Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2015
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor
Buitenlandse Zaken op een voorstel van de heer Sjoerdsma (D66) van 24 juli 2015 zonder
kenmerk inzake nadere informatie over de evacuatie van Nederlanders in Jemen.
Sinds augustus 2013 roept het Ministerie van Buitenlandse Zaken Nederlanders die in
Jemen verblijven op om het land te verlaten. Dat gebeurde via het reisadvies, via
de website van de ambassade en via berichten aan Nederlanders die zich bij de ambassade
hadden geregistreerd. Voordat de ambassade in Sana’a op 12 februari 2015 tijdelijk
sloot, kregen Nederlanders nogmaals het advies zelfstandig uit Jemen te vertrekken.
Met dit advies is ook aangekondigd dat de Nederlandse overheid na de sluiting van
de ambassade niet meer in staat is om Nederlanders uit Jemen te evacueren.
De consulaire bijstand aan Nederlanders in Jemen gaat echter voort. Vanaf de sluiting
van de ambassade in Jemen onderhoudt het Ministerie van Buitenlandse Zaken vanuit
Den Haag actief contact met Nederlanders die hulp vragen bij hun vertrek uit Jemen.
Het ministerie informeert hen over eventuele evacuatiemogelijkheden van andere landen
en organisaties. Indien een concrete mogelijkheid zich voordoet, vraagt het ministerie
aan betrokken land of organisatie om Nederlanders mee te nemen. Het ministerie levert
voortdurend inspanningen om Nederlanders te helpen Jemen alsnog te verlaten. Er wordt
daarbij zorgvuldig gekeken naar de nationaliteit en achtergrond van de hulpvragers.
Sinds het begin van het luchtoffensief is het ministerie erin geslaagd 41 Nederlanders
en niet-Nederlandse gezinsleden te helpen bij hun vertrek uit Jemen. Betrokkenen zijn
door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) geëvacueerd of op eigen gelegenheid
naar de buurlanden Saoedi-Arabië en Oman vertrokken. Het ministerie heeft hen bijgestaan
in het verkrijgen van de juiste documenten voor vertrek en heeft de Nederlandse ambassades
in het land van aankomst steeds van hun komst op de hoogte gesteld. Deze ambassades
hebben waar mogelijk de mensen opgevangen en waar nodig voorzien van documenten voor
een doorreis.
Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse
Zaken n.a.v. de Nederlandse inzet in Jemen van 21 juli 2015 was sprake van contact
met één Nederlander die op dat moment Jemen wilde verlaten. Deze Nederlander heeft
Jemen inmiddels veilig kunnen verlaten.
De Nederlanders over wie in die zelfde beantwoording werd gesproken, maar met wie
toen geen contact was, betreffen twee gezinnen. Met veel moeite is het ministerie
er in geslaagd het contact met deze gezinnen te herstellen. Beide gezinnen blijken
nog in Jemen te zijn en het land te willen verlaten. De veiligheidssituatie laat dit
echter nu niet toe en er zijn momenteel nauwelijks of geen evacuatiemogelijkheden.
Het eerste gezin betreft vijf personen, waarvan één persoon met vastgestelde Nederlandse
nationaliteit. Van dit gezin uit Ibb is nog niet de informatie ontvangen die nodig
is voor facilitering van een eventueel vertrek uit Jemen. Zo is de familieband nog
niet vastgesteld. Het tweede gezin uit Aden betreft zes personen, allen met de Nederlandse
nationaliteit. Als de veiligheidssituatie verbetert, zal het ministerie zoveel mogelijk
bijstand verlenen aan deze familie om hen te helpen Jemen te verlaten. Intussen onderhoudt
het ministerie contact met organisaties en landen over eventuele evacuatiemogelijkheden.
Mochten deze zich voordoen, dan melden wij dit de betrokkenen zo snel mogelijk.
Recent hebben zes nieuwe personen zich bij het ministerie gemeld die uit Jemen willen
vertrekken. Aan hen zijn aanvullende gegevens gevraagd om hun nationaliteit vast te
kunnen stellen.
De situatie in Jemen is al geruime tijd fluïde. Ik sluit niet uit dat bovengenoemde
aantallen snel weer veranderen. Het ministerie spant zich in om de consulaire bijstand
aan Nederlanders zoals beschreven voort te zetten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders