32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 113 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 11 oktober 2013

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de brief van 28 augustus 2013 inzake de stand van zaken Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 106).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 29 augustus 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

Verschillende Israëlische parlementariërs hebben aangegeven dat de Israëlische verdedigingsvoorzieningen onvoldoende voorbereid zijn op onconventionele oorlogvoering op grote schaal. Hebt u hierover contact gehad met de Israëlische autoriteiten? Acht u het denkbaar dat Israël NAVO- of EU-landen verzoekt om hulp bij de verdediging van de Israëlische burgerbevolking? Bent u eventueel bereid een dergelijk verzoek in overweging te nemen?

Vraag 91

Welke mogelijkheden zijn er om Israël – als die ongewild betrokken wordt in het conflict – bijstand te verlenen in het beschermen van haar burgers en grondgebied?

Antwoord op vragen 1 en 91

Nederland is niet benaderd door Israël met een dergelijk verzoek. Mocht Nederland een dergelijk verzoek ontvangen, dan zal dat in overweging worden genomen.

Vraag 3

Is er bij de Verenigde Staten op aangedrongen het resultaat van de huidige VN-inspecties in Syrië af te wachten? Indien ja, wat was hierop de reactie? Indien neen, waarom niet?

Vraag 4

Is er bij Groot-Brittannië en Frankrijk en eventueel andere landen op aangedrongen het resultaat van de huidige-VN inspecties in Syrië af te wachten? Indien ja, wat was hierop de reactie? Indien neen, waarom niet?

Vraag 5

Waarover is intensief politiek en diplomatiek contact geweest met de landen die aangegeven hebben bereid te zijn tot een militaire interventie?

Vraag 28

Hebben Amerikaanse regeringsfunctionarissen contact opgenomen met de regering over de gebeurtenissen in Syrië sinds 21 augustus, of heeft de regering contact gezocht met Amerikaanse diplomaten? Zo ja, wat was het onderwerp van gesprek?

Vraag 56

Is er op ministerieel contact geweest met de Amerikaanse autoriteiten? Zo ja, met wie, wanneer, en wat is er besproken? Zo nee, heeft de Minister van Buitenlandse Zaken of de Minister-President contact gezocht?

Vraag 57

Is er op ministerieel contact geweest met de Britse, Frans en/of Duitse autoriteiten? Zo ja, met wie, wanneer, en wat is er besproken? Zo nee, heeft de Minister van Buitenlandse Zaken of de Minister-President contact gezocht?

Vraag 58

Is er overleg geweest met de Israëlische autoriteiten over de recente ontwikkelingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat kwam hier uit?

Antwoord op vragen 3, 4, 5, 28, 56, 57 en 58

Het kabinet heeft de afgelopen week intensief contact gehad met bondgenoten – op politiek, diplomatiek en ambtelijk niveau – over de zeer ernstige ontwikkelingen in Syrië. Het kabinet heeft daarbij steeds benadrukt dat het VN-spoor doorlopen dient te worden.

Het kabinet is met de bondgenoten van mening dat inzet van chemische wapens een dermate ernstige zaak is dat consequenties dienen te volgen. Tot op heden heeft Nederland niet met zekerheid vast kunnen stellen dat, en door wie, chemische wapens zijn ingezet. Andere bondgenoten zeggen deze bewijzen te hebben. Nederland dringt er bij deze bondgenoten op aan deze informatie zo breed mogelijk te delen, inclusief het VN-team.

Vraag 6

Is het waar dat dat de Veiligheidsraad goedkeuring moet verlenen aan een eventuele militaire interventie in het kader van het principe Responsibility to Protect?

Antwoord

Het document terzake dat de VN-top in 2005 heeft aangenomen, stelt dat collectieve actie in het kader van Responsibility to Protect door de Veiligheidsraad in overeenstemming met het Handvest moet plaatsvinden.

De Secretaris-Generaal stelde in zijn rapport in 2009 getiteld «Implementing the Responsibility to Protect» dat ook via de Algemene Vergadering actie zou kunnen worden genomen, in geval de Veiligheidsraad geen consensus bereikt.

Vraag 7

Kunt u aangeven waarom het voor vandaag geplande overleg tussen de Verenigde Staten en Rusland voor een politieke oplossing in Syrië niet doorgaat? Welke gevolgen heeft dit voor Genève 2? Is dit politieke spoor hiermee afgesloten?

Antwoord

De Verenigde Staten heeft aangegeven het overleg te hebben uitgesteld vanwege de interne discussie die de Amerikaanse regering voert over een reactie op de vermeende gifgasaanvallen in Damascus op 21 augustus.

Vraag 9

Welke bewijzen of aanwijzingen heeft u onder ogen gehad die wijzen op de verantwoordelijkheid van het Assad regime voor de chemische aanvallen eerder deze maand?

Vraag 10

Welke bewijzen of aanwijzingen heeft u onder ogen gehad die wijzen op de verantwoordelijkheid van rebellen voor de chemische aanvallen eerder deze maand?

Vraag 11

Heeft u bij de landen die aandringen op een militaire interventie aangedrongen op het delen van de bewijzen en aanwijzingen dat het Assad regime verantwoordelijk is voor de chemische aanvallen? Indien neen, waarom niet?

Vraag 13

Kunt u bevestigen dat, zoals veel experts beweren, het op dit moment nog steeds goed mogelijk is dat vastgesteld wordt of er chemische aanvallen hebben plaatsgevonden eerder deze maand en dat bewijzen hiervoor niet verdwenen zijn?

Vraag 29

Kunnen AIVD en MIVD een inschatting maken van de verhouding tussen de aantallen burger en militaire slachtoffers van de aanval op 21 augustus? Zo ja, hoe ligt die verhouding?

Vraag 40

U stelt dat antwoord nodig is op de schuldvraag. Het VN-onderzoeksteam strekt zich daar echter niet toe uit. Moet volgens u de schuldvraag per se door de VN worden beantwoord, of kan dit wat u betreft ook door overtuigend bewijs waarover de Amerikanen en Britten beweren te beschikken?

Vraag 49

Welke bewijzen voor de chemische aanval zijn u op welk moment aangereikt en bent u in staat een dader aan te wijzen?

Vraag 59

Betekent het afwachten van Nederland op de uitkomst van het VN-onderzoek dat Nederland de inlichtingen van de Verenigde Staten op zichzelf onvoldoende acht?

Vraag 70

Heeft Nederland inzage in de vermeende bewijzen waarover landen als de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk zeggen te beschikken? Zo nee, is daartoe een verzoek gedaan? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst geweest? Indien een dergelijk verzoek niet is uitgegaan, waarom niet? Bent u bereid de Kamer hierover, zo nodig vertrouwelijk, in te lichten?

Vraag 76

Is het, los van de schuldvraag, juist te stellen dat ook rebellengroeperingen over chemische wapens beschikken? Zo nee, wat is dan wel de situatie?

Vraag 114

Heeft de Nederlandse regering contact gehad met de Amerikaanse autoriteiten over het bewijs voor het gebruik van chemische wapens?

Vraag 116

Bent u overtuigd van de authenticiteit van het Amerikaanse bewijs voor het gebruik van chemische wapens?

Antwoorden op vragen 9, 10, 11, 13, 29, 40, 49, 59, 70, 76, 114 en 116

Wij beschikken op dit moment over de nodige informatie onder andere van verschillende landen maar vooralsnog niet over voldoende informatie om met zekerheid vast te stellen of en door wie chemische aanvallen zijn uitgevoerd. Het is zo goed als zeker dat de afgelopen maanden en ook vorige week chemische middelen zijn gebruikt, mogelijk door het regime, mogelijk door de rebellen. Wij hebben via verschillende ambtelijke en politieke kanalen navraag gedaan en laten doen om inschattingen en onomstotelijke bewijzen te verkrijgen van het gebruik van deze middelen en voor de toedeling van verantwoordelijkheid. Ook de AIVD en MIVD hebben contact hierover met partnerdiensten. Wij wachten deze informatie af en zullen in internationaal verband blijven aandringen op het snel verstrekken van deze benodigde informatie.

Restanten van chemische middelen kunnen gedurende enige tijd na gebruik in bijvoorbeeld urine, kleding of bouwmaterialen worden aangetoond. Toegang tot Syrië is zeer beperkt mogelijk waardoor de internationale gemeenschap afhankelijk is van de monsters die het land kunnen worden uitgebracht. Door de gebrekkige toegang tot Syrië en de beperkte kwaliteit van de officiële en openbare informatievoorziening is het lastig een beeld op te bouwen van de exacte aantallen burger- en militaire slachtoffers. Van de aanval van 21 augustus lijkt het merendeel burgerslachtoffers.

Het VN-onderzoek kan uitsluitsel geven over het werkelijk gebruik. Er is geen exacte inzage in de tijd die de VN noodzakelijk acht voor het onderzoek. Daarbij zal gebruik gemaakt worden van een of meerdere laboratoria. Afhankelijk van de diverse soorten monsters, de concentratie van stoffen en dergelijke kan meer en minder eenvoudig vastgesteld worden of en welke stof is gebruikt. Dit betekent dat de verwachting is dat dit onderzoek enkele of meerdere weken kan duren. Het VN onderzoek strekt zich niet uit over de toedeling van de verantwoordelijkheid van het regime dan wel de rebellen voor de inzet.

Vraag 12

Kunt u aangeven op welke termijn u verwacht dat de VN de resultaten van het onderzoek naar de vermeende chemische aanvallen bekend kan maken?

Vraag 102

Wanneer zal er meer duidelijkheid komen over de vraag of de door het VN-onderzoeksteam verkregen informatie voldoende is om conclusies te kunnen trekken over de vraag of, en zo ja met welke middelen en door wie, er een aanval met chemische wapens heeft plaatsgevonden?

Vraag 103

Hoeveel tijd zal het onderzoek in een of meerdere gecertificeerde laboratoria naar de vraag of, met welke middelen en door wie een aanval met chemische wapens is uitgevoerd in beslag nemen?

Antwoord op vragen 12, 102 en 103

Dat valt niet precies te zeggen, maar dit zou enkele tot meerdere weken kunnen duren. Monsters en ander materiaal moeten eerst geanalyseerd worden in een door de OPCW gecertificeerd laboratorium. Alleen een analyse van monsters door een lab kan volledig uitsluitsel geven of en welk chemisch bestanddeel zou zijn ingezet. Een lab analyse vergt normaal gesproken enkele tot meerdere weken. Het vervolgens verwerken van de analyse kost ook enige tijd.

Vraag 15

Hoe ziet u de rol van de VN bij het bepalen van eventuele vervolgstappen? Is dit doorslaggevend?

Vraag 31

Wat is het standpunt van de Nederlandse regering over de VN-Veiligheidsraadresolutie betreffende Syrië, door de VK aan de Veiligheidsraad voorgelegd ter stemming?

Vraag 41

U stelt de rol van de VN bij het bepalen van eventuele vervolgstappen van belang te vinden. Is deze rol wat u betreft wenselijk, of noodzakelijk?

Antwoord op vragen 15, 31 en 41

Het kabinet acht de betrokkenheid van de VN bij vervolgstappen van belang. Het is belangrijk dat het VN-onderzoeksteam de ruimte krijgt om het onderzoek te voltooien en daarover aan de SGVN te rapporteren. Het is vervolgens aan de SGVN om de Veiligheidsraad en Algemene Vergadering te informeren.

Het kabinet steunt de Britse inzet om een Veiligheidsraadresolutie aangenomen te krijgen. De Veiligheidsraad is het meest aangewezen orgaan van de VN om situaties van vrede en veiligheid te bespreken en besluiten te nemen over de handhaving daarvan. Op dit moment beschikt het kabinet nog niet over de tekst van een conceptresolutie.

Vraag 16

Heeft Turkije de bereidheid uitgesproken een militaire interventie in Syrië te steunen?

Antwoord

Ja.

Vraag 17

Is Griekenland door de VS gevraagd haar militaire bases in Kalamata en Souda ter beschikking te stellen voor een militaire interventie?

Antwoord

Hierover beschikt het kabinet niet over andere informatie dan berichten uit de media.

Vraag 18

Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse Patriotmissie in Turkije als Turkije direct steun verleent aan een mogelijke militaire interventie in Syrië?

Vraag 19

Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse Patriotmissie in Turkije als Turkije passieve steun verleent aan een mogelijke militaire interventie in Syrië, zoals de beschikbaarstelling van militaire bases?

Vraag 20

Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse Patriotmissie in Turkije als een mogelijke militaire interventie in Syrië in NAVO-verband zal plaatsvinden?

Vraag 43

U stelt dat de inzet van de Patriots van defensieve aard is en niet dient om een vliegverbod af te dwingen of om offensieve operaties te ondersteunen. Is er volgens u sprake van ondersteuning van een offensieve operatie als Turkije, of de VS via Turkije militaire aanvallen uitvoert op Syrië? Welke gevolgen verbindt u hieraan ten aanzien van de Patriots? Ontstaat volgens u dan een nieuw «weegmoment», waarover de Kamer geïnformeerd moet worden?

Vraag 65

Komt er een nieuw weegmoment voor onze Patriots in Turkije als een interventie zou plaatsvinden?

Vraag 74

Indien Turkije direct of indirect participeert in een eventueel militair ingrijpen, houdt dit dan in dat de Nederlandse bijdrage aan de Patriotmissie wordt beëindigd? Zo nee, hoe luidt dan het standpunt van de Nederlandse regering?

Vraag 94

In het Rapport Commissie van onderzoek besluitvorming Irak concludeert de commissie-Davids dat het onderscheid tussen offensieve en defensieve wapens, waarbij de Patriots als louter verdedigende wapens werden gezien, aanvechtbaar is. Hoe beoordeelt u deze conclusie in het licht van de in Turkije ingezette Nederlandse Patriots?

Vraag 105

Bent u van oordeel dat offensieve operaties tegen Syrië, uitgevoerd vanaf Turks grondgebied, een situatie opleveren waarin de aanwezigheid van Nederlandse Patriots een (al of niet directe) ondersteuning of facilitering inhoudt van die offensieve operaties? Zal de regering in dat geval de inzet van Nederlandse patrioteenheden beëindigen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 123

Wat zijn de politieke en juridische gevolgen van Turkse deelname voor de betrokkenheid van NAVO-landen? Zijn er scenario’s denkbaar waarin NAVO-landen op basis van het NAVO-handvest onvrijwillig betrokken raken bij een eventuele aanvaring met Syrië

Antwoord op vragen 18, 19, 20, 43, 65, 74, 94, 105 en 123

De Patrioteenheid is ontplooid ter bescherming van de bevolking en het grondgebied van NAVO-bondgenoot Turkije. De ontplooiing is van puur defensieve aard en dient niet om een vliegverbod af te dwingen of om offensieve operaties te ondersteunen.

De situatie in Syrië en de dreigingssituatie voor Turkije en de Patrioteenheid wordt doorlopend beoordeeld. De Kamer wordt in kennis gesteld van wijzigingen in de missie. Als Turkije actie onderneemt zal het kabinet zich beraden op de consequenties daarvan voor de inzet van de Patriots en de Kamer hierover informeren zoals aangegeven tijdens het AO op 20 december jl.

Vraag 21

Acht u een militaire interventie in Syrië zonder resolutie van de Veiligheidsraad op dit moment in strijd met het internationaal recht?

Vraag 22

Acht u een militaire interventie in Syrië zonder resolutie van de Veiligheidsraad op dit moment in strijd met het internationaal recht?

Antwoord op vragen 21 en 22

Op dit moment doet de VN-missie onder leiding van Ake Sellström in Syrië onderzoek naar het mogelijke gebruik van chemische middelen. Het resultaat van dit onderzoek dient afgewacht te worden.

Vraag 24

Maken AIVD en MIVD zelfstandige afwegingen betreffende de gebeurtenissen in Syrië? Zo nee, zijn ze afhankelijk van de informatie afkomstig van buitenlandse diensten? Welke diensten zijn dat? Hoe wordt de betrouwbaarheid van de eventueel geleverde data geëvalueerd?

Vraag 81

Bestaat er op dit moment naar uw weten informatie inzake het gebruik van chemische wapens in Syrië met een vertrouwelijk karakter? Zo ja, bent u bereid deze informatie met de commissie te delen in een vertrouwelijk deel van de vergadering?

Antwoord op vragen 24 en 81

Inlichtingen van de AIVD en de MIVD over het gebruik van chemische middelen worden gedeeld met de Commissie Inlichtingen en Veiligheidsdiensten. Voor de opbouw van de eigen informatiepositie maken de diensten gebruik van openbare informatie en van informatie van partnerdiensten en inlichtingen verkregen met bijzondere inlichtingenmiddelen. Daarbij wordt gestreefd naar een zo eigenstandig mogelijke informatiepositie en oordeelsvorming.

Vraag 25

Onderhoudt de Nederlandse speciale gezant voor Syrië (de heer Kurpershoek) contact met de Syrische regering? Zo nee, waarom niet?

Vraag 119

Worden er door de VS, EU of de NAVO diplomatieke kanalen open gehouden met het regime van Assad?

Vraag 120

Worden er door Nederland diplomatieke kanalen open gehouden met het regime van Assad?

Antwoord op vragen 25, 119 en 120

Nee. Het kabinet onderhoudt sinds het uitwijzen van de Syrische ambassadeur in mei 2012 geen contacten meer met vertegenwoordigers van het Syrische regime.

In het algemeen wordt het regime van Assad niet meer als legitieme gesprekspartner beschouwd. Niettemin kan niet worden uitgesloten dat in het kader van bemiddelingen op beperkte schaal contacten worden onderhouden.

Vraag 26

Worden de rules of engagement voor de Nederlandse Patriotbatterijen bij een eventuele westerse aanval op Syrië veranderd? Zo ja, hoe?

Antwoord

Nee. De rules of engagement zijn toegespitst op de verdediging van de Zuid Turkse stad Adana en omgeving tegen ballistische raketten. Omdat het doel van de missie niet verandert, worden ook de rules of engagement niet aangepast.

Vraag 27

Heeft de NAVO Raad vergaderd over de Syrische crisis sinds 21 augustus? Zo nee, waarom wordt er in de berichtgeving steeds gesproken over NAVO-aanval, NAVO-operatie en dergelijke als enkel bedoeld wordt de VS en enkele NAVO-lidstaten? Het is toch noodzakelijk om een vergadering van de Raad bijeen te roepen om over te gaan tot besluitvorming over eventuele steun aan een Amerikaanse aanval op Syrië?

Vraag 45

Zijn er initiatieven vanuit de VS, het VK of Frankrijk om politieke steun van de NAVO te verwerven voor een mogelijk militair optreden tegen Syrië? Ziet u in dat geval een rol voor de NAVO weggelegd?

Vraag 67

Stuurt u aan op een bijeenkomst van NAVO-Ministers over de recente ontwikkelingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 27, 45 en 67

De NAVO volgt de situatie in Syrië op de voet. De Noord-Atlantische Raad heeft op 28 augustus jl. over Syrië gesproken. SG Rasmussen gaf na afloop een verklaring. Over een mogelijk militair optreden door de NAVO is niet gesproken. De NAR komt minimaal wekelijks op het niveau van de Permanent Vertegenwoordigers bijeen. Het kabinet ziet op dit moment geen noodzaak voor een bijeenkomst van NAVO-Ministers.

Vraag 32

Welke volkenrechtelijke argumenten ziet de regering als noodzakelijk om een militair optreden tegen Syrië te rechtvaardigen? Op basis van welke wetten zou dit plaatsvinden?

Vraag 36

Waarom bent u niet ingegaan op de internationaalrechtelijke aspecten van een mogelijk militair optreden tegen het regime van Assad, al dan niet met instemming van de VN-Veiligheidsraad? Bent u bereid dit alsnog te doen?

Antwoord op vragen 32 en 36

Militair optreden op het grondgebied van een vreemde staat is een uitzondering, en vereist altijd een volkenrechtelijk mandaat. Zoals het kabinet eerder heeft gesteld in de notitie rechtsgrondslag en mandaat van missies met deelname van Nederlandse militaire eenheden (Kamerstuk 29 521 nr. 41) is een mandaat van de Veiligheidsraad daarvoor in beginsel het uitgangspunt.

Vraag 33

Welke mogelijkheden zijn er nog om het sanctieregime tegen Syrië aan te scherpen?

Antwoord

Het sanctieregime tegen Syrië omvat een stevig pakket maatregelen tegen onder andere de olie- en financiële sector en een visumban en bevriezing van tegoeden van een groot aantal aan het regime verbonden personen. In samenspraak met EU-partners zullen mogelijkheden voor verdere versteviging van het regime worden besproken, zoals uitbreiding van het aantal personen en entiteiten op de sanctielijsten. Het kabinet zet er zich daarnaast voor in om ook in breder internationaal verband de sanctiedruk tegen Assad te verhogen, via de Friends of Syria International Working Group on Sanctions.

Vraag 34

Trekt de regering een parallel met de juridische redenering die destijds werd gebruikt om Kosovo aan te vallen? Zo nee, welke historische redenering is dan wel geloofwaardig?

Antwoord

Nee. Het kabinet beoordeelt elke situatie op zijn eigen merites.

Vraag 35

Rechtvaardigt een overtreding van de Chemical Weapons Convention een aanval op een staat? Zo ja, geldt dat ook voor staten die het verdrag niet ondertekenden?

Antwoord

Syrië is geen partij bij het Chemische Wapensverdrag uit 1993, maar sinds 1968 wel partij bij het Gasprotocol van Genéve van 1925. Het verbod op het gebruik van chemische wapens in gewapend conflict is afkomstig uit dit Protocol en heeft inmiddels ook gewoonterechtelijke gelding.

Vraag 37

Is volgens u sprake van een humanitaire noodsituatie, zoals omschreven in het regeerakkoord, die militair optreden in Syrië buiten de Veiligheidsraad om rechtvaardigt? Waarom wel/niet?

Antwoord

Het gebruik van chemische wapens is niet acceptabel. Op dit moment wordt door de VN onderzoek gedaan om vast te stellen wat zich precies heeft voorgedaan.

Vraag 38

Heeft u advies ingewonnen bij de volkenrechtelijk adviseur over de legaliteit van een eventueel militair optreden in Syrië? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen? Zo ja, bent u bereid dit advies aan de Kamer te doen toekomen?

Vraag 72

Heeft u de volkenrechtelijk adviseur om advies verzocht over eventueel militair ingrijpen in Syrië? Zo ja, kunt u dit advies naar de Kamer sturen. Zo nee, waarom niet?

Vraag 101

Is de extern volkenrechtelijk adviseur aangaande volkenrechtelijke vraagstukken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagd te adviseren over de volkenrechtelijke aspecten van een eventueel ingrijpen van de internationale gemeenschap in Syrië? Zo nee, waarom niet? En zal dit zo spoedig mogelijk gebeuren? Zo ja, wanneer zal zijn advies zijn afgerond en wanneer kan het met de Kamer worden gedeeld?

Antwoord op vragen 38, 72 en 101

Het kabinet beschikt over ambtelijk advies over de volkenrechtelijke aspecten van de situatie in Syrië. Daarnaast is de externe volkenrechtelijk adviseur om advies verzocht. Zoals toegezegd tijdens het debat op 25 mei 2011 (Kamerstuk 32 635, nr. 2) en in de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken van 17 augustus 2011 zal het advies van de externe volkenrechtelijk adviseur, gelet op het onderwerp, aan de Kamer bekend wordt gesteld nadat het kabinet daarover een oordeel heeft gevormd.

Vraag 39

Waarom heeft u in het Algemeen Overleg over Syrië van 23 jl. in reactie op een verzoek van het lid Omtzigt geweigerd de AIV om advies te vragen over de legaliteit van eventueel militair optreden tegen Syrië? Bent u bereid dit alsnog te doen?

Antwoord

De overheid beschikt over ambtelijke capaciteit om over volkenrechtelijke kwesties te adviseren, met inbegrip van de vraag naar de legaliteit van eventueel militair optreden tegen Syrië. In dit verband kan ook verwezen worden naar het rapport Humanitaire Interventie van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) en AIV (2001), en de kabinetsreactie op dit rapport.

Vraag 42

Is toestemming van de Veiligheidsraad een vereiste voor politieke steun van Nederland voor een eventueel militair optreden tegen Syrië?

Antwoord

Zoals toegezegd aan uw Kamer (9 februari 2010) is ook een adequaat volkenrechtelijk mandaat vereist voor het geven van politieke steun door Nederland in situaties waarin andere landen militaire missies ondernemen. Uitgangspunt van het kabinet is dat het VN-spoor doorlopen dient te worden.

Vraag 44

Kunt u aangeven wat de positie van de Arabische Liga is ten aanzien van eventueel militair optreden tegen het regime Assad?

Antwoord

De Arabische Liga heeft zich niet uitgesproken over militair optreden tegen het regime van Assad.

Vraag 48

Hoe beoordeelt u de Britse en Amerikaanse aanvalsplannen. Heeft u contact gehad met deze landen en zo ja wat was de uitkomst?

Vraag 60

Hebben de Verenigde Staten Nederland formeel dan wel informeel geïnformeerd over voorbereidende handelingen voor militair ingrijpen in Syrië? Zo ja, op welke wijze is dit gebeurd?

Vraag 61

Heeft Groot-Brittannië Nederland formeel dan wel informeel geïnformeerd of voorbereidende handelingen voor militair ingrijpen in Syrië? Zo ja, op welke wijze is dit gebeurd?

Vraag 115

Heeft de Nederlandse regering contact gehad met de Amerikaanse autoriteiten over mogelijke actie tegen het regime van Assad?

Antwoord op vragen 48, 60, 61 en 115

Het kabinet heeft geen kennis van de voornemens van de VS en het VK.

Vraag 51

Beschouwt u aantoonbare inzet van chemische wapens door het Syrische regime als een rode lijn, die een steviger optreden vereist van de internationale gemeenschap? Zo ja, waarom en waar zou dat optreden uit moeten bestaan? Zo neen, waarom niet?

Vraag 90

In hoeverre vormt de inzet van chemische wapens door Assad voor het kabinet een rode lijn die per definitie om een militaire reactie vraagt?

Antwoord op vragen 51 en 90

De inzet van chemische wapens is een grove schending van het internationale recht en moet consequenties hebben. Uitgangspunt van het kabinet is dat het VN-spoor doorlopen dient te worden.

Vraag 52

Vindt u dat er op dit moment sprake is van «een humanitaire noodsituatie» in Syrië? Zo nee, waarom niet? Zo ja, betekent dit dat voldaan is aan het door het kabinet geformuleerde criterium in het regeerakkoord voor een mogelijke «internationale crisisbeheersingsoperatie»?

Vraag 69

Voldoet het eventueel bewezen gebruik van chemische wapens aan de definitie van een humanitaire noodsituatie waar geen adequaat volkenrechtelijk mandaat voor is vereist? Zo nee, wanneer wordt hier dan wel aan voldaan?

Antwoord op vragen 52 en 69

Het kabinet deelt deze interpretatie van het regeerakkoord niet. Ook in een humanitaire noodsituatie zal het steeds onze verantwoordelijkheid zijn te verzekeren dat er een volkenrechtelijke grondslag voor optreden bestaat.

Vraag 55

Deelt u de mening dat Nederland als NAVO-partner met in Turkije gestationeerde Patriots en bijbehorende manschappen het recht heeft op inlichtingen die aanleiding zouden kunnen zijn voor militair ingrijpen?

Vraag 63

Heeft het kabinet met de Turkse autoriteiten gesproken over mogelijke verhoogde risico’s voor de Nederlandse Patriotmissie? Zo ja, wat waren de uitkomsten van dit gesprek? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 55 en 63

Nederland onderhoudt via diplomatieke en militaire kanalen contact met Turkije over zaken in verband met de Nederlandse Patrioteenheid. Hierbij beklemtoont Nederland conform de toezegging aan de Kamer in het algemeen overleg van 20 december 2012 dat wij op de hoogte willen worden gehouden van de intenties van Turkije inzake Syrië.

Vraag 62

Is er op dit moment een memorandum van de Dienst Juridische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de volkenrechtelijke status van een mogelijk militair ingrijpen in Syrië, al dan niet onder VN-mandaat?

Antwoord

Ja.

Vraag 64

Staat het kabinet in contact met de Duitse autoriteiten over de mogelijke verhoogde risico’s voor de Nederlandse Patriotmissie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is er besproken?

Antwoord

Op alle militaire niveaus is er regelmatig contact tussen Nederland en Duitsland over de veiligheidsaspecten van de inzet van Patriots.

Vraag 66

Vindt u een EU-bijeenkomst over negen dagen tijdig, of deelt u de mening dat het wenselijk is als de EU-Ministers van Buitenlandse Zaken eerder bijeen komen?

Antwoord

Tijdens de ingelaste Raad Buitenlandse Zaken over Egypte van 21 augustus jl. is tevens gesproken over het vermeende gebruik van chemische middelen in Syrië. Sindsdien volgt de EU de ontwikkelingen nauwgezet en staat HV Ashton veelvuldig in overleg met EU-Ministers, Secretary of State Kerry en anderen. De situatie in Syrië zal a.s. vrijdag onderwerp van gesprek zijn tijdens de bijeenkomst van de Ambassadeurs van het Politiek- en Veiligheidscomité.

Vraag 68

Welke volkenrechtelijke principes liggen ten grondslag aan het uitgangspunt van Nederland dat bij bewezen gebruik van chemische wapens consequenties niet kunnen uitblijven? Hoe verhoudt dit uitgangspunt zich tot de vele slachtoffers die tot nu toe al zijn gevallen in Syrië?

Antwoord

Dit standpunt vindt zijn oorsprong in het zwaarwegende verbod op het gebruik van chemische wapens in gewapend conflict. Gezien de ernst en de omvang van de aanval lijkt sprake te zijn van een internationaal misdrijf tegen de menselijkheid. Dit zijn beide belangrijke elementen voor de oordeelsvorming van het kabinet.

Vraag 71

Bent u van mening dat zonder het beantwoorden van de schuldvraag er geen volkenrechtelijk mandaat bestaat voor eventueel ingrijpen?

Vraag 89

Kunt u inzicht bieden in de juridische/volkenrechtelijke aspecten van een eventueel militair ingrijpen in Syrië, eventueel onder VN-mandaat? Op welk moment is aan alle juridische vereisten voor ingrijpen voldaan in de ogen van de regering, ook in het licht van het regeerakkoord en de conclusies van de commissie-Davids?

Antwoord op vragen 71 en 89

Pas nadat is vastgesteld dat er sprake is van het gebruik van chemische middelen, en wie verantwoordelijk is voor dit gebruik, komt de vraag naar een volkenrechtelijk mandaat om in te grijpen aan de orde.

Vraag 73

Is de Nederlandse regering verzocht een eventuele politiek en/of militair te steunen? Zo ja, door wie en wat hield dit verzoek in?

Antwoord

Het kabinet is daags na de vermeende gifgasaanval door de Britse regering gevraagd een brief aan de Secretaris-Generaal van de VN te ondertekenen, waarin de VN formeel wordt verzocht onderzoek te doen naar het mogelijke gebruik van chemische middelen in het oosten van Damascus.

Daarnaast is het kabinet door de Amerikaanse regering verzocht om de vermeende aanval met chemische wapens publiek te veroordelen en het VN-onderzoek te steunen.

Nederland heeft geen verzoek ontvangen om deel te nemen aan een eventuele militaire actie tegen Syrië.

Vraag 75

Is Nederland bereid, indien het gebruik van chemische wapens is vastgesteld, om aan te dringen op het verbreden van het mandaat van het VN-onderzoek zodat ook de schuldvraag kan worden onderzocht.

Vraag 88

Verwacht u dat het VN-inspectieteam een conclusie zal trekken over welke van de strijdende partijen er schuldig is aan het gebruik van chemische wapens?

Antwoord op vragen 75 en 88

Het VN-inspectieteam zal geen conclusie trekken over wie de verantwoordelijkheid draagt voor de als dan vastgestelde inzet van chemische middelen. Dit valt buiten het mandaat van het onderzoek. Het mandaat van de SGVN voor instelling van de VN-onderzoeksmissie is gebaseerd op een mechanisme dat zijn grondslag vindt in AVVN-resolutie 42/37C van 1987 en VR-resolutie 620 van 1988. Hierin wordt de SGVN verzocht om onderzoek te doen naar het vermeend gebruik van chemische middelen als een lidstaat daartoe een verzoek indient. Daarbij gaat het erom dat de VN «objectief en wetenschappelijk feiten» vaststelt. Het gaat dus om een fact-finding missie. Deze feiten zouden inzicht kunnen geven in wie mogelijk achter de aanvallen zit. Nederland wacht de conclusies van de SGVN af.

Vraag 78

Wat is het standpunt van de Nederlandse regering indien toch tot militair ingrijpen wordt overgegaan terwijl de VNVR hier niet tot besluit?

Antwoord

Het is onverstandig op dit moment te speculeren. Mocht dit zich voordoen dan informeer ik u te gelegener tijd.

Vraag 84

In het Rapport Commissie van onderzoek besluitvorming Irak oordeelt de commissie-Davids dat een gedegen inbreng van volkenrechtelijke adviezen in de besluitvorming van de regering als geheel gewaarborgd dient te zijn, gezien de grondwettelijke opdracht aan de regering om de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen. Welke rol spelen volkenrechtelijke adviezen inzake de crisis in Syrië en hoe kan de grondwettelijke opdracht tot ontwikkeling en bevordering van de internationale rechtsorde in het licht van de mogelijke inzet van chemische wapens het best tot uiting komen?

Antwoord

De overheid beschikt over ambtelijke capaciteit om over volkenrechtelijke kwesties te adviseren. Het kabinet ontving een ambtelijk advies over de volkenrechtelijke aspecten van de situatie in Syrië. Interne juristen zijn steeds vertegenwoordigd in ambtelijk overleg over deze situatie. Daarnaast heeft het kabinet de externe volkenrechtelijk adviseur om advies verzocht.

Vraag 85

Ook concludeert de commissie-Davids in het Rapport Commissie van onderzoek besluitvorming Irak dat Nederland er in 2003 onvoldoende op heeft aangedrongen om wapeninspecteurs meer tijd te geven teneinde vast te kunnen stellen wat de stand van zaken was. Bent u van mening dat het VN-onderzoeksteam nu voldoende tijd wordt gegund om aan de VN rapporteren, gezien de geluiden om de conclusies van de VN niet af te wachten? Hoe verhoudt het belang van langdurig en uitgebreid onderzoek zich tot de mogelijke gevaren van verdwijning van bewijs van chemische wapens?

Antwoord

Het kabinet gaat er van uit dat de inspecteurs voldoende tijd zullen hebben om het noodzakelijke onderzoek ter plaatse te doen. Het is inmiddels zo goed als zeker dat er chemische middelen zijn ingezet. Na analyse van het materiaal zal het noodzakelijk zijn vast te stellen wie verantwoordelijk is geweest voor het gebruik van chemische middelen.

Vraag 95

Is de NAVO reeds begonnen met het de militaire voorbereiding op een eventuele NAVO-missie?

Antwoord

Nee.

Vraag 96

Op basis van welke juridische gronden acht u het mogelijk- bij het achterwege blijven van een mogelijk VN-mandaat – gevolgen te kunnen verbinden aan de inzet van chemische wapens?

Antwoord

Uitgangspunt van het kabinet is dat het VN-spoor doorlopen dient te worden.

Vraag 97

Volgens het Volkenrecht zijn er slechts twee uitzonderingen op het geweldsverbod: het gebruik van geweld ter zelfverdediging of een geweldsmandaat van de VN-Veiligheidsraad. Indien een geweldsmandaat van de VN achterwege blijft, in hoeverre accepteert u dan rechtmatigheid van het gebruik van militaire middelen in het kader van humanitaire interventie?

Vraag 98

Welke uitleg hanteert u bij de uitzondering op het geweldsverbod in het kader van humanitaire interventie? Aan welke voorwaarden moet dan zijn voldaan?

Vraag 99

Kunt u uiteenzetten waarom het (eventueel) gebruik van chemische wapens tegen de burgerbevolking een uitzondering op het geweldsverbod in het kader van humanitaire interventie zou rechtvaardigen en het gebruik van conventionele wapens niet?

Antwoord op vragen 97, 98 en 99

De opvattingen van het kabinet over humanitaire interventie zijn neergelegd in de notitie Rechtsgrondslag en mandaat van missies met deelname van Nederlandse militaire eenheden van 22 juni 2009 (Kamerstuk 29 521 nr. 41).

Vraag 104

Kunt u een kabinetsappreciatie geven van de uitspraken van Lakhdar Brahimi, de Speciaal VN-gezant, die zegt dat het volgens internationaal recht heel duidelijk is dat militaire actie pas genomen dient te worden na een besluit van de Veiligheidsraad?

Antwoord

Dit is de visie van Brahimi op het systeem van het Handvest van de Verenigde Naties.

Vraag 106

Is er door Nederland ook bij de Russische en Chinese autoriteiten op aangedrongen om met bewijs te komen betreffende de beantwoording van de schuldvraag wie chemische wapens heeft ingezet?

Antwoord

Het kabinet onderhoudt over de vermeende gifgasaanval op politiek, diplomatiek en ambtelijk niveau contact met verschillende landen. Bewijsvoering kan daarbij onderdeel van gesprek zijn.

Vraag 107

Heeft Speciaal Gezant voor Syrië Marcel Kurpershoek binnen de Syrische oppositie ook contact gehad met vertegenwoordigers van extremistische groeperingen, zoals Al-Nusra?

Antwoord

Nee.

Vraag 108

Indien de ontwikkelingen aanleiding zouden geven tot het terugtrekken van de Nederlandse Patriots uit Turkije, hoeveel tijd zal dan gemoeid zijn met het in veiligheid brengen van het personeel en van het materiaal?

Antwoord

Er is momenteel geen aanleiding om de Nederlandse Patriots uit Turkije terug te trekken.

Vraag 111

Ziet u kansrijke strategieën om de in Syrië aanwezige chemische wapens uit te schakelen? Zo ja, welke?

Antwoord

De uitschakeling van chemische wapens is een complex vraagstuk. Onder meer door de grote verscheidenheid en hoeveelheid chemische wapens in Syrië, de moeilijke omgevingsfactoren, de kwaliteit van de Syrische luchtverdediging en de wens om burgerslachtoffers en nevenschade te voorkomen.

Vraag 112

Ziet u mogelijkheden voor de inzet van niet-militaire middelen om het gebruik van chemische wapens in Syrië te voorkomen? Zo ja, welke?

Antwoord

Het is in de huidige omstandigheden in Syrië niet goed voorstelbaar wat voor effectieve niet-militaire middelen er ingezet kunnen worden om het eventuele gebruik van chemische wapens in Syrië te voorkomen. De strijdende partijen worden wel opgeroepen om geen chemische wapens of middelen in te zetten. Verder voert de EU een streng sanctieregime tegen Syrië. Als onderdeel hiervan is een groot aantal chemicaliën dat kan worden gebruikt als grondstof voor chemische wapens op de sanctielijst gezet waardoor de export hiervan naar Syrië vergunningsplichtig is.

Vraag 113

Ziet u mogelijkheden voor de inzet van niet-militaire middelen om het gebruik van chemische wapens in Syrië te bestraffen? Zo ja, welke?

Antwoord

Het is lastig voor te stellen wat voor niet-militaire middelen doelmatig ingezet kunnen worden als tegenmaatregel in geval van een aanval met chemische wapens. In algemene zin steunt Nederland het opvoeren van de druk op Assad door het verstevigen van het Europese sanctiebeleid tegen Syrië.

Vraag 117

Met welke landen coördineert Nederland een reactie op het gebruik van chemische wapens in Syrië?

Antwoord

Nederland staat inzake het gebruik van chemische wapens in Syrië in contact met EU, NAVO en VN.

Vraag 118

Zet u in op een gezamenlijk Europees standpunt ten aanzien van Syrië? Deelt u de mening dat een gezamenlijk Europees standpunt wenselijk is?

Antwoord

Het kabinet is van mening dat de EU eensgezind moet optreden ten aanzien van Syrië en zet hier in zijn contacten met Europese collega’s en HV Ashton op in.

Vraag 122

Hoe zijn de EU-Raadsconclusies van eind mei met betrekking tot de opheffing van het wapenembargo concreet ingevuld? Wanneer verwacht u de in het 30-ledendebat over Syrië (13 juni) voor 1 augustus aangekondigde review van de Raadsbeslissing, die mede gebaseerd zou zijn op een brief van EU Hoge Vertegenwoordiger Ashton over deze invulling? Is er in deze review en in de brief sprake van condities voor wapenleveranties aan de oppositie opgenomen? Hebt u daarop aangedrongen?

Antwoord

In de Raadsverklaring van 27 mei jl. kwamen de EU-lidstaten overeen dat eventuele toekomstige wapenleveranties aan strikte voorwaarden gebonden zijn. Dergelijke exporten mogen alleen ten gunste van de Syrian National Coalition for Opposition and Revolutionary Forces komen en moeten bedoeld zijn voor de bescherming van burgers. Lidstaten die militaire uitrusting leveren, moeten tegelijkertijd beschikken over adequate waarborgen om misbruik tegen te gaan, met name in de vorm van informatie over het eindgebruik en de eindbestemming van te leveren goederen. Ten slotte zullen lidstaten eventuele toekomstige verzoeken om exportvergunningen van geval tot geval moeten beoordelen, met inachtneming van de criteria van het wapenexportbeleid van de EU (Gemeenschappelijke Positie 944/2008). Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli jl. is wederom gesproken over Syrië. Mede vanwege het gebrek aan voortgang in de voorbereidingen van nieuwe vredesbesprekingen («Geneve-II») is niet nader gesproken over de Raadsverklaring van 27 mei jl. Ten aanzien van het wapenembargo en met verwijzing naar de bespreking tijdens de Raad van 27 mei jl. onderstreepte HV Ashton dat levering van wapens aan de oppositie niet doorslaggevend zou zijn voor de verhoudingen op de grond.

Vraag 126

Wat is de inzet van Nederland bij het opvangen van een eventueel extra vluchtelingenstroom als gevolg van militair ingrijpen?

Antwoord

De Nederlandse inzet is gericht op het voorzien van adequate opvang en bescherming in de regio. Sinds de aanvang van het conflict heeft Nederland ruimhartig bijgedragen, zowel aan ondersteuning van vluchtelingen in de buurlanden als aan ontheemden in Syrië zelf.

Naar boven