Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 32623 nr. 120 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 32623 nr. 120 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2013
In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 7 oktober 2013 doe ik u hierbij graag verslag van mijn bezoek aan Koeweit, Irak, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), van 8 tot 11 september 2013.
Ontwikkelingen in deze landen, evenals in de bredere Arabische regio, zijn van invloed op de veiligheid en welvaart in Nederland. De bezoeken hadden tot doel de bilaterale relaties te verstevigen en een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de regio. Daarnaast bood de reis de gelegenheid om kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven te benadrukken en onderwerpen zoals mensenrechten en vluchtelingenproblematiek te bespreken.
In alle vier landen vonden ontmoetingen plaats met collega’s van Buitenlandse Zaken. In Irak vond bovendien een onderhoud plaats met premier al-Maliki en vice-premier Shahristani. In de Koerdistan Autonome Regio (KAR) werd ik ontvangen door President Barzani en de Koerdische premier. Daarnaast vonden gesprekken met het Nederlands bedrijfsleven, journalisten, mensenrechtenactivisten en vertegenwoordigers uit de culturele sector plaats. Het bezoek aan Dubai was in het kader van de jaarlijkse regionale conferentie over piraterijbestrijding.
Regionale ontwikkelingen
Syrië
De zorgelijke situatie in Syrië kwam in alle gesprekken met de autoriteiten aan de orde. Alle gesprekspartners vrezen de destabiliserende invloed die van het conflict uitgaat en de groeiende invloed van extremisten in de regio. De frustratie over het lijden van de Syrische bevolking en het onvermogen van de internationale gemeenschap om dit een halt toe te roepen, groeit snel. Dit geldt voor zowel overheidsvertegenwoordigers als de publieke opinie in de bezochte landen. Individuen voelen zich geroepen om actie te ondernemen en bijvoorbeeld zelf naar Syrië te gaan. De radicaliserende invloed die daarvan uitgaat is zorgelijk.
Net als Nederland waren de gesprekspartners van mening dat het belang van een politieke oplossing voor het conflict in deze context evident is. Dat gold ook voor de behoefte aan meer humanitaire hulp. Die wordt door landen als Koeweit, Qatar en de VAE geboden, zij het niet altijd gekanaliseerd via de VN. U werd reeds per brief geïnformeerd over deze humanitaire inspanningen1.
MOVP
Gesprekspartners toonden zich verheugd dat Secretary of State Kerry de besprekingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit weer op gang heeft gekregen. De Golfstaten zeiden al het mogelijke te willen bijdragen en het Arabische vredesplan uit 2002 van de Saoedische Koning Abdullah nog steeds als basis hiervoor te beschouwen. Alleen economische steun zou onvoldoende zijn en men sprak de hoop uit dat de onderhandelingen daadwerkelijk tot politieke uitkomsten zullen leiden. De toegenomen isolatie van Hamas in Gaza, zeker sinds de val van President Morsi in Egypte, kan kansen bieden voor intra-Palestijnse toenadering. In verschillende gesprekken werd het belang benadrukt dat ook Gaza integraal onderdeel uitmaakt van het resultaat van de besprekingen, een standpunt dat Nederland deelt. Collega’s zijn desgevraagd geïnformeerd over de EU-inspanningen om het proces te ondersteunen.
Iran
De veranderde toon van Iran’s nieuwe President Rohani werd door de meeste buurlanden met voorzichtig optimisme begroet. Zij volgden het nucleaire onderhandelingsproces op de voet en waren van mening dat Iran concrete stappen moet zetten. Als buurlanden zijn zij gebaat bij een Iran zonder massavernietigingswapens dat zich verantwoordelijk gedraagt. Diverse gesprekspartners wezen erop dat een voortdurend engagement van de VS in de Arabische regio ook in de toekomst noodzakelijk blijft om tegenwicht te bieden aan de Iraanse invloed en om veiligheidsgaranties te bieden aan de regio.
Relatie Irak-Koeweit
Zowel in Koeweit als in Bagdad zijn gesprekspartners gecomplimenteerd met de toenadering tussen beide landen. Die heeft erin geresulteerd dat de sancties tegen Irak onder Hoofdstuk VII van het VN-handvest eerder dit jaar in belangrijke mate zijn versoepeld en dat voor de resterende kwesties uit de Golfoorlog 1990–1991 in overleg naar oplossingen wordt gezocht.
Egypte en Noord-Afrika
Alhoewel visies verschillen, zien alle Golflanden het grote belang van een stabiel Egypte, dat door meerdere gesprekspartners als de «hoeksteen van de Arabische regio» werd getypeerd. Wij bespraken de financiële steun vanuit de Golfregio aan de verschillende Egyptische regeringen en de noodzaak van economische ontwikkeling van het land en het creëren van banen voor de veelal jonge bevolking. Ik heb het standpunt van het kabinet onderstreept dat hervormingen in Egypte, het vasthouden aan de Routekaart en de terugkeer naar een civiel bestuur van het allergrootste belang zijn voor stabiliteit op langere termijn. Het faciliteren van een situatie waarin militairen aan de macht zijn en Moslimbroeders zich vanuit een ondergrondse positie aan iedere verantwoordelijkheid kunnen onttrekken, leidt onvermijdelijk tot meer instabiliteit.
De voortdurende impasse in Syrië en anderzijds het machtsvacuüm in Libië geven mogelijkheden aan al-Qaida en andere extremistische groepen om hun invloed in de regio te vergroten. Wanneer de instabiliteit in Egypte voortduurt, vrezen de landen in de regio dat al-Qaida de kans krijgt om strategische diepte te ontwikkelen en zijn actieradius te verruimen van Mali tot aan Mogadishu.
Piraterijbestrijding
De VAE Minister van Buitenlandse Zaken Sheikh Abdallah bin Zayed al-Nahyan had mij uitgenodigd om de conferentie over piraterijbestrijding toe te spreken in Dubai. Ik heb onder andere de aanwezige Somalische President aangemoedigd zich in te zetten voor de oplossing van het piraterijprobleem door economische ontwikkeling en staatsvorming. Piraterij moet ook op het vasteland worden bestreden en uitzichtloosheid, anarchie en straffeloosheid vergen een gezamenlijk antwoord van alle betrokken landen. De eerste hoopvolle resultaten van die aanpak beginnen zichtbaar te worden en dus is het belangrijk de inspanningen door te zetten.
Mensenrechten, democratisering, terugkeer
Het bezoek leverde een beeld op van een regio die in toenemende mate de druk voelt van instabiliteit en radicaliserende elementen. Het democratiseringsproces zoals zich dat bij voorbeeld in Egypte en Tunesië tot nu toe voltrok, wordt in de Golfregio zowel door overheden als door grote delen van de bevolking niet als positief voorbeeld ervaren. Dit kan gemakkelijk leiden tot een toenemende controle van de staat op andersdenkenden en critici. Anderzijds zijn er ook positieve ontwikkelingen die als voorbeeld kunnen dienen. Met de Koeweiti Minister zijn ontwikkelingen in het parlement, waar ook de Moslimbroeders vertegenwoordigd zijn, besproken. Bij mijn VAE-collega kwamen persvrijheid en vrijheid van meningsuiting ter sprake. Dit soort gesprekken zullen, bilateraal maar vooral ook in EU-verband, in de toekomst blijven worden gevoerd.
In Qatar spraken jonge journalisten en bloggers over ontwikkelingen op mediagebied en vrijheid van meningsuiting. Zij kanaliseren hun invloed en wensen via informele inspraakstructuren en vinden op die manier gehoor bij de overheid. Alhoewel er in het digitale medialandschap minder sprake is van zelfcensuur dan in de offline media, tonen zij zich bewust van een aantal «rode lijnen» waar zij rekening mee moeten houden. Tegelijkertijd benadrukten zij hierin hun eigen weg te willen en kunnen vinden.
In Bagdad werd ik door een groep mensenrechtenverdedigers nader geïnformeerd over de moeilijke situatie van vrouwen, LGBT, religieuze en etnische minderheden en gevangenen. De activisten toonden zich daarbij erkentelijk voor de ondersteuning die door de Nederlandse ambassade wordt gegeven. Irak staat voor een groot aantal maatschappelijke uitdagingen, waaronder bestrijding van corruptie, het voeren van een inclusieve politiek richting het Soennitische bevolkingsdeel en het verbeteren van een gebrekkig justitieel systeem. In gesprekken met Premier al-Maliki en Minister Zebari is hier aandacht voor gevraagd. Minister Zebari vroeg in dit kader om meer technische assistentie bij het proces van politieke en economische stabilisering. Zowel in Bagdad als in Erbil is het belang van een goede regeling voor de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers bepleit.
Handel en investeringen
Het Nederlandse bedrijfsleven staat in de hele regio hoog aangeschreven vanwege de uitstekende kwaliteit, expertise en goed aangeschreven kennisinstellingen. De Iraakse vice-premier voor energie Shahristani wil bijvoorbeeld met Nederlandse steun de petrochemische sector verder uitbouwen. Hij zei zich goed te realiseren dat Nederlandse investeerders tegen obstakels aanlopen en wil helpen deze te verkleinen. In zowel Bagdad als Erbil is behoefte aan handel, investeringen en technologieoverdracht op het gebied van landbouw, voedselverwerking, water en logistiek. Daar waar de veiligheidssituatie goed is, zoals in Kerbela, Najaf en met name de KAR, kan het Nederlands bedrijfsleven goede zaken doen.
Koeweit, waarmee Nederland volgend jaar vijftig jaar diplomatieke betrekkingen onderhoudt, is een belangrijke partner op het gebied van vooral de olie-industrie. Hier liggen kansen voor Nederland op het gebied van energie, infrastructuur, havenontwikkeling en gezondheidszorg. In een Memorandum of Understanding over bilaterale consultaties spraken wij af, naast de economische relaties, een breed palet aan andere onderwerpen te bespreken. De relaties met Qatar zijn de laatste jaren ook geïntensiveerd. Het land ontwikkelt zich als regionale hub, niet alleen op economisch gebied maar ook in sectoren als cultuur en media. In de VAE, en met name Dubai, zijn al veel Nederlandse bedrijven actief, zowel multinationals als het midden- en kleinbedrijf. Een aantal Nederlandse CEO’s onderstreepte dat ook hier nog uitstekende kansen voor Nederland liggen.
In gesprekken met Nederlandse bedrijven kwam ook de moeilijke positie van buitenlandse werknemers aan de orde. Dit komt in de gehele Golfregio voor en ook de CEO’s maken zich hier zorgen over. Wij bespraken manieren om overheden te ondersteunen in hun streven om deze kwalijke praktijken uit te bannen. Nederlandse bedrijven zien voor zichzelf een voorbeeldrol weggelegd bij het handhaven van internationale richtlijnen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, niet in de laatste plaats omdat hun belang op langere termijn ligt in stevige partnerschappen in de regio en het bevorderen van een stabiele afzetmarkt.
De indrukwekkende economische groei in de regio en het optimisme over de toekomst waren opvallende constanten tijdens deze reis. Dat dit kansen biedt voor Nederland onderschrijft het kabinet ten zeerste. Voor het kabinet is daarbij goede regelgeving, het vermijden van dubbele belastingen, het sluiten van investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s) en het garanderen van zowel effectieve controlemechanismen als een transparante rechtspraak van groot belang. Ook zijn gesprekspartners gewezen op de rol die de Nederlandse ambassades kunnen spelen bij het geven van advies en het leggen van contacten. Suggesties om het Nederlands bedrijfsleven te ondersteunen door middel van handelsmissies heb ik ten slotte ter harte genomen en toegezegd in het kabinet te zullen bespreken.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32623-120.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.