Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2013
Hierbij bied ik u de marktscan huisartsenzorg en de bijbehorende beleidsbrief van
de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) aan1. In de marktscan geeft de NZa de feitelijke stand van zaken weer over de marktstructuur
en het marktgedrag van de huisartsenzorg en het effect daarvan op de publieke belangen
kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid.
Uit de marktscan blijkt dat het totaal aantal werkzame huisartsen en ondersteuners
in de huisartsenpraktijk is gestegen. Steeds vaker gaan huisartsen samenwerkingsverbanden
aan en organiseren zij zich in een groepspraktijk in plaats van een solopraktijk.
In vrijwel alle gevallen voldoen huisartsen overdag aan, de door veldpartijen zelf
gestelde norm van 15 minuten waarbinnen de huisartsenzorg bereikbaar moet zijn.
Op basis van consumentenonderzoek blijkt dat consumenten een langdurende relatie hebben
met hun huisarts, zij stappen niet snel over.
Bij de zorginkoop maken zorgverzekeraars gebruik van het representatiemodel; de grootste
zorgverzekeraar uit de regio maakt afspraken met de huisarts en de andere verzekeraars
volgen deze contractafspraken. Er wordt in het algemeen gebruik gemaakt van standaard
contracten, nagenoeg alle huisartsen krijgen een contract en meestal wordt het maximumtarief
overeengekomen.
Afgelopen jaren was een stijgende trend waarneembaar in het aantal verwijzingen naar
een medisch specialist. Het aantal verwijzingen is echter in 2011 ten opzichte van
2010 stabiel gebleven.
De sector is sinds 2007 bezig met het ontwikkelen van één uniforme manier om kwaliteit
in de huisartsenzorg te meten en inzichtelijk te maken. Op dit moment vindt nog geen
volledige kwaliteitsmeting plaats.
Sinds 2011 voldoen alle huisartsenpraktijken aan de norm voor telefonische bereikbaarheid,
dit is een enorme verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. Patiënten zijn tevreden
tot zeer tevreden over deze telefonische bereikbaarheid net als over de openingstijden
van huisartsenpraktijken.
De totale uitgaven aan huisartsenzorg is in de periode 2006–2011 behoorlijk gestegen
(met 40%). De oorzaak hiervan is onder andere dat het aantal huisartsenbezoeken per
patiënt is toegenomen, het aantal mensen dat naar de huisarts gaat is redelijk stabiel
gebleven. Daarnaast is deze toename ook te verklaren door een toename van ketenzorg
en modernisering en innovatie. Huisartsen hebben afgelopen jaren steeds meer en moeilijkere
taken erbij gekregen om verplaatsing van de duurdere tweedelijnszorg naar de eerste
lijn mogelijk te maken.
In haar beleidsbrief interpreteert de NZa de uitkomsten van de marktscan en geeft
zij aandachtspunten die van belang zijn bij het vormen van toekomstig beleid zoals
de rol van de verzekeraar in het stelsel, de positie van de huisarts, transparantie
over kwaliteit van zorg e.d.
In het regeerakkoord is de lijn voor de komende jaren uitgestippeld. Er wordt toegewerkt
naar een bekostigingssysteem voor huisartsenzorg dat uit gaat van populatiegebonden
bekostiging en dat ruimte biedt voor beloningsafspraken met verzekeraars. Die afspraken
zijn gericht op het vervangen van tweedelijnszorg door de eerste lijn, het ontmoedigen
van onnodige doorverwijzingen en het bevorderen van chronische zorg in de eerste lijn.
Komende tijd gebruik ik om het regeerakkoord nader uit te werken, hierbij zal ik de
aandachtspunten van de NZa in mijn gedachtevorming meenemen. Dit geldt ook voor het
eerdere advies dat ik van de NZa heb ontvangen over de bekostiging van de huisartsenzorg
en de uitkomsten van het kostenonderzoek. Zoals ik ook in een eerdere brief aan uw
Kamer heb aangegeven hecht ik er belang aan, gegeven de complexiteit van de bekostigingsvraagstukken
omtrent de huisartsenzorg, de diverse adviezen en onderzoeken in samenhang te bezien.
Dit ben ik nu aan het doen. Ik streef ernaar om voor de zomer mijn visie op het bekostigingsvraagstuk
met uw Kamer te delen.
Ik ga er vanuit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers