32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

E BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2018

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit1, houdende regels inzake de opleiding, deskundigheid en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen door de geregistreerd-mondhygiënist (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid geregistreerd-mondhygiënist). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 36a, zesde lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 1 januari 2020. Streefdatum voor het starten met de nulmeting is 1 januari 2019.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2018

Bij brief van 6 juli 2018 (kenmerk 1378781-179042-MEVA) ontving u van mij een ontwerpbesluit, houdende regels inzake de opleiding, deskundigheid en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen door de geregistreerd-mondhygiënist (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid geregistreerd-mondhygiënist).

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 36a, zesde lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Abusievelijk stond in de brief niet vermeld dat op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving deze termijn in verband met het zomerreces van uw Kamer wordt verlengd tot 2 oktober 2018.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 163473.

Naar boven