2018

Zoals vermeld in de Kamerbrief van 7 september jl. (Kamerstuk 32 623, nr. 224) en tijdens het debat met de Kamer op 2 oktober jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 7, item 26) aan de orde is gekomen, is de Nederlandse bijdrage aan stabilisatieprogramma’s in Syrië stopgezet of loopt de bijdrage binnenkort af. Met deze brief informeren wij u over de wijze van afronding van laatstgenoemde bijdragen, de uitkomsten van het onderzoek van de Auditdienst Rijk (ADR) naar het financiële beheer van het NLA programma, en de reactie op de aangehouden motie van het lid Van Ojik over de White Helmets (Kamerstuk 32 623, nr. 232).

Non-lethal assistance (NLA)

Toen het kabinet dit voorjaar besloot het NLA programma volledig te beëindigen (Kamerstuk 32 623, nr. 200), is de levering van goederen stopgezet. Goederen die reeds in het gebied klaarstonden voor levering, zijn aangehouden. Voor deze goederen is of wordt een nieuwe bestemming gevonden.

Zuid

Voor het NLA-programma in het zuiden van Syrië betrof het een veldhospitaal dat was aangekocht door het Verenigd Koninkrijk, de contractpartner van het programma. Het kabinet heeft besloten het veldhospitaal te doneren aan het Jordaanse leger, waar zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk een samenwerkingsverband mee hebben. Het veldhospitaal levert een bijdrage aan de medische capaciteit van het Jordaanse leger, die daarmee de beschikbaarheid en flexibiliteit van de medische zorgverlening voor legereenheden kan vergroten.

Noord

Toen het programma werd beëindigd, waren in het noorden van Syrië drie voertuigen en een medisch echoapparaat reeds aangekocht maar nog niet afgeleverd. De voertuigen stonden reeds in Syrië, het echoapparaat nog in Turkije. Er wordt een humanitaire bestemming voor de goederen gezocht door middel van een donatie aan een professionele humanitaire partner. Het kabinet is hierover in overleg met de Verenigde Naties.

Auditdienst Rijk (ADR)

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de Auditdienst Rijk (ADR) opdracht gegeven het financiële beheer van het NLA programma te onderzoeken. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of bij de financiële transacties de daarvoor geldende voorschriften zijn gevolgd. Voorbeelden van deze voorschriften zijn het opstellen van een beoordelingsmemorandum voorafgaand aan het tekenen van het contract, het uitbetalen van voorschotten van maximaal 12 maanden en of afboekingen van voorschotten plaatsvinden op basis van verantwoordingsinformatie conform het contract. Uit de bevindingen van de ADR blijkt dat het financiële beheer van het NLA programma voldeed aan de geldende voorschriften. Er hebben geen handelingen plaatsgevonden die niet aan de voorschriften voldeden. Het rapport is ter vertrouwelijke inzage naar de Tweede Kamer gestuurd1.

Access to Justice and Community Security (AJACS) programma

Nederland heeft van oktober 2014 tot maart 2018 een financiële bijdrage geleverd aan het AJACS programma, dat tijdens en na die periode ook steun ontving van andere donoren. Middels het AJACS programma werd een civiele politiemacht in oppositiegebieden ondersteund. Vanwege verlies van grondgebied door de oppositie, werd het gehele programma, zes maanden na het einde van de Nederlandse bijdrage, stopgezet.

Goederen die de afgelopen jaren geleverd zijn aan de Free Syrian Police (FSP) zijn bij afronding van het programma afgeschreven omdat ze niet teruggevorderd kunnen worden uit conflictgebied (voor zover de goederen op dit moment nog door de Free Syrian Police gebruikt worden, en niet versleten of verloren zijn gegaan). Het gaat om goederen die tijdens de volledige looptijd van het programma aan de FSP zijn geleverd, zoals kleding, kantoorartikelen, communicatieapparatuur en voertuigen. Donorlanden aan het programma hebben gezamenlijk ingestemd met deze afschrijvingen, o.a. omdat FSP op deze manier nog zo lang mogelijk door kunnen gaan met hun werk voor de burgers in oppositiegebied.

White Helmets

Op 6 en 7 november jl. bracht een aantal leden van de White Helmets en de uitvoerende organisatie Mayday een bezoek aan Nederland. Ze werden ontvangen op het Ministerie waar ze spraken met ambtenaren, waaronder van de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB). IOB heeft aangeboden desgevraagd advies te willen geven over de verbetering van monitoring van het White Helmets programma, hetgeen door Mayday positief is ontvangen.

Nederland financiert het reddingswerk van de White Helmets tot eind november 2018. De White Helmets hebben geen verzoek ingediend voor vervolgfinanciering voor deze activiteiten. Wel is er tijdens het bezoek gesproken over een nieuw initiatief van de White Helmets om een bijdrage te leveren aan het accountability-dossier, wat een prioriteit is voor Nederland. Er is afgesproken met de White Helmets en Mayday in overleg te blijven over de voortgang van die activiteit – dat in Nederland wordt uitgevoerd – en eventuele toekomstige betrokkenheid van Nederland.

Motie van het lid Van Ojik

In de motie van het Kamerlid Van Ojik (Kamerstuk 32 623, nr. 232) wordt de regering verzocht mogelijkheden te onderzoeken om het humanitaire werk van de White Helmets blijvend te steunen en de White Helmets te helpen met het verbeteren van de monitoring en transparantie. Om de volgende redenen ontraadt het kabinet de aangehouden motie. Zoals hierboven genoemd, loopt de Nederlandse steun aan de White Helmets af, en omdat er op dit moment geen verzoek om hernieuwde financiering ligt, heeft het kabinet besloten niet financieel te investeren in het verbeteren van de monitoringssystemen van de White Helmets. Wel kan, zoals gezegd, de IOB indien gewenst en op verzoek van de White Helmets advies geven over de monitoring. Het kabinet blijft ondertussen in overleg met de White Helmets en Mayday over het nieuwe accountability-project.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven