32 621 Aanvulling van de Algemene Wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID TAVERNE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 16 december 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I vervalt onderdeel B.

II

In artikel VI, tweede lid, wordt de zinsnede «de onderdelen A en B» vervangen door «onderdeel A» en wordt de zinsnede «buiten toepassing blijven» vervangen door: buiten toepassing blijft.

Toelichting

Dit amendement regelt dat het voorgestelde artikel 8:2a komt te vervallen. De indiener acht dit noodzakelijk nu in het in 2007 gepubliceerde voorontwerp voor een regeling van nadeelcompensatie was voorzien in een rechtsgang naar de bestuursrechter indien de schade voortvloeide uit de «publiekrechtelijke uitoefening van een bevoegdheid of taak». Deze omschrijving waarborgt dat voor burgers en ondernemers een laagdrempelige bestuursrechtelijke rechtsgang ter beschikking staat, ook als de schade voortvloeit uit feitelijke handelingen en algemeen verbindende voorschriften.

Door het introduceren van artikel 8:2a in het wetsvoorstel wordt dit voordeel teniet gedaan, nu de bestuursrechter alleen bevoegd wordt voor feitelijke handelingen die rechtstreeks voortvloeien uit een appellabel besluit. Voor overige feitelijke handelingen en voor schade door beleidsregels en algemeen verbindende voorschriften moet nog immer de civielrechtelijke rechtsgang worden gevolgd.

Dit betekent in concreto dat er nog steeds onduidelijkheid is welke rechtsgang gevolgd moet worden. De indiener verwijst hierbij ook naar de bijdrage van Mr. B.J. van Ettekoven, B.P.M. van Ravels en mr. M.K.G. Tjepkema in «Overheid en aansprakelijkheid» van juni 2011 die melden dat artikel 8:2a veeleer een uitbreiding van het nadeelcompensatiedoolhof vormt dan een vereenvoudiging.

Burgers en ondernemers die schade lijden door besluiten en feitelijke handelingen dienen, bij handhaving van artikel 8:2a, nog steeds een dubbele rechtsgang te volgen bij de civiele- en bestuursrechter. Dit is onwenselijk.

Het voorgestelde artikel dient daarom dan ook geschrapt te worden omdat het bijdraagt aan onnodige juridisering, rechtsongelijkheid, gebrek aan rechtseenheid en de toegang tot de rechter belemmert.

Taverne


X Noot
1

Vervanging in verband met wijziging in de toelichting.

Naar boven