32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 152 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 22 juli 2015

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 21 mei 2015 over de Nederlandse inzet in Jemen (Kamerstuk 32 623, nr. 151).

De vragen en opmerkingen zijn op 18 juni 2015 aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voorgelegd. Bij brief van 21 juli 2015 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Eijsink

De voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Roon

De griffier van de commissies, Van Toor

I Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties

Inbreng VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de regering over de situatie in Jemen. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

Algemeen

De situatie in Jemen baart de leden van de VVD-fractie grote zorgen. Zij beschouwen de situatie die de Ministers schetsen in hun brief aan de Kamer als een bevestiging dat deze zorgen legitiem zijn. Deze leden vernemen graag of de Ministers opnieuw een update kunnen geven van de laatste ontwikkelingen sinds het uitkomen van de brief vorige maand. Wat zijn momenteel de strategische verhoudingen in Jemen? Tekenen realistische eindscenario’s zich inmiddels af? Is er een oplossing of een middenweg denkbaar? Welke rol spelen de nieuwe Koning van Saoedi-Arabië en zijn heringerichte regering precies in de strijd: is er sprake geweest van een duidelijke verschuiving ten aanzien van de Saoedische positie jegens Jemen na de troonwisseling? Hoe duiden de Ministers de Saoedische reactie op de gebeurtenissen in Jemen voorafgaand aan het ingrijpen?

Ex-president Saleh

De Ministers schrijven over de voormalige president Saleh. Hij speelt een rol in de strijd in Jemen aan de zijde van de Houthi’s. Kunnen de Ministers meer vertellen over de positie van Saleh? Hoeveel steun geniet hij nog onder de Jemenitische bevolking? Wat is zijn invloed in de praktijk en wat zijn volgens de Ministers de ambities van Saleh?

Strijdende partijen

Al Qaeda in Jemen wordt de gevaarlijkste tak van de terreurorganisatie genoemd. Onlangs kwam het bericht naar buiten dat Al Qaeda-kopstukken nog steeds worden gedood in Jemen. Wat is er bekend over de aanwezigheid van Al Qaeda-cellen in Jemen? Worden zij nog altijd zo gevaarlijk ingeschat als voorheen? Welke rol spelen zij in het huidige conflict? Hoe beoordelen de Ministers deze dreiging?

Ook ISIS zou inmiddels zijn opgedoken in Jemen en zich doen gelden met gerichte aanslagen op moskeeën. Kunnen de Ministers iets zeggen over hoe omvangrijk ISIS is in Jemen? Hoeveel strijders hebben zich inmiddels aangesloten bij de organisatie in Jemen? Hoe beoordelen de Ministers deze dreiging?

Sommige landen in de Saoedische coalitie tegen de Houthi’s participeren ook in de coalitie tegen ISIS. Wat zijn daarvan de praktische gevolgen voor de capaciteit voor de missie tegen ISIS in Syrië en Irak? Is er sprake van een verschuiving van Syrië/Irak naar Jemen?

Humanitaire situatie

De VN stelt – op het moment van schrijven van de brief – dat het aantal doden sinds 26 maart de 1.500 is gepasseerd, waarvan minstens 646 burgerslachtoffers. Kunnen de Ministers een update van deze cijfers geven? Over hoeveel doden en burgerslachtoffers spreekt de VN? Wat is het percentage burgerslachtoffers onder de doden? Zijn er cijfers van UNICEF bekend? En van andere organisaties?

Heeft de VN-Mensenrechtenraad, die Saoedi-Arabië hoopt voor te zitten, al een Commission of Inquiry aangekondigd of ingesteld om mensenrechtenschendingen te onderzoeken? Is Nederland voornemens hiertoe op te roepen, temeer gezien de enthousiaste Saoedische inzet binnen dit forum?

De Ministers schrijven verder dat de Nederlandse noodhulpbijdrage aan Jemen via twee kanalen loopt: 2 miljoen euro via de VN en 3 miljoen euro via de Dutch Relief Alliance. Wat is de gedachte achter deze verdeling? Kunnen de Ministers toelichten waar het geld uit deze fondsen tot nu toe aan is uitgegeven?

Het Amerikaanse Congres heeft de hulp aan Jemen inmiddels opgeschort. Verwachten de Ministers dat andere landen de VS hierin zullen volgen? Of is dat misschien al het geval geweest? En hoe beoordelen Nederland en de EU dit besluit?

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

In de brief is te lezen dat voorbehoedsmiddelen en medicijnen voor verloskundige zorg maanden geleden via het VN-fonds voor bevolkingsplanning zijn besteld en dat de distributie goed zal moeten worden gevolgd. Op welke wijze zal daaraan invulling worden gegeven?

Veiligheid en rechtsorde

«Het programma veiligheid en rechtsorde heeft concreet bijgedragen aan het democratiseringsproces zoals dat indertijd binnen het «Gulf Cooperation Council» initiatief in 2011 is afgesproken,» schrijven de Ministers. De leden van de VVD-fractie zouden graag horen op welke wijze dan concreet is bijgedragen aan het democratiseringsproces. Welke acties zijn ondernomen en tot welke concrete resultaten hebben die geleid? Hoe rijmen de Ministers deze uitspraak met de huidige situatie in Jemen, die gelijk staat aan de volledige ontsporing van het democratiseringsproces?

Overig

Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie nog een aantal vragen die niet direct betrekking hebben op de brief van de Ministers.

Te beginnen met de rol van Iran in het conflict in Jemen. Er is eerder in de Kamer gesproken over vermoedelijke bewapening en/of andere vorm van ondersteuning door Iran. Kunnen de Ministers de berichten hierover nu wel bevestigen?

Gezien de zeer gewelddadige situatie op de grond in Jemen vragen de leden van de VVD-fractie zich ook af of het onafhankelijke waarnemers lukt om de situatie op de grond te monitoren. Is dat het geval? En achten de Minister dat überhaupt haalbaar?

Ten slotte een vraag over werelderfgoed. Uit verschillende berichten blijkt dat de oude stad van Sana’a – UNESCO-werelderfgoed – ernstig beschadigd is geraakt door bombardementen van de Saoedische coalitie. Kunnen de Ministers iets zeggen over de effecten die bombardementen op het werelderfgoed in Jemen hebben gehad? Is dit punt aan de orde gesteld bij Saoedische coalitie?

Inbreng PvdA-fractie

Politieke inzet Nederland

De leden van de PvdA-fractie steunen de inzet van Nederland samen met de internationale gemeenschap voor snelle terugkeer van de stabiliteit, wederopbouw, en democratisering in het land. Dit is in het belang van de kwetsbare bevolking van Jemen maar ook voor de internationale stabiliteit en veiligheid. Een politieke oplossing achten de leden de enige uitweg uit dit conflict. Het relatief succesvolle verloop van het begin van de Nationale Dialoog liet zien dat dit mogelijk kan zijn. Zij vragen op welke wijze de regering de jarenlange Nederlandse ervaring en betrokkenheid bij de ontwikkeling van Jemen aanwendt, mede gezien de uitspraak dat Nederland altijd in contact stond met alle bij het conflict betrokken partijen, om de druk op binnenlandse strijdende partijen te vergroten om terug te keren naar de onderhandelingstafel. Daarbij is uitvoering van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad uiteraard van belang. Deze leden vragen tevens of verdere uitbreiding van de bestaande individuele sancties naar nieuwe personen en/of met nieuwe maatregelen ook kan bijdragen aan het vergroten van de politieke wil weer te gaan onderhandelen.

De leden van de PvdA-fractie nemen de signalen van onafhankelijke NGO's over vermeend gebruik van clustermunitie zeer serieus. Zij zijn hier zeer bezorgd over en vragen de regering, mede vanuit de speciale rol die Nederland in Jemen speelt, om er bij de internationale coalitie bilateraal en via relevante internationale fora op aan te dringen geen clustermunitie te gebruiken, mee te werken aan de onderzoeken hiernaar, en volledige openheid te geven over het al dan niet gebruik er van.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat sinds 2013 het reisadvies gold voor Nederlanders om het land te verlaten. Desondanks vinden zij het van groot belang dat de regering de 6 Nederlanders die nog in Jemen zijn, maximaal bijstaat wanneer zij zich in het nauw voelen zitten en geëvacueerd willen worden. De leden vragen daarom om nader in te gaan op hoe de Nederlandse regering deze mensen helpt om zo spoedig mogelijk het land te verlaten, op welke termijn de Ministers verwachten dat de Nederlanders geëvacueerd zijn, en in hoeveel gevallen dit succesvol is verlopen sinds het begin van het luchtoffensief van de internationale coalitie.

Humanitaire situatie

De leden van de PvdA-fractie maken zich grote zorgen over het humanitaire drama dat zich aan het voltrekken is in Jemen. Volgens de laatste berichten van de VN zijn 21,1 miljoen mensen (80% van de totale bevolking) afhankelijk van humanitaire hulp, wat het tot een van de grootste humanitaire rampen maakt van dit moment. Het is een enorme opgave om al die mensen te kunnen bereiken. Er is sprake van bemoeilijkte toegang tot mensen die de hulp nodig hebben, vanwege de door Saoedi-Arabië geleide blokkade op importen. In Jemen was al sprake van een chronische crisis met grote humanitaire noden, maar die is door de geweldssituatie alleen maar verergerd. Grote voedselschaarste en brandstoftekorten leiden tot acute voedseltekorten. Op 17 april jl. heeft de VN een internationaal noodhulpverzoek gedaan van 237,7 miljoen dollar. De leden van de PvdA-fractie vragen hoeveel geld er is toegezegd door de verschillende donoren. Ze vragen ook wat de huidige stand van zaken is rondom het EU Trust Fund voor Jemen. Is bekend hoeveel andere EU-lidstaten bij zullen dragen aan het fonds?

In de ontstane crisissituatie is vooral de positie van vrouwen en kinderen zeer zorgwekkend. Zo zijn ruim 1,5 miljoen kinderen en zwangere vrouwen ondervoed. De leden van de PvdA-fractie vragen de Ministers hoe deze kwetsbare groepen bereikt worden door de noodhulp programma’s.

Meer dan1 miljoen Jemenieten zijn op dit moment ontheemd, waarvan sommigen naar Djibouti en Somalië vluchten. De leden van de PvdA-fractie vragen op wat voor manier Nederland bijdraagt aan de opvang van de vluchtelingen uit Jemen in de Hoorn van Afrika.

Ontwikkelingssamenwerking

In de brief wordt aangegeven dat de huidige crisis ervoor zorgt dat alle programma’s opnieuw tegen het licht gehouden worden. De leden van de PvdA-fractie vragen of de SRGR-activiteiten die nog wel doorgang vinden, zo aangepast kunnen worden dat vrouwen en kinderen hiermee ondersteund kunnen worden, aangezien zij het hardst worden geraakt door het conflict. Deze leden vragen ook hoe de participatie van vrouwen ondersteund wordt in projecten gericht op verzoening van de strijdende partijen.

De leden van de PvdA-fractie waarderen de aandacht die Nederland vraagt voor de problematiek van kindsoldaten. Volgens recente berichten van Human Rights Watch neemt het gebruik van kindsoldaten door Houthi’s en andere groeperingen in het conflict toe. Kunnen de Ministers deze berichten bevestigen? Ze vragen waaruit de concrete inspanningen van de Ministers tot dusver hebben bestaan. Wat is de inzet van de Ministers op dit gebied, en wat is het resultaat dat de Ministers voor ogen hebben? De leden van de PvdA-fractie vragen wat de vervolgstappen zijn van de Ministers zodat de inspanningen zullen leiden tot een afname van het aantal kindsoldaten in het huidige conflict.

De Ministers schrijven in hun brief dat na 3 maanden het samenwerkingsprogramma opnieuw geëvalueerd zal worden en zo nodig aangepast. De leden van de PvdA-fractie vragen of de Kamer op basis van de uitkomsten van deze evaluatie opnieuw een brief kan verwachten.

Inbreng SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de brief van Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de ontwikkelingen in Jemen en de antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen over onder meer de inzet van clustermunitie in het land. Deze leden hebben hier nog een aantal vragen en opmerkingen over.

De leden van de SP-fractie hebben grote zorgen over de acute humanitaire ramp die zich in Jemen voltrekt. Jemen verkeerde al in crisis voor de escalatie van de gewelddadigheden en de luchtaanvallen van de coalitielanden onder leiding van Saoedi-Arabië sinds maart, maar sindsdien is de situatie in snel tempo verder achteruit gegaan. Kunnen de Ministers op de humanitaire situatie ingaan? Hoe ernstig is deze? Wat is de actuele situatie met betrekking tot het aantal doden, gewonden en ontheemden als gevolg van de escalatie van de gewapende strijd? Is het waar dat het merendeel van de dodelijke slachtoffers burgers betreft? Kan verder bevestigd worden dat de coalitie aanvallen uitvoert op woonhuizen van Houthi rebellen? Kan ook ingegaan worden op de verzoeken van de Verenigde Naties om financiële middelen voor het leveren van humanitaire hulp aan het land? In hoeverre wordt hieraan tegemoet gekomen? Is het waar dat het grote bedrag dat Saoedi-Arabië heeft toegezegd aan de Verenigde Naties nog steeds niet is gestort? Overweegt Nederland een extra financiële bijdrage als dit nodig is?

De leden van de SP-fractie horen verder graag een appreciatie van de Ministers over de oorzaken van de verslechtering van de humanitaire situatie in Jemen. Zijn zij het met deze leden eens dat naast de opgelaaide gewelddadigheden de blokkade van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië hier in belangrijke mate debet aan is, aangezien die ervoor zorgt dat schepen en vliegtuigen met hulpgoederen veelal de toegang tot Jemen geweigerd wordt? Worden de coalitielanden hierop aangesproken? Is opgeroepen tot het beëindigen van de blokkade? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

Zijn de Ministers het met de leden van de SP-fractie eens dat het voor de bevolking van Jemen van het allergrootste belang is dat de strijdende partijen direct en onvoorwaardelijk overgaan op een staakt-het-vuren, desnoods eenzijdig? Wordt hiertoe opgeroepen? Wanneer dat niet het geval is, kunnen de Ministers toelichten waarom niet? Kan verder aangegeven worden of, naast de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, Nederland of de EU op enigerlei wijze militair betrokken is bij de operatie van de coalitielanden onder leiding van Saoedi-Arabië dan wel of Nederland of de EU er politieke steun aan verleent?

De leden van de SP-fractie zijn verder teleurgesteld in de antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen over de inzet van clustermunitie in Jemen door de coalitie. Is de Minister bekend met de uitlatingen van een Saoedische generaal en woordvoerder van de coalitie tegen CNN dat clustermunitie is ingezet in Jemen (4 mei 2015) en het rapport van de United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, dat ook melding maakt van de inzet van dit wapen (3 juni 2015)? Is de Minister naar aanleiding van deze berichten alsnog bereid om de coalitielanden op de inzet van deze munitie aan te spreken?

In de brief over de ontwikkelingen in Jemen noemen de Ministers ook het Amerikaanse beleid om terrorismeverdachten met raketten afgevuurd van onbemande vliegtuigen, drones, te doden. Hierover verscheen in april een uitgebreid rapport van het Open Society Justice Initiative. Daarin wordt onder meer geconcludeerd dat burgers slachtoffer zijn van dit beleid, dat het op gespannen voet staat met het internationaal recht, dat burgers mogelijk als doelwit worden gedefinieerd door de Verenigde Staten, dat individuen worden gedood die mogelijk gevangen hadden kunnen worden en dat de drone aanvallen contraproductief zijn. De leden van de SP-fractie ontvangen van de Ministers graag een reactie op deze bevindingen van het rapport. Kunnen de Ministers verder een oordeel geven van de mate waarin het Amerikaanse drone beleid in Jemen bijdraagt aan de gewenste de-escalatie van de spanningen en een politieke oplossing voor de conflicten die het land al jaren teisteren? Kunnen verder berichten in internationale media bevestigd worden dat Al Qaida in Jemen zijn macht uitbreidt als gevolg van de escalatie in de gewelddadigheden tussen de Houthi rebellen en aanhangers van president Hadi?

Verder vragen de leden van de SP-fractie de Ministers in te gaan op de situatie van de in Jemen aanwezige Nederlanders. Zijn er in de nabije toekomst mogelijkheden voorzien dat zij die dat willen alsnog het land kunnen verlaten? Zo nee, waarom niet?

De leden van de SP-fractie vragen de Ministers ten slotte in te gaan op de politieke gesprekken die in Genève plaatsvinden tussen de strijdende partijen in Jemen. Kloppen de berichten dat dit overleg zeer moeizaam verloopt? Hebben de Ministers zicht op de belangrijkste obstakels voor het bereiken van een politieke oplossing voor het geëscaleerde geweld? Kan ook ingegaan worden op hoe zo’n politieke oplossing eruit zou kunnen zien?

Inbreng D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de kabinetsbrief over de situatie in Jemen. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen en aandachtspunten.

De leden van de D66-fractie danken de Minister van Buitenlandse Zaken voor de beantwoording van de vragen van het lid Sjoerdsma over de evacuatie van Nederlanders in Jemen. Kan de Minister de Kamer blijven informeren over de voortgang op dit gebied?

De leden van de D66-fractie constateren dat de Minister niet kan bevestigen of er daadwerkelijk clustermunitie is ingezet door de coalitie die de Houthi’s bombardeert, zoals Human Rights Watch stelt. Dit is opvallend, zeker gezien het CNN-bericht van vorige maand waarin een Saoedische brigadegeneraal bevestigde dat Saoedi-Arabië clustermunitie heeft gebruikt: «...according to Brig. Gen. Ahmed Asiri, a Saudi military spokesman. He told CNN Saudi Arabia has been using CBU-105 in Yemen against armored vehicles and not in the city.»1 Naast CNN heeft de Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) van de VN in een situation report van begin juni de berichten over clustermunitiegebruik genoemd.2 OCHA doelt in dit rapport specifiek op het gebruik van CBU-105, een type clustermunitie (Sensor Fuzed Weapon) dat verboden is onder het Clustermunitieverdrag. Was de Minister ten tijde van de beantwoording van de vragen bekend met deze berichtgeving? Zo ja, waarom heeft de Minister toen geantwoord dat hij de berichtgeving over het gebruik van clustermunitie niet kon bevestigen? Gezien deze informatie, kan de Minister dit gebruik nu wel bevestigen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat verandert hierdoor in de opstelling van het kabinet?

De leden van de D66-fractie vragen de Ministers om een beoordeling van het politieke proces. De Ministers geven in de brief aan dat een politiek proces op dit moment nog zeer fragiel is. De Nederlandse ambassadeur stelde op 17 juni jl. in een interview met de NPO dat de gesprekken in Genève tussen de regering en de Houthi’s zeer moeizaam op gang komen en tot zover slechts over het proces gaan.3 Ook spreekt de International Crisis Group in een rapport van de grote verdeeldheid binnen de verschillende kampen, zowel pro- als anti-Houthi. Dit zou een politiek proces nog verder bemoeilijken. Tegelijkertijd wordt het conflict in Jemen steeds internationaler. Hoe denken de Ministers dat een politiek proces vormgegeven kan worden, gezien de versplinterde belangen bij beide kampen (pro- en anti-Houthi)? Wat vinden de Ministers van de opstelling van de twee grote regionale spelers in dit conflict, Saoedi-Arabië en Iran? En wat voor rol zien de Ministers weggelegd voor Oman, die door de International Crisis Group aangeduid wordt als mogelijke neutrale facilitator?

De leden van de D66-fractie vragen de Ministers wat er gebeurt met het geld uit het budget van ontwikkelingssamenwerking dat voor Jemen was bestemd, maar dat door de huidige situatie niet in het land besteed zal worden. Zijn er alternatieve bestemmingen voor dit geld? Wordt dit geld in latere jaren alsnog besteed?

II Antwoord/Reactie van de Ministers

Inbreng VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de regering over de situatie in Jemen. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

Algemeen

De situatie in Jemen baart de leden van de VVD-fractie grote zorgen. Zij beschouwen de situatie die de Ministers schetsen in hun brief aan de Kamer als een bevestiging dat deze zorgen legitiem zijn. Deze leden vernemen graag of de Ministers opnieuw een update kunnen geven van de laatste ontwikkelingen sinds het uitkomen van de brief vorige maand. Wat zijn momenteel de strategische verhoudingen in Jemen? Tekenen realistische eindscenario’s zich inmiddels af? Is er een oplossing of een middenweg denkbaar?

Reactie van het kabinet:

Sinds het schrijven van de kamerbrief (Kamerstuk 32 623, nr. 151) is de situatie in Jemen helaas verder verslechterd. De gevechten en de bombardementen gaan door en de humanitaire situatie is schrijnend.

De gezant van de Secretaris-Generaal van de VN, Ismael Ould Cheikh Ahmed, heeft vanaf zijn benoeming gepoogd beide partijen naar Genève te halen voor consultaties. Uiteindelijk lukte het om in de week van 15 juni zowel de Jemenitische regering als een delegatie van de Houthi’s in Genève te krijgen voor overleg. De SGVN was bij de opening van de bijeenkomst aanwezig, hetgeen onderstreept hoeveel belang de VN hieraan hechtte.

Het overleg verliep bijzonder moeizaam. Het wantrouwen over en weer is zeer groot. Tijd werd verloren door discussies over procedures, zoals over de omvang van de Houthi-delegatie. Toch kan enige hoop worden geput uit het feit dat beide partijen naar Genève zijn gekomen en dat de deur open staat voor verdere consultaties. De VN-gezant heeft verslag gedaan van de consultaties aan de Veiligheidsraad en kondigde aan door te gaan met zijn gesprekken met de verschillende partijen in de regio (pendeldiplomatie). Naar alle waarschijnlijkheid zal het nog even duren voordat er weer een conferentie met beide partijen wordt georganiseerd.

Ondertussen is sprake van een patstelling. De Jemenitische regering en de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië eisen dat de Houthi’s zich terugtrekken uit de veroverde gebieden en zich conformeren aan de VR-resolutie 2216. De Houthi’s weigeren dit en eisen eerst het stoppen van de bombardementen. Het is aan de VN, of andere invloedrijke partners, om te bezien in hoeverre er consensus-bereidheid is. Er zijn aanwijzingen dat president Hadi steun verliest onder de bevolking, ook omdat hij zelf niet meer in het land is.

In het oosten van het land boekt al Qaeda ondertussen steeds meer terreinwinst, gebruikmakend van het machtsvacuüm. De organisatie is er toe overgegaan bestuurlijke taken op zich te nemen, zoals het organiseren van vuilnisophaaldiensten, en een verbod op de consumptie van qat. Ook Islamitische Staat lijkt munt te slaan uit het machtsvacuüm. Een toenemend aantal aanslagen op shi’itische moskeeën en op Houthi-leiders wordt door IS opgeëist.

In de visie van het kabinet verdient de VN-gezant alle ondersteuning die hij kan krijgen. Hij heeft de steun van de internationale gemeenschap en is als gesprekspartner aanvaard door zowel de Jemenitische regering als de Houthi’s. Het kabinet beziet of en in hoeverre het team van de Speciale Gezant versterkt kan worden.

Het enige realistische eindscenario is een politieke oplossing waarin alle legitieme partijen zich kunnen vinden. Elementen uit het GCC-initiatief uit 2012 en de resultaten van de Nationale Dialoog Conferentie zouden een rol in de toekomstige politieke oplossing van Jemen moeten spelen. Nederland en de EU roepen de verschillende spelers in het conflict regelmatig op het wantrouwen te overwinnen en zich te richten op een politieke oplossing.

Welke rol spelen de nieuwe Koning van Saoedi-Arabië en zijn heringerichte regering precies in de strijd: is er sprake geweest van een duidelijke verschuiving ten aanzien van de Saoedische positie jegens Jemen na de troonwisseling? Hoe duiden de Ministers de Saoedische reactie op de gebeurtenissen in Jemen voorafgaand aan het ingrijpen?

Reactie van het kabinet:

Saoedi-Arabië is altijd al zeer betrokken geweest bij Jemen. Ook onder de vorige Saoedische regering werd het land intensief financieel gesteund. Nadat de Houthi’s in september 2014 de hoofdstad Sana’a hadden ingenomen, is geprobeerd om – middels onderhandelingen onder leiding van de VN – tot een politieke oplossing te komen. Toen deze niet kwam, en de Houthi’s in maart 2015 richting Aden trokken, schreef president Hadi een brief aan de Veiligheidsraad met het verzoek aan lidstaten om militair in te grijpen en vluchtte naar het buitenland. Vanwege de ontwikkelingen aan de directe zuidgrens van Saoedi-Arabië voelde Saoedi-Arabië zich genoodzaakt in te grijpen. De veranderende geopolitieke verhoudingen in de regio spelen hierbij een rol. De rivaliteit tussen Saoedi-Arabië en Iran lijkt verder toe te nemen als gevolg van de nucleaire deal met Iran. Saoedi-Arabië ervaart grote uitdagingen met overname door de Houthi’s (een sji’itische, van zaiditische origine, groepering) van grote delen van Jemen. De coalitie van landen die intervenieert in Jemen wordt zoals bekend aangevoerd door Saoedi-Arabië. De nieuwe Koning Salman heeft een brede coalitie tot stand gebracht. Zijn zoon, Mohammed bin Salman, leidt als Minister van defensie de militaire operaties. Het kabinet is zeer bezorgd over de toename van sektarische tegenstellingen als gevolg van de verschillende conflicten in de regio.

Ex-president Saleh

De Ministers schrijven over de voormalige president Saleh. Hij speelt een rol in de strijd in Jemen aan de zijde van de Houthi’s. Kunnen de Ministers meer vertellen over de positie van Saleh? Hoeveel steun geniet hij nog onder de Jemenitische bevolking? Wat is zijn invloed in de praktijk en wat zijn volgens de Ministers de ambities van Saleh?

Reactie van het kabinet:

Oud-president Saleh heeft openlijk de kant van de Houthi’s gekozen. Met zijn zeer aanzienlijke fortuin ondersteunt hij niet alleen de Houthi’s, maar ook aan hem trouw gebleven delen van het nationale leger van Jemen. Het valt niet te ontkennen dat hij een zekere mate van steun geniet onder de bevolking, maar het is niet mogelijk te zeggen hoeveel. Mogelijkerwijze neemt zijn populariteit af naarmate het conflict voortduurt. Ook zijn partij, General People's Congress, is verdeeld over zijn leiderschap. Saleh heeft geprobeerd onderdak voor zichzelf en zijn familie te vinden in enkele Golfstaten, maar hij kreeg nul op rekest. Vooralsnog kan hij alleen in Jemen verblijven. Het ziet er naar uit dat hij belang heeft bij het voortduren van het huidige conflict. In het verleden was er volgens sommigen sprake van dat hij zijn zoon tot zijn opvolger wilde maken, maar dat wordt nu algemeen voor onmogelijk gehouden.

Strijdende partijen

Al Qaeda in Jemen wordt de gevaarlijkste tak van de terreurorganisatie genoemd. Onlangs kwam het bericht naar buiten dat Al Qaeda-kopstukken nog steeds worden gedood in Jemen. Wat is er bekend over de aanwezigheid van Al Qaeda-cellen in Jemen? Worden zij nog altijd zo gevaarlijk ingeschat als voorheen? Welke rol spelen zij in het huidige conflict? Hoe beoordelen de Ministers deze dreiging?

Reactie van het kabinet:

De situatie in Jemen is zeer verontrustend. Jemen is het toneel geworden van een machtsstrijd tussen de Houthi-milities en de regering van Jemen die gesteund wordt door de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië. Terroristische organisaties zoals Al Qaeda en ISIS zien instabiele gebieden vaak als terrein waar nieuwe winsten behaald kunnen worden. Al Qaeda heeft haar invloed in de omgeving van de havenstad Mukallah verder uitgebreid. ISIS probeert nu ook voet aan de grond te krijgen in Jemen met name in de oostelijke provincie Hadramawt. Beide organisaties proberen hun invloed door middel van terroristische aanslagen en overig geweld in een ontwricht Jemen verder uit te breiden. De schrijnende armoede, de grote humanitaire problemen en het vele geweld maken Jemenitische jongeren extra bevattelijk voor extremistische groepen.

Ook ISIS zou inmiddels zijn opgedoken in Jemen en zich doen gelden met gerichte aanslagen op moskeeën. Kunnen de Ministers iets zeggen over hoe omvangrijk ISIS is in Jemen? Hoeveel strijders hebben zich inmiddels aangesloten bij de organisatie in Jemen? Hoe beoordelen de Ministers deze dreiging?

Reactie van het kabinet:

Het kabinet beschikt niet over de benodigde informatie om de omvang van ISIS in Jemen te bepalen, noch over het aantal strijders dat zich inmiddels heeft aangesloten bij ISIS in Jemen.

Sommige landen in de Saoedische coalitie tegen de Houthi’s participeren ook in de coalitie tegen ISIS. Wat zijn daarvan de praktische gevolgen voor de capaciteit voor de missie tegen ISIS in Syrië en Irak? Is er sprake van een verschuiving van Syrië/Irak naar Jemen?

Reactie van het kabinet:

Over het aandeel van Arabische bondgenoten in de luchtcampagne in de strijd tegen ISIS kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan. In meer algemene zin kan worden gesteld dat het toenemende aantal crises in de regio leidt tot capaciteitsuitdagingen. ISIS voert regelmatig aanslagen uit in de Golfregio, zoals in Saoedi-Arabië en Koeweit. De Golfpartners zullen zeker ook daarom onverkort actief blijven optreden tegen ISIS. De inbreng van alle coalitiepartners is van wezenlijk belang voor de coalitie en de strijd tegen ISIS.

Humanitaire situatie

De VN stelt – op het moment van schrijven van de brief – dat het aantal doden sinds 26 maart de 1.500 is gepasseerd, waarvan minstens 646 burgerslachtoffers. Kunnen de Ministers een update van deze cijfers geven? Over hoeveel doden en burgerslachtoffers spreekt de VN? Wat is het percentage burgerslachtoffers onder de doden? Zijn er cijfers van UNICEF bekend? En van andere organisaties?

Reactie van het kabinet:

Op 1 juli 2015 heeft de VN de classificatie van de humanitaire situatie in Jemen opgeschaald tot het hoogste niveau. De opschaling tot niveau 3 betekent dat de VN-hulporganisaties tot het hoogste niveau gemobiliseerd worden. Ook in Irak, Syrië en Zuid-Soedan is sprake van niveau 3 noodsituaties. Volgens de VN is het land, waar 80 procent van de bevolking afhankelijk is van hulp, nu nog maar een stap verwijderd van een totale hongersnood.

Door gebrekkige toegang als gevolg van het geweld is het uitermate moeilijk om betrouwbare cijfers te krijgen.VN-organisatie OCHA rapporteerde op 13 juli jl. ruim 3.500 doden en bijna 17.000 gewonden naar aanleiding van de recente geweldsuitbarstingen in Jemen. Volgens het bureau van de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten zijn er ca. 1.700 burgerdoden gevallen, en zo’n 3.800 gewonden onder burgers. Volgens UNICEF zijn er per 7 juli 287 kinderen gestorven en 426 kinderen gewond geraakt als gevolg van het conflict. WHO geeft aan dat er tussen 19 maart en 26 juni 3.083 doden zijn gevallen (waaronder 140 kinderen) en 14.324 gewonden.

Heeft de VN-Mensenrechtenraad, die Saoedi-Arabië hoopt voor te zitten, al een Commission of Inquiry aangekondigd of ingesteld om mensenrechtenschendingen te onderzoeken? Is Nederland voornemens hiertoe op te roepen, temeer gezien de enthousiaste Saoedische inzet binnen dit forum?

Reactie van het kabinet:

Nederland heeft, in samenwerking met Jemen, de afgelopen vijf jaar een resolutie over Jemen ingediend in de Mensenrechtenraad. Op basis daarvan brengt de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten ieder jaar een rapport uit waarin hij aandacht besteedt aan de voortgaande schendingen en aanbevelingen doet.

Met de resoluties op basis van deze rapporten wordt de regering van Jemen aangesproken. De situatie in Jemen is nu aan de orde in de Veiligheidsraad. Het kabinet ondersteunt dit, temeer de problemen voor een belangrijk deel op het gebied van vrede en veiligheid liggen. Nederland blijft alert op mogelijke mensenrechtenschendingen in het huidige conflict en zal deze – waar mogelijk – aan de orde blijven stellen.

De Ministers schrijven verder dat de Nederlandse noodhulpbijdrage aan Jemen via twee kanalen loopt: 2 miljoen euro via de VN en 3 miljoen euro via de Dutch Relief Alliance. Wat is de gedachte achter deze verdeling? Kunnen de Ministers toelichten waar het geld uit deze fondsen tot nu toe aan is uitgegeven?

Reactie van het kabinet:

Bij het verdelen van de Nederlandse noodhulpbijdrage is onder meer gekeken naar de operationele capaciteit en de toegevoegde waarde van de betreffende organisaties en fondsen. Op basis van hun ervaring, aanwezigheid, en huidige responscapaciteit in Jemen is gekozen voor een bijdrage aan vijf Nederlandse NGO’s die onder de vlag van de Dutch Relief Alliance een joint response uitvoeren op het gebied van de hoogste noden: water en sanitatie, gezondheidszorg, voedselzekerheid, bescherming en noodopvang. De bijdrage aan de VN komt ten goede aan het Yemen Humanitarian Pooled Fund (YHPF). Dit fonds wordt door UNOCHA beheerd en ondersteunt de strategische implementatie van het herziene 2015 Yemen Humanitarian Response Plan, waar het VN flash appeal recent in op is gegaan. Het YHPF versterkt daarnaast de coördinerende rol van OCHA door fondsen toe te kennen aan prioritaire sectoren en geografische gebieden. Op deze wijze wordt zeker gesteld dat het Nederlandse geld daar wordt besteed waar de noden het hoogst zijn. Ook het hulpprogramma van de Dutch Relief Alliance wordt uitgevoerd onder coördinatie van OCHA.

Het Amerikaanse Congres heeft de hulp aan Jemen inmiddels opgeschort. Verwachten de Ministers dat andere landen de VS hierin zullen volgen? Of is dat misschien al het geval geweest? En hoe beoordelen Nederland en de EU dit besluit?

Reactie van het kabinet:

Voor zover bekend heeft van de bilaterale donoren alleen de VS de ontwikkelingssamenwerking met Jemen opgeschort (ongeveer USD 12 mln op jaarbasis). De reden hiervoor is het vertrek van USAID uit het land, waardoor de VS-projecten noodgedwongen moesten worden opgeschort. USAID werkt nl. niet met monitoring door derde partijen. Nederland doet dit wel; er wordt samengewerkt met bv. de VN en NGO’s (zowel lokaal als internationaal). De Nederlandse programma’s konden daarom na het vertrek van de ambassade doorlopen.

Overigens geldt de opschorting van de VS-hulp niet voor multilaterale en humanitaire hulp (ongeveer USD 90 mln). Het is de regering niet bekend of andere landen de VS zullen volgen. Geen van de Europese partners lijkt van plan dit te doen. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, heeft de hulp wel gedeeltelijk opgeschort. De regering is van mening dat projecten en programma´s die rechtsreeks ten goede komen aan de noodlijdende bevolking van Jemen doorgang moeten blijven vinden, zeker als zij door VN-organisaties en NGO’s worden uitgevoerd. Dit is ook de beleidslijn die door andere Europese donoren wordt gevolgd.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

In de brief is te lezen dat voorbehoedsmiddelen en medicijnen voor verloskundige zorg maanden geleden via het VN-fonds voor bevolkingsplanning zijn besteld en dat de distributie goed zal moeten worden gevolgd. Op welke wijze zal daaraan invulling worden gegeven?

Reactie van het kabinet:

Distributie en gebruik van de voorbehoedsmiddelen en medicijnen voor verloskundige zorg zal worden opgevolgd door de regionale gezondheidsafdelingen die rechtstreeks rapporteren aan de Vice-Minister van gezondheid. Hierbij maken zij gebruik van het Logistical Management Information System, opgezet met ondersteuning van USAID. De Vice-Minister van gezondheid heeft recent bevestigd dat ondanks de moeilijke situatie in het land, de regionale afdelingen functioneren en rapporteren. Ook UNFPA, UNICEF en WHO zijn betrokken. De lokale staf van deze organisaties zal een rol spelen bij de opvolging van distributie en gebruik van deze middelen.

Veiligheid en rechtsorde

«Het programma veiligheid en rechtsorde heeft concreet bijgedragen aan het democratiseringsproces zoals dat indertijd binnen het «Gulf Cooperation Council» initiatief in 2011 is afgesproken,» schrijven de Ministers. De leden van de VVD-fractie zouden graag horen op welke wijze dan concreet is bijgedragen aan het democratiseringsproces. Welke acties zijn ondernomen en tot welke concrete resultaten hebben die geleid? Hoe rijmen de Ministers deze uitspraak met de huidige situatie in Jemen, die gelijk staat aan de volledige ontsporing van het democratiseringsproces?

Reactie van het kabinet:

Nederland heeft bijgedragen aan initiatieven die de totstandkoming van een nieuwe moderne Grondwet tot doel hadden en die de Jemenitische kiesraad hebben gesteund.

Een concepttekst van de Grondwet is in februari jl. gepubliceerd, met vele elementen die voor Jemen nieuw zijn, zoals een federale staatsstructuur. De verhouding tussen de verschillende lagen van bestuur en hun democratische verkiezingen, zijn tot in detail uitgewerkt. In de concepttekst van de Grondwet is sprake van een gelijkwaardige verhouding tussen man en vrouw.

Daarnaast heeft Nederland de kiesraad gesteund, vanuit de overtuiging dat, wanneer er verkiezingen gehouden zouden worden in Jemen, het land daarvoor optimaal voorbereid dient te zijn. Daartoe moet er eerst een kiesregister komen, waarin alle kiesgerechtigde inwoners (de Grondwet bepaalt wie kiesgerechtigd is) vastgelegd zijn.

In hoeverre de tot nu toe behaalde resultaten voor de toekomst behouden kunnen worden, is door de oorlogssituatie uiterst onzeker geworden. Zodra er een politiek akkoord is, zal er opnieuw moeten worden bekeken of op de resultaten van de Nationale Dialoog Conferentie, waarin ook vrouwen en jongeren actief hebben geparticipeerd, kan worden voortgebouwd. Dat geldt ook voor de tekst van de Grondwet, waarin veel verworvenheden van de Nationale Dialoog zijn vastgelegd.

Overig

Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie nog een aantal vragen die niet direct betrekking hebben op de brief van de Ministers.

Te beginnen met de rol van Iran in het conflict in Jemen. Er is eerder in de Kamer gesproken over vermoedelijke bewapening en/of andere vorm van ondersteuning door Iran. Kunnen de Ministers de berichten hierover nu wel bevestigen?

Reactie van het kabinet:

Voor zover nagegaan kan worden is er geen sprake van wapenleveranties door Iran aan de Houthi’s. Mogelijk laten de Houthi’s zich bijstaan door Iraanse strategisch-militaire adviseurs.

Gezien de zeer gewelddadige situatie op de grond in Jemen vragen de leden van de VVD-fractie zich ook af of het onafhankelijke waarnemers lukt om de situatie op de grond te monitoren. Is dat het geval? En achten de Minister dat überhaupt haalbaar?

Reactie van het kabinet:

Gezien de huidige veiligheidssituatie is de operationele context in Jemen zeer uitdagend. Volgens OCHA vindt er, ondanks de beperkte toegang, wel monitoring plaats. Het meeste werk op het gebied van monitoring wordt verricht door het Internationale Rode Kruis (ICRC), internationale NGO’s en lokale humanitaire partners.

Ten slotte een vraag over werelderfgoed. Uit verschillende berichten blijkt dat de oude stad van Sana’a – UNESCO-werelderfgoed – ernstig beschadigd is geraakt door bombardementen van de Saoedische coalitie. Kunnen de Ministers iets zeggen over de effecten die bombardementen op het werelderfgoed in Jemen hebben gehad? Is dit punt aan de orde gesteld bij Saoedische coalitie?

Reactie van het kabinet:

Sinds het begin van het conflict is volgens UNESCO op verschillende plaatsen in werelderfgoedstad Sana’a schade ontstaan. Zo is op 9 juni het historische stadsdeel Al-Owrdhi zwaar beschadigd en zijn op 12 juni historische huizen in de Al-Qasimi-buurt gebombardeerd. UNESCO bericht verder over schade aan de historische stad Zabid (Werelderfgoed) en aan de antieke dam van Marib (voorlopige lijst voor het werelderfgoed). Daarnaast is het Nationaal Museum in Dhamar volgens UNESCO volledig vernietigd en zijn de historische centra van Sada’a, Mukalla en Taez beschadigd. Over de precieze omvang van de schade is nog weinig bekend. UNESCO wil met Jemenitische erfgoedorganisaties de schade in kaart gaan brengen. De toedracht van het bombardement van de oude stad is tot op heden niet opgehelderd. De Saoedische coalitie ontkent iedere betrokkenheid.

Inbreng PvdA-fractie

Politieke inzet Nederland

De leden van de PvdA-fractie steunen de inzet van Nederland samen met de internationale gemeenschap voor snelle terugkeer van de stabiliteit, wederopbouw, en democratisering in het land. Dit is in het belang van de kwetsbare bevolking van Jemen maar ook voor de internationale stabiliteit en veiligheid. Een politieke oplossing achten de leden de enige uitweg uit dit conflict. Het relatief succesvolle verloop van het begin van de Nationale Dialoog liet zien dat dit mogelijk kan zijn. Zij vragen op welke wijze de regering de jarenlange Nederlandse ervaring en betrokkenheid bij de ontwikkeling van Jemen aanwendt, mede gezien de uitspraak dat Nederland altijd in contact stond met alle bij het conflict betrokken partijen, om de druk op binnenlandse strijdende partijen te vergroten om terug te keren naar de onderhandelingstafel. Daarbij is uitvoering van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad uiteraard van belang.

Reactie van het kabinet:

Nederland is actief betrokken bij het vinden van een politieke oplossing voor het conflict in Jemen. De Nederlandse ambassadeur reist frequent naar de regio voor overleg met de Jemenitische regering in Riyad en met de ambassadeurs van de landen die geaccrediteerd zijn in Jemen en die nu opereren vanuit Riyad. Door de jarenlange ervaring en betrokkenheid bij Jemen kan Nederland bij deze partijen met gezag haar standpunt naar voren brengen. Nederland benadrukt dat het conflict in Jemen om een regionale oplossing vraagt waarbij de landen van de Golf Cooperation Council (GCC) een essentiële rol spelen. Zowel bilateraal als in EU verband ondersteunt Nederland de inspanningen van de speciale VN-gezant om de strijdende partijen bij elkaar te brengen. De besprekingen over Jemen zijn een kwestie van lange adem. Stap voor stap moet naar een politieke oplossing worden toegewerkt.

Deze leden vragen tevens of verdere uitbreiding van de bestaande individuele sancties naar nieuwe personen en/of met nieuwe maatregelen ook kan bijdragen aan het vergroten van de politieke wil weer te gaan onderhandelen.

Reactie van het kabinet:

De inzet van het kabinet is te komen tot een politieke oplossing van het conflict. De eerste stappen naar overleg tussen de partijen zijn voorzichtig gezet. Hoewel het wantrouwen tussen de partijen groot is, was er sprake van politieke wil om naar Genève te komen. Dit broze proces moet nu een kans krijgen, en de Speciale Gezant van de SGVN moet de tijd en de gelegenheid geboden worden om in verder overleg met de partijen meer vertrouwen tot stand te brengen. Daarbij lijkt voor het afkondigen van nieuwe of het uitbreiden van bestaande sancties vooralsnog het juiste tijdstip niet aangebroken. Zij zouden de pogingen van de VN Gezant kunnen ondermijnen.

De leden van de PvdA-fractie nemen de signalen van onafhankelijke NGO's over vermeend gebruik van clustermunitie zeer serieus. Zij zijn hier zeer bezorgd over en vragen de regering, mede vanuit de speciale rol die Nederland in Jemen speelt, om er bij de internationale coalitie bilateraal en via relevante internationale fora op aan te dringen geen clustermunitie te gebruiken, mee te werken aan de onderzoeken hiernaar, en volledige openheid te geven over het al dan niet gebruik er van.

Reactie van het kabinet:

Het kabinet acht de rapportage van HRW bijzonder zorgelijk. Nederland heeft daarom tijdens de bijeenkomst van het Clustermunitieverdrag op 23 juni 2015 zorgen over dit bericht uitgesproken en de betrokken partijen om meer informatie gevraagd. Ook is het rapport besproken met andere partijen bij het clustermunitieverdrag. Zoals bekend zijn Saoedi-Arabië en Jemen geen partij bij dit verdrag. Zoals in de antwoorden op de Kamervragen is aangegeven (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nrs. 2565 en 2567), doet het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten op dit moment onderzoek naar deze kwestie. Indien de bevindingen worden bevestigd, zal de Hoge Commissaris hierop verdere actie ondernemen. Ook het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken doet onderzoek naar aanleiding van het rapport van Human Rights Watch. Beide onderzoeken zijn nog niet afgerond.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat sinds 2013 het reisadvies gold voor Nederlanders om het land te verlaten. Desondanks vinden zij het van groot belang dat de regering de 6 Nederlanders die nog in Jemen zijn, maximaal bijstaat wanneer zij zich in het nauw voelen zitten en geëvacueerd willen worden. De leden vragen daarom om nader in te gaan op hoe de Nederlandse regering deze mensen helpt om zo spoedig mogelijk het land te verlaten, op welke termijn de Ministers verwachten dat de Nederlanders geëvacueerd zijn, en in hoeveel gevallen dit succesvol is verlopen sinds het begin van het luchtoffensief van de internationale coalitie.

Reactie van het kabinet:

Sinds het begin van het luchtoffensief is het Ministerie van Buitenlandse Zaken erin geslaagd 40 Nederlanders en niet-Nederlandse gezinsleden te helpen bij hun vertrek uit Jemen. Het ministerie houdt proactief contact met Nederlanders die hulp hebben gevraagd bij hun vertrek. Op dit moment is er contact met één Nederlander in Sana’a die uit Jemen wil vertrekken. Hij krijgt informatie en advies over mogelijkheden om het land te verlaten. Met een aantal Nederlanders die eerder in Jemen verbleven, lukt het niet om contact te krijgen. Dat kan zijn omdat ze het land inmiddels hebben kunnen verlaten of omdat ze om uiteenlopende redenen niet kunnen communiceren. Niet alle Nederlanders die het land verlaten melden zich af bij het ministerie. Daarom is het moeilijk om exact te bepalen hoeveel Nederlanders nog in Jemen verblijven.

Humanitaire situatie

De leden van de PvdA-fractie maken zich grote zorgen over het humanitaire drama dat zich aan het voltrekken is in Jemen. Volgens de laatste berichten van de VN zijn 21,1 miljoen mensen (80% van de totale bevolking) afhankelijk van humanitaire hulp, wat het tot een van de grootste humanitaire rampen maakt van dit moment. Het is een enorme opgave om al die mensen te kunnen bereiken. Er is sprake van bemoeilijkte toegang tot mensen die de hulp nodig hebben, vanwege de door Saoedi-Arabië geleide blokkade op importen. In Jemen was al sprake van een chronische crisis met grote humanitaire noden, maar die is door de geweldssituatie alleen maar verergerd. Grote voedselschaarste en brandstoftekorten leiden tot acute voedseltekorten. Op 17 april jl. heeft de VN een internationaal noodhulpverzoek gedaan van 237,7 miljoen dollar. De leden van de PvdA-fractie vragen hoeveel geld er is toegezegd door de verschillende donoren.

Reactie van het kabinet:

Op 19 juni heeft de VN een herzien Humanitarian Response Plan 2015 voor Jemen uitgebracht, waar het eerdere VN noodhulpverzoek van 273,7 miljoen dollar in is opgegaan. Het herziene noodhulpverzoek bedraagt 1,6 miljard dollar. Tot op heden is in 2015 167 miljoen dollar (10%) bijgedragen. Daarnaast is er door de verschillende donoren nog 304 miljoen dollar toegezegd, waaronder een bijdrage van 244 miljoen dollar van Saoedi-Arabië.

Op dit moment vindt de financiële afwikkeling met de betreffende organisaties plaats, waarna uitbetaling van de Saoedische bijdrage hopelijk spoedig volgt.

Ze vragen ook wat de huidige stand van zaken is rondom het EU Trust Fund voor Jemen. Is bekend hoeveel andere EU-lidstaten bij zullen dragen aan het fonds?

Reactie van het kabinet:

Het trustfonds bevindt zich momenteel in een ontwerpfase. De doelstelling voor oprichting van het fonds zal volgens de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) moeten zijn om klaar te staan om Jemen direct bij te kunnen staan zodra dat nodig en mogelijk is. Het trustfonds zal zich volgens EDEO gaan richten op wederopbouw en weerbaarheid van de bevolking. Volgens de Europese Commissie hebben tot nu toe naast Nederland, ook Duitsland, Italië en Spanje interesse getoond, maar is nog geen sprake van een bijdrage. Hiertoe zal het fonds allereerst formeel moeten worden opgericht.

In de ontstane crisissituatie is vooral de positie van vrouwen en kinderen zeer zorgwekkend. Zo zijn ruim 1,5 miljoen kinderen en zwangere vrouwen ondervoed. De leden van de PvdA-fractie vragen de Ministers hoe deze kwetsbare groepen bereikt worden door de noodhulp programma’s.

Reactie van het kabinet:

Sinds de escalatie van het conflict zijn 1,9 miljoen mensen bereikt met voedselhulp. Noodhulpprogramma’s op het gebied van bijvoeding (nutrition) richten zich specifiek op kinderen en zwangere vrouwen. Er wordt hierbij onder meer gebruik gemaakt van mobiele klinieken die werkzaam zijn in verschillende provincies en districten. Kinderen worden medisch gecontroleerd en ontvangen bijvoeding en voedings- en vitaminesupplementen. Ook zwangere vrouwen krijgen voedings- en vitaminesupplementen. Daarnaast worden bijvoorbeeld vrijwilligers getraind op het gebied van kennis over borstvoeding, bijvoeding, vaccinaties, hygiëne en preventie van ziekten. Ook wordt daarbij voorlichting gegeven over het voorkomen van rekrutering van kindsoldaten. Een nijpend brandstoftekort en gebrek aan goederen bemoeilijken een effectieve respons van humanitaire organisaties.

Meer dan 1 miljoen Jemenieten zijn op dit moment ontheemd, waarvan sommigen naar Djibouti en Somalië vluchten. De leden van de PvdA-fractie vragen op wat voor manier Nederland bijdraagt aan de opvang van de vluchtelingen uit Jemen in de Hoorn van Afrika.

Reactie van het kabinet:

De ernst van de humanitaire situatie in Jemen brengt in toenemende mate stromen ontheemden en vluchtelingen op gang. In dit kader heeft VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR besloten de hulprespons in Jemen, Djibouti en Somalië te intensiveren. Ook het internationale Rode Kruis (ICRC) en het Central Emergency Response Fund (CERF) spelen een belangrijke rol op het gebied van opvang van vluchtelingen in de Hoorn van Afrika. De algemene ongeoormerkte bijdrage van Nederland aan UNHCR voor 2015 bedraagt 33 miljoen euro, ICRC ontvangt 40 miljoen euro en CERF 55 miljoen euro. Naast het vergroten van flexibiliteit en voorspelbaarheid van hulp, dragen ongeoormerkte bijdragen bij aan een versterkte responscapaciteit van organisaties om in het geval van een acute crisis direct in te springen. De vluchtelingensituatie in de Hoorn van Afrika als gevolg van het conflict in Jemen wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Op basis van de ontwikkelingen kunnen indien nodig op een later tijdstip extra humanitaire bijdragen worden overwogen.

Ontwikkelingssamenwerking

In de brief wordt aangegeven dat de huidige crisis ervoor zorgt dat alle programma’s opnieuw tegen het licht gehouden worden. De leden van de PvdA-fractie vragen of de SRGR-activiteiten die nog wel doorgang vinden, zo aangepast kunnen worden dat vrouwen en kinderen hiermee ondersteund kunnen worden, aangezien zij het hardst worden geraakt door het conflict. Deze leden vragen ook hoe de participatie van vrouwen ondersteund wordt in projecten gericht op verzoening van de strijdende partijen.

Reactie van het kabinet:

Alle lopende SRGR programma’s hebben een focus op vrouwen en jeugd, waardoor deze groepen het meest van deze programma’s profiteren. Hierbij ligt de nadruk op het versterken van de weerbaarheid van vrouwen en jongeren.

Nederland steunt specifiek projecten die gericht zijn op een verandering van de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw, vooral in rurale gebieden. Deze projecten worden uitgevoerd door een NGO – en vinden nog steeds doorgang – ondanks de precaire veiligheidssituatie. Mannen worden aangemoedigd de stem van vrouwen te accepteren bij conflicten die in hun lokale gemeenschappen spelen. Vrouwen worden gestimuleerd hun stem te laten horen. De lokale gemeenschap slaagt er op die manier in conflicten in een eerder stadium openlijk te bespreken waardoor de kansen op een vreedzame oplossing toenemen.

De leden van de PvdA-fractie waarderen de aandacht die Nederland vraagt voor de problematiek van kindsoldaten. Volgens recente berichten van Human Rights Watch neemt het gebruik van kindsoldaten door Houthi’s en andere groeperingen in het conflict toe. Kunnen de Ministers deze berichten bevestigen? Ze vragen waaruit de concrete inspanningen van de Ministers tot dusver hebben bestaan. Wat is de inzet van de Ministers op dit gebied, en wat is het resultaat dat de Ministers voor ogen hebben? De leden van de PvdA-fractie vragen wat de vervolgstappen zijn van de Ministers zodat de inspanningen zullen leiden tot een afname van het aantal kindsoldaten in het huidige conflict.

Reactie van het kabinet:

Het in juni 2015 gepubliceerde rapport van de SGVN over kinderen in gewapend conflict maakt melding van een significante stijging van de rekrutering van kinderen in Jemen sinds 2013. In de bijlage van het rapport worden diverse Jemenitische partijen genoemd die kinderen rekruteren. Nederland steunt de «Children, Not Soldier» campagne van Speciaal Vertegenwoordiger van de SGVN voor Kinderen en Gewapend Conflict. De regering van Jemen ondertekende in dit kader in 2014 een Actieplan met de VN om rekrutering van kinderen te voorkomen. Sinds de oplaaiing van het geweld in Jemen in 2015 is implementatie van het Actieplan in de wacht gezet. Nederland blijft aandacht vragen voor de problematiek van kindsoldaten in Jemen in internationale fora, onder meer in de resolutie over Jemen in de Mensenrechtenraad. Deze resolutie vraagt Jemen het Actieplan uit te voeren en eist dat gewapende groeperingen stoppen met het werven van kinderen en dat alle partijen werken aan de vrijlating van deze kinderen en re-integratie in de samenleving. Deze resolutie werd opgesteld door Nederland in afstemming met Jemen en werd vorig jaar voor de vijfde keer aangenomen.

De Ministers schrijven in hun brief dat na 3 maanden het samenwerkingsprogramma opnieuw geëvalueerd zal worden en zo nodig aangepast. De leden van de PvdA-fractie vragen of de Kamer op basis van de uitkomsten van deze evaluatie opnieuw een brief kan verwachten.

Reactie van het kabinet:

Voor zover de evaluatie van het samenwerkingsprogramma tot nieuwe aanpassingen zal leiden, zal de Kamer op de hoogte gesteld worden.

Inbreng SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de brief van Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de ontwikkelingen in Jemen en de antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen over onder meer de inzet van clustermunitie in het land. Deze leden hebben hier nog een aantal vragen en opmerkingen over.

De leden van de SP-fractie hebben grote zorgen over de acute humanitaire ramp die zich in Jemen voltrekt. Jemen verkeerde al in crisis voor de escalatie van de gewelddadigheden en de luchtaanvallen van de coalitielanden onder leiding van Saoedi-Arabië sinds maart, maar sindsdien is de situatie in snel tempo verder achteruit gegaan. Kunnen de Ministers op de humanitaire situatie ingaan? Hoe ernstig is deze? Wat is de actuele situatie met betrekking tot het aantal doden, gewonden en ontheemden als gevolg van de escalatie van de gewapende strijd? Is het waar dat het merendeel van de dodelijke slachtoffers burgers betreft? Kan verder bevestigd worden dat de coalitie aanvallen uitvoert op woonhuizen van Houthi rebellen? Kan ook ingegaan worden op de verzoeken van de Verenigde Naties om financiële middelen voor het leveren van humanitaire hulp aan het land? In hoeverre wordt hieraan tegemoet gekomen? Is het waar dat het grote bedrag dat Saoedi-Arabië heeft toegezegd aan de Verenigde Naties nog steeds niet is gestort? Overweegt Nederland een extra financiële bijdrage als dit nodig is?

Reactie van het kabinet:

Sinds de escalatie van het conflict in Jemen eind maart is de humanitaire situatie ernstig verslechterd. De VN spreekt op dit moment van 21,1 miljoen hulpbehoevenden, ofwel 80% van de gehele bevolking. De meest urgente noden liggen op het gebied van schoon drinkwater, voedsel, gezondheidszorg, noodopvang en bescherming. De ernst van de humanitaire situatie brengt in toenemende mate stromen ontheemden op gang. Nijpende brandstoftekorten bemoeilijken humanitaire operaties. Sinds de escalatie van de gewapende strijd zijn er ruim 3.500 doden en bijna 17.000 gewonden gevallen, en ruim 1 miljoen mensen ontheemd geraakt. Volgens het bureau van de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten zijn er ca. 1.700 burgerdoden gevallen, de helft van het totale aantal dodelijke slachtoffers. Op 19 juni jl. heeft de VN een herzien Humanitarian Response Plan 2015 voor Jemen uitgebracht, waar het eerdere VN noodhulpverzoek van 273,7 miljoen dollar in is opgegaan. Het herziene noodhulpverzoek bedraagt 1,6 miljard dollar. Tot op heden is in 2015 167 miljoen dollar (10%) bijgedragen. Daarnaast is er door de verschillende donoren nog 304 miljoen dollar toegezegd, waaronder een bijdrage van 244 miljoen dollar van Saoedi-Arabië aan verschillende VN-organisaties. Op dit moment vindt de financiële afwikkeling met de betreffende organisaties plaats, waarna uitbetaling van de Saoedische bijdrage hopelijk spoedig volgt. Nederland volgt de ontwikkelingen in Jemen op de voet en zal een extra financiële bijdrage overwegen indien nodig.

Of woonhuizen van Houthi-rebellen een specifiek doelwit vormen, is niet met zekerheid vast te stellen.

De leden van de SP-fractie horen verder graag een appreciatie van de Ministers over de oorzaken van de verslechtering van de humanitaire situatie in Jemen. Zijn zij het met deze leden eens dat naast de opgelaaide gewelddadigheden de blokkade van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië hier in belangrijke mate debet aan is, aangezien die ervoor zorgt dat schepen en vliegtuigen met hulpgoederen veelal de toegang tot Jemen geweigerd wordt? Worden de coalitielanden hierop aangesproken? Is opgeroepen tot het beëindigen van de blokkade? Indien dat niet het geval is, waarom niet?

Reactie van het kabinet:

Vertragingen en beperkingen van de import van brandstof en goederen bemoeilijken de uitvoering van humanitaire operaties in Jemen. Het internationale vliegveld in Sana’a is nauwelijks operationeel wat het moeilijk maakt hulpvluchten uit te voeren. Saoedi-Arabië zou inmiddels bereid zijn om de blokkades van Jemenitische havens op te heffen en de controle op wapens van binnenkomende schepen met hulpgoederen aan de VN over te dragen. De details van een dergelijke afspraak moeten echter nog worden uitgewerkt.

Zijn de Ministers het met de leden van de SP-fractie eens dat het voor de bevolking van Jemen van het allergrootste belang is dat de strijdende partijen direct en onvoorwaardelijk overgaan op een staakt-het-vuren, desnoods eenzijdig? Wordt hiertoe opgeroepen? Wanneer dat niet het geval is, kunnen de Ministers toelichten waarom niet?

Reactie van het kabinet:

Het kabinet deelt de zorgen van de fractieleden voor de bevolking van Jemen. Vooral in VN-verband wordt opgeroepen tot een staakt-het-vuren. Tijdens de gesprekken te Genève onder leiding van de Speciale Gezant Ismail Ould Cheikh Ahmed was een staakt-het-vuren de inzet. Beide partijen leken het eens te worden over de noodzaak daartoe, maar uiteindelijk werd er geen overeenstemming bereikt.

Kan verder aangegeven worden of, naast de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, Nederland of de EU op enigerlei wijze militair betrokken is bij de operatie van de coalitielanden onder leiding van Saoedi-Arabië dan wel of Nederland of de EU er politieke steun aan verleent?

Reactie van het kabinet:

Nederland noch de EU zijn militair betrokken bij de operatie van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië. Met de kennis van dat moment begrijpt Nederland waarom de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië op 26 maart het noodzakelijk achtte om militair in te grijpen. De Houthi’s stonden op het punt Aden in te nemen en toonden zich niet bereid deel te nemen aan een politieke dialoog om tot een oplossing te komen. Op dit moment is het zeer urgent dat de politieke consultaties worden hervat. Alleen een politieke oplossing kan het conflict ten einde brengen.

De leden van de SP-fractie zijn verder teleurgesteld in de antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen over de inzet van clustermunitie in Jemen door de coalitie. Is de Minister bekend met de uitlatingen van een Saoedische generaal en woordvoerder van de coalitie tegen CNN dat clustermunitie is ingezet in Jemen (4 mei 2015) en het rapport van de United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, dat ook melding maakt van de inzet van dit wapen (3 juni 2015)? Is de Minister naar aanleiding van deze berichten alsnog bereid om de coalitielanden op de inzet van deze munitie aan te spreken?

Reactie van het kabinet:

Het kabinet acht de rapportage van HRW bijzonder zorgelijk. Nederland heeft daarom tijdens de bijeenkomst van het Clustermunitieverdrag op 23 juni 2015 zorgen over dit bericht uitgesproken en de betrokken partijen om meer informatie gevraagd. Ook is het rapport besproken met andere partijen bij het clustermunitieverdrag. Zoals bekend zijn Saoedi-Arabië en Jemen geen partij bij dit verdrag.

Genoemde berichten zijn bekend. Het kabinet baseert zijn informatiepositie niet op persartikelen. Zoals in de antwoorden op de Kamervragen is aangegeven (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nrs. 2565 en 2567), doet het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten op dit moment onderzoek naar deze kwestie. Indien de bevindingen worden bevestigd, zal de Hoge Commissaris hierop verdere actie ondernemen. Ook het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken doet onderzoek naar aanleiding van het rapport van Human Rights Watch. Beide onderzoeken zijn nog niet afgerond.

In de brief over de ontwikkelingen in Jemen noemen de Ministers ook het Amerikaanse beleid om terrorismeverdachten met raketten afgevuurd van onbemande vliegtuigen, drones, te doden. Hierover verscheen in april een uitgebreid rapport van het Open Society Justice Initiative. Daarin wordt onder meer geconcludeerd dat burgers slachtoffer zijn van dit beleid, dat het op gespannen voet staat met het internationaal recht, dat burgers mogelijk als doelwit worden gedefinieerd door de Verenigde Staten, dat individuen worden gedood die mogelijk gevangen hadden kunnen worden en dat de drone aanvallen contraproductief zijn. De leden van de SP-fractie ontvangen van de Ministers graag een reactie op deze bevindingen van het rapport. Kunnen de Ministers verder een oordeel geven van de mate waarin het Amerikaanse drone beleid in Jemen bijdraagt aan de gewenste de-escalatie van de spanningen en een politieke oplossing voor de conflicten die het land al jaren teisteren?

Reactie van het kabinet:

Het kabinet heeft onvoldoende informatie om een oordeel te geven over de in het rapport genoemde aanvallen. Ingevolge het oorlogsrechtelijke beginsel van proportionaliteit dient bij een aanval een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds het verwachte, tastbare en rechtstreekse militaire voordeel en anderzijds het te verwachten bijkomend verlies van mensenlevens, verwonding onder burgers, schade aan burgerobjecten of een combinatie daarvan. Amerikaanse functionarissen hebben in het verleden onderstreept dat de VS grote waarde hechten aan het naleven van dit proportionaliteitsbeginsel, ook bij de inzet van bewapende drones. Het is essentieel dat dit beginsel in de praktijk wordt toegepast.

Kunnen verder berichten in internationale media bevestigd worden dat Al Qaida in Jemen zijn macht uitbreidt als gevolg van de escalatie in de gewelddadigheden tussen de Houthi rebellen en aanhangers van president Hadi?

Reactie van het kabinet:

De escalatie van geweld en verdere ontwrichting van Jemen creëert een vacuüm waar terroristische organisaties zoals Al Qaeda gebruik van proberen te maken. Al Qaeda heeft zijn positie in de omgeving van Mukalla kunnen versterken. Ook ISIS breidt haar invloed in Jemen uit. In de uitgestrekte provincie Hadramout, waar noch de Houthi’s noch eenheden die trouw zijn gebleven aan president Hadi present zijn, kunnen beide organisaties ongestoord hun activiteiten uitbreiden.

Verder vragen de leden van de SP-fractie de Ministers in te gaan op de situatie van de in Jemen aanwezige Nederlanders. Zijn er in de nabije toekomst mogelijkheden voorzien dat zij die dat willen alsnog het land kunnen verlaten? Zo nee, waarom niet?

Reactie van het kabinet:

Sinds het begin van het luchtoffensief is het ministerie erin geslaagd 40 Nederlanders en niet-Nederlandse gezinsleden te helpen bij hun vertrek uit Jemen. Het ministerie houdt proactief contact met Nederlanders die hulp hebben gevraagd bij hun vertrek. Op dit moment is er contact met één Nederlander in Sana’a die Jemen wil verlaten. Hij krijgt informatie en advies over mogelijkheden om het land te verlaten. Met een aantal Nederlanders die eerder in Jemen verbleven, lukt het niet om contact te krijgen. Dat kan zijn omdat ze het land inmiddels hebben kunnen verlaten of omdat ze om uiteenlopende redenen niet kunnen communiceren. Niet alle Nederlanders die het land verlaten melden zich af bij het ministerie. Daarom is het moeilijk om exact te bepalen hoeveel Nederlanders nog in Jemen verblijven.

De leden van de SP-fractie vragen de Ministers ten slotte in te gaan op de politieke gesprekken die in Genève plaatsvinden tussen de strijdende partijen in Jemen. Kloppen de berichten dat dit overleg zeer moeizaam verloopt? Hebben de Ministers zicht op de belangrijkste obstakels voor het bereiken van een politieke oplossing voor het geëscaleerde geweld? Kan ook ingegaan worden op hoe zo’n politieke oplossing eruit zou kunnen zien?

Reactie van het kabinet:

De consultaties tussen de partijen in Genève zijn stroef verlopen. Het wantrouwen tussen beide partijen was zo groot, dat men weigerde in een ruimte aan dezelfde tafel te zitten. De inzet van de Jemenitische regering werd gevormd door VN-Veiligheidsraadresolutie 2216. Voor de Houthi’s waren de bepalingen van deze resolutie echter tijdens het overleg in Genève niet aanvaardbaar. Uiteindelijk bleken de verschillende standpunten in Genève niet overbrugbaar. De VN-Gezant zal zijn gesprekken in de regio voortzetten. Zie voorts het antwoord op de eerste vraag in dit Schriftelijk Overleg.

Inbreng D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de kabinetsbrief over de situatie in Jemen. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen en aandachtspunten.

De leden van de D66-fractie danken de Minister van Buitenlandse Zaken voor de beantwoording van de vragen van het lid Sjoerdsma over de evacuatie van Nederlanders in Jemen. Kan de Minister de Kamer blijven informeren over de voortgang op dit gebied?

Reactie van het kabinet:

Ja. Sinds het begin van het luchtoffensief is het ministerie erin geslaagd 40 Nederlanders en niet-Nederlandse gezinsleden te helpen bij hun vertrek uit Jemen. Het ministerie houdt proactief contact met Nederlanders die hulp hebben gevraagd bij hun vertrek. Op dit moment is er contact met één Nederlander in Sana’a die Jemen wil verlaten. Hij krijgt informatie en advies over mogelijkheden om het land te verlaten. Met een aantal Nederlanders die eerder in Jemen verbleven, lukt het niet om contact te krijgen. Dat kan zijn omdat ze het land inmiddels hebben kunnen verlaten of omdat ze om uiteenlopende redenen niet kunnen communiceren. Niet alle Nederlanders die het land verlaten melden zich af bij het ministerie. Daarom is het moeilijk om exact te bepalen hoeveel Nederlanders nog in Jemen verblijven.

De leden van de D66-fractie constateren dat de Minister niet kan bevestigen of er daadwerkelijk clustermunitie is ingezet door de coalitie die de Houthi’s bombardeert, zoals Human Rights Watch stelt. Dit is opvallend, zeker gezien het CNN-bericht van vorige maand waarin een Saoedische brigadegeneraal bevestigde dat Saoedi-Arabië clustermunitie heeft gebruikt: «...according to Brig. Gen. Ahmed Asiri, a Saudi military spokesman. He told CNN Saudi Arabia has been using CBU-105 in Yemen against armored vehicles and not in the city.»4 Naast CNN heeft de Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) van de VN in een situation report van begin juni de berichten over clustermunitiegebruik genoemd.5 OCHA doelt in dit rapport specifiek op het gebruik van CBU-105, een type clustermunitie (Sensor Fuzed Weapon) dat verboden is onder het Clustermunitieverdrag. Was de Minister ten tijde van de beantwoording van de vragen bekend met deze berichtgeving? Zo ja, waarom heeft de Minister toen geantwoord dat hij de berichtgeving over het gebruik van clustermunitie niet kon bevestigen? Gezien deze informatie, kan de Minister dit gebruik nu wel bevestigen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat verandert hierdoor in de opstelling van het kabinet?

Reactie van het kabinet:

Het kabinet acht de rapportage van HRW bijzonder zorgelijk. Nederland heeft daarom tijdens de bijeenkomst van het Clustermunitieverdrag op 23 juni 2015 zorgen over dit bericht uitgesproken en de betrokken partijen om meer informatie worden gevraagd. Ook is het rapport besproken met andere partijen bij het clustermunitieverdrag. Zoals bekend zijn Saoedi-Arabië en Jemen geen partij bij dit verdrag.

Genoemde artikelen zijn bekend. Het kabinet baseert zijn informatiepositie niet op persartikelen. Zoals in de antwoorden op de Kamervragen is aangegeven (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nrs. 2565 en 2567), doet het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten op dit moment onderzoek naar deze kwestie. Indien de bevindingen worden bevestigd, zal de Hoge Commissaris hierop verdere actie ondernemen. Ook het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken doet onderzoek naar aanleiding van het rapport van Human Rights Watch. Beide onderzoeken zijn nog niet afgerond.

De leden van de D66-fractie vragen de Ministers om een beoordeling van het politieke proces. De Ministers geven in de brief aan dat een politiek proces op dit moment nog zeer fragiel is. De Nederlandse ambassadeur stelde op 17 juni jl. in een interview met de NPO dat de gesprekken in Genève tussen de regering en de Houthi’s zeer moeizaam op gang komen en tot zover slechts over het proces gaan.6 Ook spreekt de International Crisis Group in een rapport van de grote verdeeldheid binnen de verschillende kampen, zowel pro- als anti-Houthi. Dit zou een politiek proces nog verder bemoeilijken. Tegelijkertijd wordt het conflict in Jemen steeds internationaler. Hoe denken de Ministers dat een politiek proces vormgegeven kan worden, gezien de versplinterde belangen bij beide kampen (pro- en anti-Houthi)? Wat vinden de Ministers van de opstelling van de twee grote regionale spelers in dit conflict, Saoedi-Arabië en Iran? En wat voor rol zien de Ministers weggelegd voor Oman, die door de International Crisis Group aangeduid wordt als mogelijke neutrale facilitator?

Reactie van het kabinet:

Het politieke proces tussen de verschillende partijen wordt gekenmerkt door diep wederzijds wantrouwen. De aandacht voor het proces, en niet de inhoud, tijdens de consultaties in Genève duiden daar ook op. Het is echter positief dat beide partijen naar Genève zijn gekomen, wat duidt op een bereidheid tot overleg. Het is nu aan de Speciale Gezant van de SGVN om in gesprekken met beide partijen deze wil tot overleg vast te houden, en het vertrouwen in een politieke oplossing te vergroten. De verwachting is dat de Gezant daar nog geruime tijd voor nodig zal hebben.

De regionale rivaliteit is niet behulpzaam bij het vinden van een oplossing voor het conflict. De deadline voor het nucleaire akkoord met Iran nadert. Hierdoor lijken de geopolitieke spanningen verder toe te nemen. Nederland zou graag zien dat alle spelers in de regio gezamenlijk zouden toewerken naar een snelle oplossing van het conflict.

In Oman hebben besprekingen plaatsgevonden met de Houthi’s, en het is bekend dat ook vertegenwoordigers van de VS naar Muscat zijn afgereisd voor overleg. Oman is het enige GCC-land dat niet actief meedoet aan de luchtaanvallen op Jemen. Oman wil gebruik maken van de goede relaties die het met verschillende partijen in Jemen onderhoudt (oa. met de Houthi’s). Dit overleg kan behulpzaam zijn bij het verkleinen van het wantrouwen tussen de politieke actoren in Jemen.

De leden van de D66-fractie vragen de Ministers wat er gebeurt met het geld uit het budget van ontwikkelingssamenwerking dat voor Jemen was bestemd, maar dat door de huidige situatie niet in het land besteed zal worden. Zijn er alternatieve bestemmingen voor dit geld? Wordt dit geld in latere jaren alsnog besteed?

Reactie van het kabinet:

Het budget voor het bilaterale landenprogramma in Jemen bedraagt in 2.015 EUR 18,6 miljoen. Onder invloed van het gewapend conflict zal dit jaar naar verwachting 40% van dit budget kunnen worden uitgegeven. Van de vrijvallende fondsen is inmiddels EUR 5 miljoen bijgedragen aan het VN Flash Appeal voor noodhulp aan Jemen. De ontwikkelingen in Jemen zijn momenteel dermate onzeker dat het in dit stadium niet mogelijk is uitspraken te doen over de omvang van de financiële inzet van Nederland in de komende jaren. Het bilaterale samenwerkingsprogramma wordt later dit jaar opnieuw tegen het licht gehouden.


X Noot
1

CNN, «Report: Saudi Arabia used U.S.-supplied cluster bombs in Yemen,» 4 mei 2015, http://edition.cnn.com/2015/05/03/middleeast/yemen-hrw-cluster-munitions-saudi-arabia/ (bezocht op 18 juni 2015).

X Noot
2

OCHA, «Yemen: Deteriorating Humanitarian Crisis. Situation Report No. 10,» 3 juni 2015, http://reliefweb.int/sites/reliefweb.int/files/resources/OCHA%20Yemen%20Situation%20Report_No.10_EN_final.pdf (bezocht op 18 juni 2015).

X Noot
3

Radio 1, «Situatie in Jemen,» 17 juni 2015, http://www.radio1.nl/popup/terugluisteren-uren/2015-06-17/07:00 (rond 07:50, bezocht op 18 juni 2015)

X Noot
4

CNN, «Report: Saudi Arabia used U.S.-supplied cluster bombs in Yemen,» 4 mei 2015, http://edition.cnn.com/2015/05/03/middleeast/yemen-hrw-cluster-munitions-saudi-arabia/ (bezocht op 18 juni 2015).

X Noot
5

OCHA, «Yemen: Deteriorating Humanitarian Crisis. Situation Report No. 10,» 3 juni 2015, http://reliefweb.int/sites/reliefweb.int/files/resources/OCHA%20Yemen%20Situation%20Report_No.10_EN_final.pdf (bezocht op 18 juni 2015).

X Noot
6

Radio 1, «Situatie in Jemen,» 17 juni 2015, http://www.radio1.nl/popup/terugluisteren-uren/2015-06-17/07:00 (rond 07:50, bezocht op 18 juni 2015).

Naar boven